De Parijse Commune: sociale strijd, bloedbad, mythe én mediagebeuren

'De Commune bestond uit anarchisten, socialisten, marxisten, blanquisten. Kortom, ook toen al was links verdeeld.'

150 jaar geleden brak de Commune los in Parijs. ‘Een scharniermoment in de internationale arbeidersbeweging’, zegt Theun Vonckx, curator van een uitvoerige tentoonstelling over de revolutionaire opstand, die vertakkingen had tot in België.

De Commune van Parijs duurde maar 72 dagen: van 18 maart tot 28 mei 1871. Het was een revolutionaire, anarchosocialistische poging om een rechtvaardiger en vreedzamer samenleving op te bouwen. De Commune werd echter in de kiem én in het bloed gesmoord door het Franse leger, waarna ze uitgroeide tot een mythe. Nu, 150 jaar later, zet Musée Grand Curtius in Luik een tentoonstelling op. Wat heeft Luik, en bij uitbreiding België, met de Commune te maken? En wat was die Commune precies? We vroegen het aan curator Theun Vonckx.

‘Na het neerslaan van de Commune zijn nogal wat communards uitgeweken naar België, voornamelijk naar Brussel en Luik’, vertelt Vonckx. ‘Op 18 maart 1886 werd in Luik een mars gehouden ter herdenking van vijftien jaar Commune. Men greep die verjaardag aan om de abominabele werkomstandigheden aan te klagen en sociale eisen te stellen. De manifestatie lokte veel meer betogers dan verwacht en er braken rellen uit. Arbeiders in het Luikse steenkoolbekken legden het werk neer, de onrust sloeg over naar Charleroi en ook in de rest van het land braken stakingen uit. Vergeet niet dat staken op dat moment nog beschouwd werd als een misdrijf. De regering zette het leger in, er werd met scherp geschoten en er vielen tientallen slachtoffers. Op termijn leidde die arbeidersopstand in België wel tot de eerste sociale wetten op vrouwen- en kinderarbeid. Zo zie je wat de Commune indirect betekend heeft voor België.

Na de Commune ontstond een soort ramptoerisme: toeristen gingen wandelen tussen de ruïnes van Parijs, waarna ze een fotoalbum of een Souvenir Historique konden kopen.

‘Door die link met Luik was Musée Grand Curtius geïnteresseerd om een tentoonstelling op te zetten. Het project was nochtans bescheiden gestart. In galerie De Queeste Art in Watou (waarvan Vonckx de leiding heeft, nvdr) werk ik al langer samen met de Franse kunstenaar Eddie Panier. Die had op basis van foto’s grote tekeningen gemaakt van de vrouwen van de Parijse Commune. Ik wilde die werken graag tonen, maar de kennis van de historische context is in ons land niet groot. Daarom ben ik op zoek gegaan naar documentatie en stootte zo op de fenomenale verzameling over de Parijse Commune die de Antwerpse kunstcollectioneurs Ronny en Jessy Van de Velde door de jaren heen hebben aangelegd. Zo kunnen we in Luik authentieke foto’s, affiches, memorabilia, boeken en ooggetuigenverslagen tonen uit de collectie Ronny en Jessy Van de Velde, aangevuld met documenten uit het IHOES (Institut d’histoire ouvrière, économique et sociale) in Luik.’

Gustave Courbet (rood pijltje) bij het beeld van Napoleon III op de Place Vendôme.
Gustave Courbet (rood pijltje) bij het beeld van Napoleon III op de Place Vendôme.

Wat was die Commune van Parijs precies?

Theun Vonckx: De Commune komt niet uit de lucht gevallen. De Franse Revolutie van 1789 wordt gevolgd door kleinere opstanden in 1830 en 1848. De sociale strijd gaat dus voort en er blijft van alles gisten in de Franse samenleving. Tegelijk speelt Napoleon III een hoofdrol. Die wordt in 1848 verkozen tot president maar pleegt in 1851 een staatsgreep en roept zichzelf uit tot keizer. Het zit in de familie. (lacht) Die staatsgreep leidt tot sociale spanningen. Napoleon wil de aandacht daarvan afleiden met een oude truc – een oorlog -, een tactiek die we ook uit de recente geschiedenis kennen: je creëert een vijandbeeld en vergroot zo het nationale samenhorigheidsgevoel.

