Europese begrotingsregels en monsterbesparingen zorgen voor zenuwachtigheid
Maar liefst 15 miljard euro per jaar zou België in 2023 moeten besparen als de Europese begrotingsregels niet dringend worden aangepast. Het achterhoedegevecht is begonnen.
De federale regering heeft nog maar pas haar begroting van 2020 bij de Europese Commissie ingediend en ze mag zich al zorgen beginnen maken voor hetgeen volgend jaar volgt. De reden? Europese begrotingsafspraken die na de coronapandemie opnieuw in werking moeten treden.
Verdrag van Maastricht
Even terug naar begin maart vorig jaar. Wanneer de Europese lidstaten in het voorjaar van 2020 op slot moesten, dreigden de nationale economieën stuk voor stuk kopje onder te gaan. Terstond draaiden alle regeringen de geldkraan open, ook diegene die al op een aanzienlijke schuldenberg kampeerden. Een probleem vormde dat laatste evenwel niet. Op 23 maart beslisten de ministers van Financiën samen met de Europese Commissie dat men wegens de pandemie opnieuw onbeperkt schulden mocht maken. En het is uitgerekend eurocommissaris en voormalig Lets premier Valdis Dombrovskis, die tijdens de staatsschuldencrisis nóg zwaarder bespaarde dan de Trojka vroeg, die het blijde nieuws aankondigde. Concreet werd de zogenaamde General Escape Clause uit het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) geactiveerd.
Voor dat Stabiliteits- en Groeipact moeten we terug naar de onderhandelingen over het in 1992 goedgekeurde Verdrag van Maastricht. Vooral het pas herenigde Duitsland wilde zijn sterke Mark slechts voor de euromunt inruilen indien er in de Monetaire Unie voldoende begrotingsdiscipline zou heersen. Daarom spraken Wilfried Martens (CVP) en co. af om de staatsschuld en het jaarlijkse begrotingstekort van de lidstaten tot respectievelijk 60 procent en 3 procent van het bbp te beperken. In 1997 werden die afspraken in het SGP gebetonneerd. Ironisch genoeg was het Duitsland dat de bepalingen in 2003 voor het eerst schond. Ook in Frankrijk was het dat jaar prijs. Tot groot ongenoegen van de Europese Commissie konden Berlijn en Parijs sancties echter ontlopen – het pact verloor vrijwel meteen aan geloofwaardigheid.
Het is belangrijk om steeds realistisch en met het oog op de economische situatie van het betrokken moment te besparen.
Eva De Bleeker, staatssecretaris voor Begroting (Open VLD)
Maar tijdens de eurocrisis werd begrotingsdiscipline opnieuw het toverwoord van dienst. In ruil voor Trojka-leningen moest er aanzienlijk worden bespaard. Afspraken schoten als paddenstoelen uit de grond en die werden aan aan het Stabiliteits- en Groeipact toegevoegd. Wellicht heeft u nog nooit van de Two Pack, de Six Pack, het Euro Plus-Pact en het Verdrag Inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur gehoord. Toch zijn het stuk voor stuk gezamenlijke macro-economische begrotingsafspraken die de afgelopen tien jaar in het leven zijn geroepen om een herhaling van de staatsschuldencrisis te vermijden. Afspraken die aanzienlijk ingrijpen in de manier waarop nationale overheden hun begroting op orde moeten houden of krijgen. Resultaat is een regelgevend raamwerk waarbij een 108-bladzijden tellend vademecum met duizelingwekkende berekeningen alles tot in de puntjes moet verduidelijken.
Schuldenremregel
Door het SGP wordt ruwweg verwacht dat de lidstaten hun structureel tekort beperken tot minder dan 0,5 procent van het bbp. Bovendien dienen de ‘zondige’ landen hun schuldgraad jaarlijks te verminderen met een twintigste van het verschil tussen de feitelijke schuldgraad en de afgesproken drempel van 60 procent – in het jargon de schuldenremregel genoemd. Wie een schuldgraad van 100 procent heeft, moet dus jaarlijks een twintigste van 40 procent goedmaken. Wie een ‘buitensporig tekort’ laat optekenen en het jaar erop geen beterschap vertoont, kan door de overige lidstaten op het strafbankje worden geplaatst, met als orgelpunt een boete die aan het eind van de rit tot 0,5 procent van het bbp kan oplopen. Voor België zou dat neerkomen op een sanctie van maar liefst 2,5 miljard euro – al hebben de lidstaten elkaar in het verleden nog nooit tot boetes veroordeeld.
