Jonathan Holslag
‘Europa wil geen vervuilende mijnbouw: China lacht in het vuistje’
Europa wil wel schone energie, maar haalt zijn neus op voor de vervuilende mijnbouw.
Voorlopig houdt de nieuwe Europese Commissie vast aan de doelstelling om snel meer hernieuwbare energie te produceren. Alleen wil het met de productie van batterijen, zonnepanelen en andere systemen op Europese bodem niet zo vlotten. De aanvankelijk zo beloftevolle batterijenproducent Northvolt, bijvoorbeeld, vroeg vorige week het faillissement aan.
Wat speelt in de sector, zijn de dure mineralen. Europa wil wel schone energie, maar haalt zijn neus op voor de vervuilende mijnbouw. Vorige week nog haalden de Sami-herders die het noorden van Finland bevolken hun slag thuis door de Verenigde Naties te laten verklaren dat mijnbouw daar hun traditionele leefwijze ondermijnt.
Vooral China lacht in zijn vuistje. Deze maand maakte de overheid bekend dat ze er aanzienlijke nieuwe voorraden van verschillende mineralen heeft ontdekt. Goud, koper, molybdenum, fluoriet: allemaal spelen ze een belangrijke rol in de ontwikkeling van nieuwe technologie en hernieuwbare energie. De komende jaren besteedt Peking maar liefst een miljard euro aan SinoProbe II, een project om nog meer mineralen in de ondergrond in kaart te brengen. ‘Mineralen zijn het voedsel en het bloed van onze industrie’, verklaarde de regering. ‘Ze zijn de materiële basis van onze economische en sociale ontwikkeling.’ Ga dat nog maar eens in Europa uitleggen.
De Chinese overheid voorziet in soepele toegang tot mijnbouwgronden, maar stelt ook dat de uitbating natuurvriendelijker moet. Ze benadrukt ook hoe belangrijk mineralen zullen zijn in een tijd van grootmachtenrivaliteit. Daarom zal China zich nog harder inzetten om noodreserves aan te leggen.
Het land heeft dit jaar een ongeziene hoeveelheid kobalt gekocht, cruciaal voor de technologische industrie, en ook grote hoeveelheden koper en andere mineralen. Deels kan China met die reserves de marktprijzen beïnvloeden, deels kan het erop terugvallen in conflictsituaties. Amerikaanse deskundigen zien alvast een gelijkenis met de oppotstrategie van Duitsland, vlak voor de Tweede Wereldoorlog.
Europa neemt een geweldig risico door zich te profileren als kampioen van de schone energie, terwijl het zich daarvoor steeds meer afhankelijk maakt van Chinese leveranciers die van de overheid de instructie hebben gekregen om hun land net minder afhankelijk te maken van de rest van de wereld. Om opnieuw de woorden van Peking te gebruiken: de controle over mineralen zal bepalen wie grootmacht wordt en wie niet.