Delen van Britse migratiewet kunnen niet worden toegepast in Noord-Ierland, zegt rechtbank
Verschillende delen van de controversiële Britse migratiewet, die onder meer voorziet dat asielzoekers naar Rwanda gedeporteerd worden, kunnen niet worden toegepast in Noord-Ierland. Dat heeft een rechtbank in de Noord-Ierse hoofdstad Belfast maandag geoordeeld. Sommige bepalingen in de wet gaan namelijk in tegen de brexitafspraken die de bescherming van de mensenrechten in de regio garanderen.
Verschillende bepalingen in de wet zijn ook onverenigbaar met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), stelt de rechter nog.
Het High Court van Belfast baseert zich voor dat oordeel op het ‘Windsor Framework’, waarover de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk ruim een jaar geleden overeenstemming hadden bereikt. Die overeenkomst bepaalt onder meer dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan de rechten die zijn vastgelegd in het Goedevrijdagakoord, het vredesakkoord voor Noord-Ierland uit 1998.
(Lees verder onder de preview)
In de ‘Illegal Migration Act’ worden aan de Britse regering nieuwe bevoegdheden toegekend om asielzoekers, die illegaal het land zouden zijn binnengekomen, vast te houden en weg te sturen. De wet voorziet daarnaast dat die asielzoekers naar Rwanda kunnen worden gestuurd. Verschillende bepalingen in die wet houden een ‘significante’ aantasting in van de rechten van de asielzoekers, die op basis van het Goedevrijdagakoord in Noord-Ierland verblijven.
De gecontesteerde bepalingen moeten in Noord-Ierland dus niet worden toegepast, stelt de rechter. De rechtszaak was aangespannen door de Northern Ireland Human Rights Commission (NIHRC) en door een 16-jarige Iraanse asielzoeker die in Noord-Ierland verblijft. De Britse regering overweegt in beroep te gaan, zo reageert advocaat Tony McGleenan op de uitspraak.