De aanleiding voor die oorlog was een Duitse prins die de troon van Spanje wilde bestijgen. Onaanvaardbaar voor Frankrijk. Ook voor de Pruisische minister-president Otto von Bismarck kwam zo’n oorlog als een geschenk: hij wilde Duitsland eenmaken en de staten scharen rond Pruisen.

De Frans-Pruisische oorlog draait uit op een fiasco voor Napoleon III. Tegen eind september 1870 wordt Parijs belegerd en gebombardeerd door de Pruisische troepen. Bovendien is het een ijskoude winter en heerst er hongersnood in de hoofdstad. De doden stapelen zich op in de straten. Een tussentijdse verkiezing legt ook nog eens de tweespalt bloot tussen het conservatieve platteland en de progressieve hoofdstad. Tegen de wil van de Parijse bevolking capituleert Frankrijk.

Dan komt de Parijse bevolking in opstand?

Vonckx: De conservatieve premier Adolphe Thiers vreest dat de Garde Nationale, een burgermilitie, zich in Parijs tegen de regering zal keren en stopt met de uitbetaling van de soldij. Dat treft vooral arme arbeiders. Als op 18 maart het Franse leger met de ontwapening van Parijs begint en in alle vroegte beslag wil leggen op de kanonnen op de Butte Montmartre, slaan de huisvrouwen als eerste alarm. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, schiet het leger niet op de inwoners maar verbroedert het met hen. Later op de dag worden twee generaals van het Franse leger gefusilleerd. Dat is de aanzet tot de Commune, die tien dagen later zal worden uitgeroepen.

De huisvrouwen hebben het vuur aan de lont gestoken.

Vonckx: Ja, hoewel we hun rol niet mogen overdrijven. Dat gebeurt al te vaak in de mythevorming rond de Commune. Later zullen de vrouwen wel een heel belangrijke rol spelen: dat is in de geschiedschrijving dan weer lange tijd ontkend.

Ook het stadhuis van Parijs leed zware schade tijdens de volksopstand.
Ook het stadhuis van Parijs leed zware schade tijdens de volksopstand.© Roger Viollet via Getty Images

Wat is het belang van de Commune?

Vonckx: In de eerste plaats werkt ze democratisch en participatief. Tien commissies moeten Parijs op diverse terreinen besturen. De Parijzenaars zelf kunnen hun stem laten horen via diverse debatgroepen. Per arrondissement zijn er bovendien comités, waarvan sommige door vrouwen zijn opgericht. Het doet dus wat denken aan de latere radendemocratie van de Sovjet-Unie.

Toch wordt de Commune naar het einde toe een iets autoritairder systeem, waarbij een minderheid haar wil oplegt. Er wordt zo veel gedebatteerd dat het een doolhof van meningen wordt. Vergeet ook niet dat de Commune zeer heterogeen was: ze bestond uit anarchisten, socialisten, marxisten, blanquisten (de links-republikeinse aanhangers van Louis Blanqui, nvdr). Kortom, de 1001 strekkingen van de linkerzijde waren vertegenwoordigd. Ook toen al was links verdeeld.

Wat zijn de belangrijkste verwezenlijkingen?

Vonckx: De Commune vloeit voort uit arbeidersprotest tegen lage lonen, slechte behuizing en te lange werkuren. Vrouwen worden onderbetaald en hebben geen rechten. Er is massale kinderarbeid. De Commune wil dus meer rechten voor de arbeider. Binnen de Commune ontstaat ook de eerste feministische beweging, maar vergis je niet: de Commune wordt door mannen gedomineerd. Vrouwen hebben geen stemrecht en kunnen niet verkozen worden. Hun invloed loopt vooral via de debatgroepen. De denkbeelden van de anarchist Pierre- Joseph Proudhon hadden nog altijd een grote invloed: volgens hem waren vrouwen minderwaardige wezens. Ze dienden om kinderen te baren en hun plaats was aan de haard. De schijnbaar vooruitstrevende beslissing van de Commune om de prostitutie te verbieden, moet je ook in die context zien.

Welke andere beslissingen neemt de Commune?