Probleem is evenwel dat de staatsschulden van heel wat lidstaten tijdens de pandemie door het dak zijn gegaan. Momenteel zijn er nog maar zes landen in de Unie bij wie de schuldgraad minder dan 60 procent bedraagt. Naar alle verwachting wordt Luxemburg dit jaar de enige lidstaat wiens begrotingstekort onder de drie procent zal blijven. Met andere woorden zijn een heleboel lidstaten in strijd met de tijdelijk opgeschorte bepalingen van het Stabiliteits- en Groeipact. Maar vanaf 2023 treden die afspraken gewoon opnieuw in werking. Voor heel wat landen kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Zo zal België door de schuldenremregel ongeveer 2,75 procent van het bbp moeten besparen – goed voor een bedrag van ongeveer 15 miljard euro. Ook in Griekenland en Italië, waar de schuldgraad nog een heel stuk hoger ligt, zorgt dat voor bezorgdheid.
Bovendien staat er met de Europese Green Deal een grootschalig investeringsprogramma voor de deur. Uitgaven die momenteel moeten gebeuren om de kosten van de klimaatverandering op termijn zoveel mogelijk te beperken. Willen de Europese lidstaten daadwerkelijk de CO2-uitstoot tegen 2030 met 55 procentpunt verminderen ten opzichte van 1990, dan zal ook daarvoor de geldkraan aanzienlijk moeten worden opengetrokken. Daarom stelt de invloedrijke denktank Bruegel in een recente paper voor om een ‘Groene Gouden Regel’ te introduceren. Die moet er kortweg toe leiden dat alle investeringen in het klimaat buiten de fiscale indicatoren worden gehouden. Op de informele vergadering van ministers van Financiën in de Sloveense stad Brdo vorige maand werd het voorstel alvast aangestipt.
Vluchtroutes
Wat er ook van moge komen, de geplande terugkeer van het Stabiliteits- en Groeipact in 2023 is momenteel dé olifant in de kamer. Als de afspraken opnieuw ongewijzigd in werking treden, dreigen de verplichte besparingen de economie nog harder te fnuiken dan dat de besparingen moeten opleveren. ‘Een Stabiliteits- en Groeipact dat groei noch stabiliteit genereert, wordt dan de schizofrene realiteit’, valt te horen in regeringskringen. De Europese Commissie heeft reeds in 2017 een vijfkoppig begrotingscomité in het leven geroepen om de regels te herbekijken. Bovendien werd er afgelopen week een consultatie-aanzet gegeven met elf vragen die de ganse hervormingsdiscussie de komende periode flink moet aanzwengelen. In een discussiepaper die maandag werd gepubliceerd, pleit het Europees Stabiliteitsmechanisme om de toegelaten schuldgraad van 60 procent te verhogen.
Voor landen zoals België, Frankrijk, Italië en Griekenland klinkt dat voorstel als muziek in de oren. Probleem is echter dat het Stabiliteits- en Groeipact enkel met eenparigheid van stemmen onder de lidstaten kan worden aangepast. En in tegenstelling tot Brussel, Parijs, Rome en Athene, staat niet iedereen te springen voor een structurele hervorming. Vooral in de Noordelijke landen heerst er weerstand tegen eventuele versoepelingen. Met veel aandacht wordt er momenteel naar de Duitse coalitieonderhandelingen gekeken. Olaf Scholz, huidig minister van Financiën en gedoodverfd opvolger van bondskanselier Angela Merkel, staat te boek als iemand die niet voor een hervorming gewonnen is. En de waarschijnlijke minister van Financiën Christian Lindner, tevens voorzitter van de liberale FDP, wil onder geen beding van de fiscale discipline afstappen. Waar zij de centen zullen halen voor hun verhoogde minimumloon en de klimaatinspanningen is voorlopig nog onduidelijk.
Volgens Hans Geeroms, professor Europees Beleid en Internationale Economie (KU Leuven & Europacollege Brugge), zit een aanpassing er niet meteen aan te komen. ‘Hoewel er steeds meer consensus bestaat over de nood aan een vernieuwing van het begrotingspact en de grote investeringsbehoeften, scheppen de Duitse coalitievorming en de Franse verkiezingen een weinig gunstig klimaat. Desalniettemin heeft de federale regering enkele vluchtroutes ter harer beschikking. Als de Raad voldoende politieke rugdekking geeft, kan de Commissie voor groene en productieve investeringen wel een oogje dichtknijpen, zelfs nadat de General Escape Clause einde 2022 afloopt’, klinkt het.
Volgens staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) blijft ‘een gestage schuldafbouw noodzakelijk in functie van de financiële houdbaarheid en het opvangen van renteschokken.’ De Bleeker benadrukt dat ze zich van de gevraagde schuldenremregel terdege bewust is, maar merkt op dat ‘het belangrijk is om steeds realistisch en met het oog op de economische situatie van het betrokken moment te besparen’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier