Wouter Beke (CD&V)

‘De vraag is niet of we meer moeten investeren in defensie, maar hoe we dat moeten doen’

Wouter Beke (CD&V) Europees parlementslid voor CD&V

Maandag verzamelen de Europese leiders zich voor het eerst weer sinds de inauguratie van president Trump. Niet zoals initieel voorzien in een prachtig Luiks kasteel, maar in het Egmontpaleis. In tegenstelling tot onze federale onderhandelaars staat er maar één thema op de agenda: defensie. Al maakt dat de opdracht niet eenvoudiger. 

Het hoeft geen betoog dat de wereld er vandaag fundamenteel anders uitziet dan enkele jaren geleden. De spanningen aan onze buitengrenzen en een onbetrouwbare Amerikaanse president zorgen ervoor dat we meer dan ooit onze eigen boontjes zullen moeten doppen op vlak van veiligheid. De vraag is dus niet of we meer moeten investeren, maar hoe we dat moeten doen. En vooral: wat is het einddoel? Over deze vraag buigen de Europese leiders zich, samen met Brits premier Starmer en NAVO-baas Mark Rutte. 

Het Europese welvaartsmodel overeind houden, dat is de inzet. ‘War not makes one great’, zou Yoda mompelen, maar het garanderen van veiligheid blijft een noodzakelijke voorwaarde voor onze huidige en toekomstige welvaart. Daarbij hoeven we niet meer te rekenen op de Amerikaanse veiligheidsparaplu, maar moeten we de kracht in onszelf vinden.

Na jaren van onderinvesteringen door Europese lidstaten, kijken we echter aan tegen een cumulatieve kloof in de defensie-uitgaven van 1.770 miljard euro uit de periode 2006-2022. De nood aan een meer Europese defensie is dus groot. Maar wat kan dit nu concreet betekenen? 

Vijf elementen zijn cruciaal om terug op eigen benen te kunnen staan en vanuit een sterke positie allerhande dreigingen de baas te kunnen: Financiering, Operationaliteit, Resources, Capabilities en Europese samenwerking. F.O.R.C.E., zo je wil. 

We zullen eerst en vooral creatieve manieren moeten vinden om deze kwantumsprong te financieren, aangezien koken nu eenmaal geld kost. ‘No major war has ever been won or lost through lack of money’, wist Franklin Roosevelt in 1940 al. Hij bedoelde daar niet mee dat budget van ondergeschikte orde is, maar dat wanneer de nood het hoogst is er altijd wel geld gevonden zal worden.

Vandaag liggen verschillende opties op tafel. Van Europese defensieobligaties tot een nieuw mandaat voor de Europese Investeringsbank, van het verhogen van de nationale defensieuitgaven tot het activeren van private middelen. Een combinatie van heel wat elementen zal nodig zijn om het vooropgestelde doel van 100 miljard (en meer) over tien jaar te bereiken. 

Maar met financiering alleen win je geen oorlogen. De vertaalslag naar operationele slagkracht vraagt effectieve en efficiënte investeren. Om tot die ‘operationaliteit’ te komen, heb je een heel logistiek web nodig waardoor er met eenheid van commando samen kan bewogen worden, maar ook los van elkaar taken kunnen uitgevoerd worden. Daarnaast moeten verschillende ‘resources’ aanwezig zijn om performant te kunnen opereren, denk bijvoorbeeld aan goede inlichtingendiensten of een goed uitgebouwd mobiliteits- en communicatienetwerk. En uiteraard staan of vallen deze randvoorwaarden met goed getraind – en vooral voldoende – militair personeel. 

Als vierde punt zal er stevig moeten geïnvesteerd worden in militair materiaal, capabilities in het jargon, om te vermijden dat onze jongens in ‘scheurtjestanks’ moeten rondrijden of met losse flodders het strijdtoneel moeten betreden. Niet enkel in conventionele apparatuur zoals pantserwagens of drones, maar ook in hybride instrumenten die we zowel defensief als offensief kunnen inzetten. Het slagveld bevindt zich namelijk niet enkel meer aan de frontlijn, maar ook in onze kritische infrastructuur. Denk maar aan de verschillende Russische aanvallen op nutsvoorzieningen en onderzeese kabels. Een intelligent rakettenschild ter bescherming van bijvoorbeeld de Antwerpse haven of de internationale instellingen in Brussel lijkt een logische stap in de goede richting. 

Meer dan ooit zal het antwoord Europees zijn. In alle voorgaande elementen ontbrak het de afgelopen jaren aan samenwerking. Nu blijkt dat ‘ieder voor zich’ niet werkte, zullen we de handen in elkaar moeten slaan. En dat brengt enkel voordelen met zich mee. We drukken zo de kosten bij gezamenlijke aankopen en kunnen via samenwerkingen met de industrie en academische wereld verder stappen zetten om de hele keten – van ontwikkeling tot productie – in Europese handen te houden.

Vooralsnog zullen we daarvoor moeten samenwerken met onze strategische partners, en in het bijzonder de Verenigde Staten, maar net dat versterkt ook de samenhorigheid binnen de NAVO met een sterke Europese pijler.  

Rome werd niet op één dag gebouwd en dat zal niet anders zijn voor een slagkrachtigere defensie. De actualiteit dwingt onze Europese leiders om nu alles op alles te zetten om een doorstart te nemen. Enkel vanuit een positie van kracht kunnen we respect afdwingen bij onze tegenstanders. Laat die kracht dan ook vanuit de Europese Unie zelf komen. May the F.O.R.C.E. be with EU

Wouter Beke zetelt voor CD&V in het Europees parlement.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content