EU-lidstaten bereiken in extremis akkoord over regels platformwerk 

Platformen kunnen zowel met werknemers als zelfstandigen blijven werken © belga

Na meer dan twee jaar aanslepende onderhandelingen zijn de Europese ministers van Werk het eens geraakt over een richtlijn die miljoenen platformwerkers betere arbeidsomstandigheden moet bieden. Dat heeft het Belgische EU-voorzitterschap maandag bekendgemaakt.

Op een bijeenkomst van de ministers in Brussel bleek maandag een voldoende meerderheid van de lidstaten bereid om een finaal compromis te ondersteunen. Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS), die de vergadering leidde, spreekt van ‘een solide Europees akkoord ondersteund door 25 lidstaten dat 28 miljoen platformwerkers uit de grijze zone haalt’. 

De richtlijn, eind 2021 door de Europese Commissie op tafel gelegd, is bedoeld voor de miljoenen mensen die werken voor digitale platforms als Uber, Deliveroo of Bolt. De wetgeving moet de schijnzelfstandigheid in de sector aanpakken en verzekeren dat platformwerkers zoals maaltijdbezorgers een correct statuut hebben, met alle bijhorende rechten. 

Daarvoor zullen de lidstaten een wettelijk vermoeden van een statuut als werknemer vastleggen, rekening houdend met bijvoorbeeld de verloning en de mate van toezicht dat een bedrijf uitoefent op een platformwerker. Er worden echter geen gemeenschappelijke Europese criteria bepaald. Op aandringen van de lidstaten wordt dit vermoeden gedefinieerd in overeenstemming met nationale wetgeving en collectieve arbeidsovereenkomsten. 

Platformwerkers die vervolgens hun statuut als zelfstandige willen betwisten, moeten dat makkelijk kunnen doen via een administratief mechanisme dat in alle lidstaten ingevoerd moet worden. Het is dan aan de onderneming om te bewijzen dat er geen relatie van werkgever en werknemer is. ‘De bewijslast verhuist van de platformwerker naar het bedrijf waarvoor hij zijn activiteit uitvoert’, zo legde Dermagne uit. 

Het akkoord voorziet ook een omkadering van de algoritmes die vaak worden gebruikt om het werk in de sector aan te sturen. Een wereldprimeur. Zo moet er steeds menselijke controle zijn op een beslissing die de arbeidsomstandigheden, de veiligheid op het werk of de gezondheid van de werknemer beïnvloedt. Er komt ook een verbod op de automatische verwerking van bepaalde data van platformwerkers, zoals biometrische data en emoties.  

Het akkoord heeft veel voeten in de aarde gehad. Eind vorig jaar al bereikte het Spaanse EU-voorzitterschap een akkoord met het Europees Parlement over de richtlijn, maar daarvoor bleek naderhand onvoldoende steun te bestaan onder de lidstaten. Het Belgische EU-voorzitterschap moest dan ook vol aan de bak om het dossier recht te trekken en in de aanloop naar de Europese verkiezingen nog een doorbraak te forceren. 

Vorige maand stuitte een eerste Belgische poging nog op verzet van Frankrijk en een onthouding van Duitsland, Griekenland en Estland, maar maandag gaven die laatste twee landen aan dat ze de laatste compromistekst alsnog willen steunen. Frankrijk vroeg nog om verduidelijkingen, maar het land sloot niet uit dat het later bij de finale goedkeuring alsnog akkoord gaat. 

Maar eerst verhuist de tekst nu naar het Europees Parlement. Daar zet men vooral de regels rond algoritmes in de verf. Voor Sara Matthieu (Groen) vormen ze ‘een blauwdruk voor regels over kunstmatige intelligentie en werk, die we nodig hebben voor de hele arbeidsmarkt.’ ‘Met deze richtlijn verzekeren we meer rechten voor de minst beschermde werknemers in Europa en meer transparantie en verantwoording door de platformen die hen tewerkstellen”, besluit Kathleen Van Brempt (Vooruit). 

Uber stelt in een reactie dan weer het gebrek aan harmonisering over het statuut aan de kaak. ‘De wetgevers van de EU hebben vandaag gestemd voor een status quo, waarbij het statuut van de platformwerkers van land tot land en van rechtbank tot rechtbank zal blijven beslist worden’, reageerde een woordvoerder. Het bedrijf roept de lidstaten op nationale wetten te maken die “platformwerkers de bescherming geeft die ze verdienen, met behoud van de onafhankelijkheid die ze verkiezen’.

Partner Content