Herman Matthijs (UGent, VUB)
‘Defensieplan ReArm Europe: de Europese Commissie op zoek naar creatieve oplossingen’
Professor Herman Matthijs formuleert tien bedenkingen bij de inhoud van het ReArm Europe-plan van de Europese Commissie, en staat stil bij de gevolgen voor de begroting in ons land.
Op 19 maart heeft de EU -Commissie het witboek voorgesteld over ‘European Defence Readiness 2030’, een visie die wordt neergeschreven op 22 bladzijden. Tien bedenkingen bij dit EU-plan voor de uitbouw van een Europees defensieapparaat en de gevolgen voor de Belgische begroting.
1. Eind 2024 gaven de EU-landen samen 1,9 procent van het bbp uit aan defensie, of 326 miljard euro. In 2024 werd voor 102 miljard euro geïnvesteerd in defensie, wat overeenkomt met 31 procent van de uitgaven.
Met andere woorden, de Europese Unie ligt net onder de huidige NAVO-norm van 2 procent van het bbp, maar de militaire investeringen liggen een stuk boven de NAVO-norm van 20 procent die hiervoor geldt.
2. De Commissie wil voor 150 miljard euro gaan lenen en dat geld verdelen over de lidstaten voor de aankoop van militair materieel. Die lening blijft buiten de schuld van de lidstaten en, net zoals de COVID-leningen, wordt die afbetaald via de EU-begroting. Daardoor wordt voor de tweede maal deze truc toegepast om geleend geld buiten de berekening van de nationale begrotingsnormen te houden.
De militaire aankopen met dit geld zouden moeten gebeuren door minstens twee landen, waarvan één EU-lidstaat. Opmerkelijk is dat de vier EFTA-lidstaten en Oekraïne hier ook voor in aanmerking komen, maar het Verenigd Koninkrijk niet.
3. Op bladzijde 17 van het witboek staat het belangrijkste voor België, namelijk de budgettaire aanrekening van de militaire uitgaven. Voor de begrotingen van 2025 tot en met 2028 mogen militaire uitgaven tot maximaal 1,5 procent van het bbp buiten beschouwing worden gelaten, ten opzichte van het basisjaar 2021. In 2021 stond België met zijn defensie-uitgaven op 1,04 procent van het bbp. Dit betekent dat de uitgaven niet worden meegeteld tot 2,54 procent van het bbp.
Stel dat België dit jaar 2 procent van het bbp zou besteden aan defensie, zoals de regering-De Wever wil, dan wordt 0,96 procent daarvan door Europa niet meegerekend in de begroting. Met een geraamd bbp van ongeveer 600 miljard euro staat 1,5 procent voor 2025 gelijk aan 9 miljard euro. Momenteel heeft het land een overheidstekort van 5,1 procent en met de maximale aftrek zou dat nog 3,6 procent van het bbp zijn—nog steeds boven de vereiste 3 procent volgens de Europese normen.
4. De Commissie wil ook meer geld vrijmaken voor defensie bij de tussentijdse herziening van het ‘Meerjarig Financieel Kader’ van de EU dit jaar. Hoe dat moet gebeuren, wordt echter niet vermeld. Aangezien de EU-begroting in evenwicht moet zijn, kan dit alleen door nieuwe eigen middelen te zoeken en/of bestaande uitgaven te schrappen.
5. De Commissie wil ook dat de Europese Investeringsbank meer geld op tafel legt voor defensie. Dit voorstel blijft echter mager, want het bedrag zou slechts stijgen van 1 naar 2 miljard euro.
6. Daarnaast wil de Europese Commissie dat private banken meer aandacht besteden aan beleggingen in de militaire industrie van de Unie. De afgelopen jaren vonden banken—waarvan de meeste nog bestaan dankzij ruime staatssteun tijdens de bancaire crisis van 2009—dergelijke fondsen ‘onethisch’. Gezien de spectaculaire stijging van de aandelen van militaire bedrijven, valt hier echter veel geld te verdienen.
7. In dit witboek wordt nogmaals benadrukt dat de NAVO de basis vormt voor de verdediging van de Unie. Vier EU-lidstaten (Cyprus, Ierland, Malta en Oostenrijk) zijn geen NAVO-leden. In vage bewoordingen wordt iets gezegd over de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, Canada en de kandidaat-lidstaten van de Unie. Hoe dit budgettair en organisatorisch zal worden geregeld, blijft echter onduidelijk.
Ook wordt voorgesteld om militaire industriële samenwerkingsakkoorden op te starten met Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. De Franse president Macron zal dit graag lezen, want de helft van de zuidelijke Stille Oceaan is Frans gebied, hoewel het geen deel uitmaakt van de Europese Unie.
8. Het witboek besteedt ook aandacht aan de grensbeveiliging. Dit gaat grotendeels over de buitengrenzen van de Schengen-zone, waarvoor Frontex bevoegd is. Gezien de enorme kustlijn van de Europese Unie vergt dit een aanzienlijke menselijke en materiële investering.
9. Daarnaast is er de veiligheid van de logistiek binnen de Europese Unie. Die kwam recent in het nieuws toen bleek dat een Portugees schip, met een Russische kapitein aan het hoofd, betrokken was bij een verdachte aanvaring in het Kanaal. Hoeveel personen in de kritieke logistieke en infrastructurele sectoren zijn gelinkt aan Rusland, China, enzovoort?
10. Een ander probleem is de kafkaiaanse toestand van de EU-regelgeving omtrent openbare aanbestedingen. Als daar niets aan verandert op het gebied van soepelheid, zullen militaire aankopen lang aanslepen en verzanden in eindeloze administratieve procedures en juridische conflicten. Het witboek zegt weinig over een mogelijke deregulering op dit vlak.
Kortom, veel plannen en veel geld, dat meestal ten laste komt van de EU-begroting. Wat de gevolgen voor de regering-De Wever betreft, wordt het uitkijken hoe zij de ‘1,5 procent bbp buiten begroting’-regel concreet zal toepassen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier