Noodlijdend pensioenfonds Europees Parlement: ‘Geen belastinggeld gebruiken’

Het Europees Parlement in Brussel.
Het Europees Parlement in Brussel. © Getty Images

Het Europees Parlement wil niet dat er belastinggeld wordt gebruikt om het omstreden aanvullend pensioenfonds voor voormalige parlementsleden te redden. Dat blijkt woensdag uit een stemming over de kwijting van de Europese begroting.

Volgens het rapport van de Spaanse Isabel Garcia Munoz (S&D) keek het pensioenfonds eind 2021 aan tegen een tekort van 379 miljoen euro. De tekorten lopen almaar op en er wordt gevreesd dat het fonds tegen eind 2024 of 2025 compleet uitgeput zal zijn.

In het rapport dringen de parlementsleden aan op duidelijkheid over het kostenplaatje voor de komende jaren en op een ‘haalbare, wettelijke en eerlijke oplossing’. Tegelijkertijd vragen ze ‘de garantie dat er geen belastinggeld zal gebruikt worden voor een eventuele toekomstige redding’. 

PVDA-Europarlementslid Marc Botenga reageert tevreden. ‘Het Europees Parlement liet de speciale regeling twintig jaar lang ontsporen. Dat de belastingbetaler daar nu voor zou opdraaien, is te gek voor woorden’, stelt hij.

(Lees verder hieronder)

Deining

Het pensioenfonds zorgt al jaren voor deining. Het fonds werd in 1990 opgericht, bovenop de reguliere pensioenen, omdat sommige parlementsleden binnen hun nationale pensioenstelsels weinig rechten hadden. Het fonds werd uitgefaseerd bij de invoering van een eengemaakt statuut voor de Europarlementsleden in 2009.

Dat betekent dat er sindsdien geen nieuwe Europarlementsleden meer konden instappen, maar het fonds, beheerd door een Luxemburgs beleggingsfonds, telt naargelang de bron nog steeds 660 tot 914 begunstigden. Een amendement, dat hen verzocht om vrijwillig te verzaken aan de betalingen indien ze ook over andere pensioenrechten beschikken, haalde geen meerderheid.

Het Bureau, het orgaan dat de organisatorische en administratieve kwesties van het parlement regelt, besloot een aantal jaar geleden wel al om een aantal ingrepen te doen om de financiële levensvatbaarheid van het fonds te verbeteren. Zo werd de pensioenleeftijd opgetrokken van 63 tot 65 jaar en werd een heffing van 5 procent op toekomstige betalingen ingevoerd.

Partner Content