EU-vertegenwoordiger Josep Borrell na Moskou-debacle: ‘Ik had assertiever moeten zijn’

Josep Borrell: 'Een persconferentie is geen plek om een dispuut uit te vechten.' © GETTYIMAGES

Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, bijt van zich af na het debacle van zijn reis naar Moskou. ‘Als Rusland het internationale recht of de mensenrechten schendt, moeten we ingrijpen.’

Josep Borrell (73) staat sinds zijn controversiële bezoek aan Moskou begin februari onder druk. Naar aanleiding van de zaak-Navalny was Borrell met een ‘krachtige boodschap’ naar Rusland getrokken, maar daar werd hij door de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov publiekelijk vernederd. Op een persconferentie beschuldigde Lavrov de EU van schending van de mensenrechten en niet veel later zette hij drie Europese diplomaten het land uit. Volgens critici had Borrell veel meer tegengas moeten geven.

U staat bekend om uw vurigheid, maar waar was die toen Sergej Lavrov u publiekelijk in verlegenheid bracht en Moskou vervolgens diplomaten uit drie Europese landen het land uit zette?

Josep Borrell: Normaal gezien reageer ik altijd onmiddellijk en ga ik het conflict niet uit de weg. Toen Lavrov in de zaak-Navalny de vergelijking maakte met Catalanen die veroordeeld waren voor hun rol in het onafhankelijkheidsreferendum, overwoog ik even om hem voor de camera tegen te spreken, maar ik besloot het niet te doen. Ik was niet naar Moskou gekomen om over Catalonië te praten. Dus ik bleef kalm.

Het debat moet achter gesloten deuren plaatsvinden, en dat is ook gebeurd.

Voor velen leek u niet kalm maar besluiteloos.

Borrell: U was niet aanwezig op onze vergadering achter gesloten deuren. Ik heb Lavrov daar recht in de ogen gekeken en heel duidelijk gezegd wat ik vind van de manier waarop in Rusland met de mensenrechten wordt omgegaan. Ik heb opgeroepen tot vrijlating van Aleksej Navalny en tot een onafhankelijk onderzoek naar de gifaanval op hem, en ik heb me uitgesproken tegen de arrestatie van demonstranten. Lavrov heeft me toen gewaarschuwd.

Wat zei hij?

Borrell: Hij vroeg me of ik ook tijdens de persconferentie over de zaak-Navalny zou beginnen. Dat zou hij als een vernedering en als inmenging in interne aangelegenheden beschouwen. Ik wilde me niet op stang laten jagen. Een persconferentie is geen plek om een dispuut uit te vechten. Het debat moet achter gesloten deuren plaatsvinden, en dat is ook gebeurd.

Lavrov zei ook dat de EU geen betrouwbare partner is. Daarop had u moeten reageren.

Borrell: Dat heb ik ook gedaan. Ik heb gezegd dat de relaties tussen de EU en Rusland onder druk staan, dat wij het gedrag van Rusland in de zaak-Navalny als vijandig ervaren en ten strengste veroordelen.

U hebt dus geen fouten gemaakt?

Borrell: Ik spreek niet tegen dat ik assertiever had moeten zijn, ook voor de camera’s. Het zal me geen tweede keer overkomen.

De sancties tegen Moskou na de annexatie van de Krim en de bezetting van Oost-Oekraïne hebben weinig uitgehaald. Wat moeten de nieuwe sancties opleveren waarover de EU-ministers van Buitenlandse Zaken het deze week eens zijn geworden?

Borrell: Dit is de eerste keer dat wij de mensenrechtenregeling van de EU toepassen. Daarmee straffen we de verantwoordelijken van het veiligheidsapparaat en de rechterlijke macht die betrokken waren bij de veroordeling van Navalny en de onderdrukking van de demonstraties.

Zou het niet zinvoller zijn om Russische oligarchen de toegang tot de EU te ontzeggen en hun buitenlandse tegoeden te bevriezen?

Borrell: Als de Europese Unie dat doet, moet ze dat juridisch kunnen verantwoorden. Elke oligarch kan in de EU een proces aanspannen. We zouden dan moeten kunnen aantonen wat hij precies te maken had met de vergiftiging of de veroordeling van Navalny.

De EU had Rusland op een juridisch verantwoorde manier veel zwaardere sancties kunnen opleggen. Waarom is dat niet gebeurd?

