Elf EU-lidstaten willen nucleaire samenwerking versterken
In de marge van een informele bijeenkomst van de Europese energieministers in Stockholm hebben 11 lidstaten dinsdag aangekondigd dat ze nauwer willen samenwerken om nucleaire energieprojecten te ontwikkelen. Ze bestempelen kernenergie als een belangrijke hefboom voor de decarbonisatie van de economie en de vrijwaring van de energiebevoorrading.
In een korte gemeenschappelijke verklaring nemen de betrokken ministers zich voor om “een nauwere samenwerking tussen hun nationale nucleaire sectoren” te bevorderen, dit om “nieuwe projecten, met name gebaseerd op innovante technologieën” te ondersteunen, “alsook de exploitatie van bestaande centrales”.
De verklaring is onderschreven door Frankrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Hongarije, Finland, Nederland, Polen, Roemenië, Slovakije en Slovenië. Ze willen onder meer “gemeenschappelijke opleidingsprogramma’s en industriële projecten” verkennen en mogelijkheden voor “versterkte wetenschappelijke samenwerking” en de uitrol van “beste praktijken op vlag van beveiliging” bekijken.
“Kernenergie vertegenwoordigt 25 procent van onze Europese elektriciteitsproductie en stoot minder koolstof uit dan wind- en zonne-energie”, zo verklaarde de Franse minister Agnès Pannier-Runacher maandag voor aanvang van de tweedaagse bijeenkomst.
Volgens haar moet nucleaire energie naast wind- en zonne-energie “een complementaire” hefboom worden om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. In de Europese Unie beslist elke lidstaat autonoom over de nationale energiemix, maar Frankrijk voert al een tijd een offensief op het Europese toneel om kernenergie te promoten als middel om de Europese klimaatdoelstellingen te bereiken.
Zo ijverden de elf betrokken lidstaten ook al voor het “duurzame” karakter van kernenergie in de heetgebakerde discussie over de zogenaamde taxonomie, het klassificatiesysteem dat groene investeringen moet faciliteren. Van een echte “alliantie” is in de nieuwe verklaring geen sprake, maar met het initiatief wil Parijs volgens het kabinet van Pannier-Runacher opnieuw “een sterk signaal sturen in de verschillende Europese onderhandelingen”.
Zo willen de Fransen de “koolstofarme” waterstof uit kernenergie laten meetellen in de nationale doelstellingen voor hernieuwbare waterstof in de industrie en het vervoer. Landen als Spanje en Duitsland zijn daar fel tegen gekant.
Ondanks het wegvallen van goedkoop Russisch gas gaan in april in Duitsland de laatste kerncentrales dicht. Ook Oostenrijk en Luxemburg behoren tot het antinucleaire kamp. “Om de race tegen klimaatverandering te winnen, moeten we snel zijn. Nieuwe nucleaire centrales, dat is vijftien jaar aanleg, twee of drie keer duurder dan wind en zon. Het is ideologie, geen pragmatisme”, zei de Luxemburgse minister Claude Turmes.
Ook België, dat begin dit jaar met uitbater Engie een eerste akkoord bereikte over de verlenging van de levensduur van de twee jongste kerncentrales, zit niet bij de groep van elf lidstaten. “Ik heb geen formele uitnodiging gekregen”, zo verklaarde minister Tinne Van der Straeten (Groen). Maar de minister heeft naar eigen zeggen “zeer goede relaties met Frankrijk” en de andere landen en zal van nabij volgen wat ze zullen presenteren, “met name met betrekking tot waterstof”.
De Franse forcing werd dinsdag ook gevoerd op het jaarlijkse forum van de Europese Investeringsbank (EIB) in Luxemburg. In een videoboodschap riep president Emmanuel Macron de bank op om ook nucleaire technologie te financieren. Frankrijk wil de komende jaren minstens zes nieuwe reactoren bouwen. De EIB stak in het verleden geld in nucleaire beveiligingsprojecten voor bestaande centrales in Finland en Slovakije, maar niet in de aanleg van nieuwe. De raad van bestuur van de EIB is “zeer verdeeld over deze kwesties, net zoals de lidstaten dat zijn”, erkende vicevoorzitter Ambroise Fayolle begin februari.
EU wil ook komende winter doelstelling voor beperking gasconsumptie
De Europese Unie wil ook de volgende winter een gemeenschappelijke doelstelling voor de vermindering van de gasconsumptie, zo is dinsdag gebleken na afloop van een informele bijeenkomst van de Europese energieministers in Stockholm.
De energieministers “hebben gepraat over de verlenging van een aantal noodmaatregelen om snel de gasreserves te kunnen vullen en het hoofd te bieden aan mogelijke spanningen”, waaronder “het onder controle brengen van de consumptie”, zo verklaarde de Franse minister Agnès Pannier-Runacher
. Tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne en de spectaculaire daling van de Russische gasleveringen besloten de 27 lidstaten in juli vorig jaar om het gasverbruik van augustus 2022 tot maart 2023 met 15 procent te verminderen in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. Deze “vrijwillige” doelstelling is ruimschoots gehaald als gevolg van de milde winter en de hoge prijzen, die bedrijven en gezinnen al aanspoorden om zuinig met gas om te springen.
Volgens het statistisch bureau Eurostat is de gasconsumptie in de EU tussen augustus en januari met 19,3 procent gedaald. “We mogen niet op onze lauweren rusten. We moeten doorgaan met de diversificatie, de uitrol van hernieuwbare energie, de stockage van gas, de vermindering van de vraag”, zo zei Eurocommissaris Kadri Simson.
De vorig jaar goedgekeurde noodtekst verstrijkt eind maart en de Commissie wil die verlengen, bevestigde ze. Dat is “cruciaal om ons voor te bereiden op de komende winter, en de doelstelling te halen om de gasreserves tegen 1 november voor 90 procent te vullen”.
Een “vrijwillige” doelstelling voor een inperking van het gasverbruik in de winter van 2023 moet goedgekeurd worden door de lidstaten. Duitsland wil een hogere doelstelling dan 15 procent, andere lidstaten zijn voorzichtiger.
“De oplossingen van vorig jaar zijn technisch niet reproduceerbaar: men kan de gezinnen niet dwingen nog minder te verwarmen of de industrie om steeds minder te produceren”, zei de Tsjechische minister Jozef Sikela. Hij pleitte voor maatregelen “op middellange termijn, zoals energie-efficiëntie”.