Borrell: Sancties zijn slechts een middel, ze vervangen geen politiek beleid. Wat Rusland betreft, moeten we drie dingen doen: tegenhouden, controleren, onderhandelen.

Het besef groeit dat het in het belang van de EU is om ons militair te engageren.

Rusland controleren? Dat klinkt als de Koude Oorlog.

Borrell: Ik heb het over gerichte acties. Als Rusland bijvoorbeeld het internationale recht of de mensenrechten schendt, moeten we ingrijpen. Als Rusland grondgebied van andere staten bezet houdt of ons onder druk zet met cyberaanvallen en desinformatie, moeten we ons daartegen verzetten.

Uit uw bezoek aan Moskou bleek ook dat Rusland de EU niet serieus neemt als speler in het buitenlands beleid.

Borrell: Moskou heeft altijd al bilateraal willen onderhandelen met de lidstaten van zijn keuze en de EU er als geheel buiten willen laten. Dat mogen we in geen geval laten gebeuren. Als we één lijn trekken, hebben we een veel betere onderhandelingspositie, en niet alleen ten opzichte van Rusland.

Dat schijnt in de EU nog niet doorgedrongen te zijn. De leden zijn het vaak oneens over het buitenlands beleid, maar moeten wel alle besluiten met eenparigheid van stemmen nemen.

Borrell: Het zou voor mij zeker gemakkelijker zijn als we de eenparigheid van stemmen in het buitenlands en veiligheidsbeleid konden vervangen door meerderheidsbesluiten. Zolang iedereen een vetorecht heeft, is er minder stimulans om ernstig in debat te gaan. Als iemand twijfelt, kan hij alles gewoon blokkeren.

Zullen de afzonderlijke lidstaten ooit bereid zijn hun vetorecht op het gebied van het buitenlands beleid op te geven?

Borrell: Niet tijdens mijn ambtstermijn. Afscheid nemen van unanimiteit moet unaniem gebeuren. En er zijn veel landen die erg op hun vetorecht staan. Dat is ook de reden waarom ik de helft van mijn tijd besteed aan diplomatie binnen de EU.

De wereldwijde impact van de Europese Unie vloeit vooral voort uit haar macht op economisch gebied en uit de aantrekkingskracht van haar democratische model, de zogenaamde soft power. Zou daar ook militaire macht moeten bij komen?

Borrell: Als we op een dag een echt gemeenschappelijk veiligheidsbeleid hebben, krijgen we ook de mogelijkheden voor een gemeenschappelijke defensie. We kunnen zelfs ooit een militaire alliantie vormen. Dat zijn we momenteel niet.

Hoe komt dat?

Borrell: De EU-lidstaten geven samen bijna drie keer zoveel uit aan hun defensie als Rusland. Toch zal niemand ontkennen dat Rusland een sterkere militaire macht is, en bovendien bereid is die macht in te zetten. Het klopt dat de EU-leden bereid zijn militair voor hun belangen op te komen, maar niet onder de vlag van de EU. Soms is dat ook begrijpelijk. Duitsland is bijvoorbeeld vanwege de geschiedenis nogal terughoudend om militair in te grijpen in het buitenland. Maar het besef groeit dat we in een gevaarlijke wereld leven en dat het in het belang van de EU is om ons militair te engageren, vooral waar de NAVO dat niet doet.

Bijvoorbeeld?

Borrell: Eerlijk gezegd zie ik de NAVO nooit ingrijpen in de Sahelzone. En toch is het nog steeds nodig, dat is waarom sommige Europese landen het ook doen. Het zou veel doeltreffender zijn als wij Europeanen onze militaire mogelijkheden beter op elkaar zouden afstemmen.

Denkt u dat de soft power van de EU geleden heeft onder de coronacrisis? Een aantal Aziatische landen heeft het virus beter onder controle weten te houden, en landen als de VS en het VK laten de EU zien hoe ze hun burgers snel kunnen inenten.

Borrell: Ik ben ervan overtuigd dat het de juiste beslissing van de EU-staten was om samen vaccins aan te kopen, in plaats van elkaar erom te beconcurreren.

Josep Borrell

– 1947: geboren in Puebla de Segur, studeerde luchtvaartechniek en doctoreerde in de economie

– 1979-1982: lid van de regionale regering in Madrid

– 1991-1996: minister van Infrastructuur, Transport en Milieu in de regering-Gonzalez

– 2004-2007: voorzitter van het Europees Parlement

– 2018-2019: Spaans minister van Buitenlandse Zaken

– 2019: Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content