Vonckx: De Commune bevriest de huurprijzen en scheldt de laatste drie betalingstermijnen kwijt, terwijl de conservatieve regering de huren wilde innen mét interest. De verkoop van goederen in pandjeshuizen wordt opgeschort, verlaten ateliers worden ingericht als coöperatieven, de dienstplicht wordt afgeschaft, weduwen van leden van de Nationale Garde krijgen een pensioen – getrouwd of niet, dat speelde geen rol. Daarin toont de Commune dan weer een verregaande vooruitstrevendheid, vermoedelijk onder de invloed van de vrouwen in die discussiegroepen. Hoogstwaarschijnlijk forceerden ook zij de beslissing om het onderwijs gratis te maken voor jongens en meisjes, en te onttrekken aan de invloed van kerk en kloosterordes. Louise Michel, een communarde die op de barricaden stond, speelde een grote rol: ze was zelf lerares, atheïste en had al vrije scholen ingericht met republikeinse waarden. Daarbij sluit de scheiding van kerk en staat aan: de basis voor de ‘laïcité’, die recent in Frankrijk onder druk staat, onder meer door de rellen rond de Mohammedcartoons.

Veel communards zijn gefusilleerd. Achteraf heeft men in parken en tuinen echte massagraven ontdekt.

De Commune drukte ook veel affiches, die werden uitgehangen.

Vonckx: Er zijn er zo’n vierhonderd gedrukt met aankondigingen, beslissingen, verordeningen en waarschuwingen. Er werden dagelijks zo’n vijf à zes verschillende affiches gemaakt en verspreid. De alfabetisering moet groot zijn geweest, want het was het communicatiemiddel bij uitstek, naast verschillende kranten zoals Le Cri du Peuple. We tonen die in de expo.

Beroemd zijn ook de barricades in de straten van Parijs.

Vonckx: Na de opstand van 1848 en onder het bewind van Napoleon III had Georges-Eugène Haussmann brede boulevards dwars door de oude stad aangelegd, vooral om guerrillatactieken in smalle straatjes tegen te gaan en troepenbewegingen te vergemakkelijken. De Commune wierp op pleinen en boulevards maar liefst 900 barricades op, in alle mogelijke vormen: van opgestapelde stenen tot heuse verdedigingswallen. Die barricades zullen snel ingenomen worden door het Franse leger. Uiteindelijk waren de communards geen getrainde soldaten, op enkele uitzonderingen na.

Waarom werd de zuil op de place Vendôme omvergetrokken?

Vonckx: Schilder Gustave Courbet vond al in 1870 dat dat symbool van oorlog en militarisme met het beeld van Napoleon omver gehaald moest worden. Dat gebeurde op 16 mei 1871 in het bijzijn van nogal wat buitenlandse journalisten. De Commune is zowat de allereerste mediagebeurtenis: het neerhalen van de zuil is puur theater, bovendien uitvoerig gefotografeerd. Courbet poseerde bij de omvergetrokken zuil, in zijn buurt stond de Amerikaanse ambassadeur, die ook een boek schreef over de Commune.

In de Commune hield men van spektakel en theatrale symboliek: zo werd de guillotine ritueel verbrand voor het beeld van Voltaire, terwijl betogingen altijd vertrokken aan het beeld van Straatsburg op de Place de la Concorde, omdat die stad werd aangevallen door de Pruisen.

Opvallend is het grote aantal foto’s van de Commune.

Vonckx: De fotografie bestond al een tijd, maar tijdens de Commune werd ze massaal ingezet. Journalisten en fotografen trokken naar Parijs uit pure nieuwsgierigheid: wat gebeurde daar allemaal? Na de Commune ontstond een soort ramptoerisme: toeristen gingen wandelen tussen de ruïnes van Parijs, waarna ze een fotoalbum of een Souvenir Historique konden kopen, een lijst waarin een steen of een stuk brood zat van tijdens de Commune. Pure commerce.

De Parijse Commune: sociale strijd, bloedbad, mythe én mediagebeuren

Een van de mythes van de Commune zijn de pétroleuses. Maar hebben die echt bestaan?

Vonckx: Het klopt dat de communards tijdens de Bloedige Week (18-28 mei 1871, nvdr), wanneer het Franse leger Parijs binnenvalt, beslist hebben om bepaalde gebouwen in brand te steken als oorlogstactiek. In de pers is dat uitvergroot: men schreef dat heel Parijs in brand stond, zelfs het Louvre. Dat waren leugens van de conservatieve pers, die de communards omschreef als een stel barbaren. Toen is de mythe van de pétroleuses ontstaan. Diezelfde pers omschreef vrouwen als ‘hysterische manwijven’ die getraind werden om olie in keldergaten te gieten en zo gebouwen van burgers in brand te steken. Een complete mythe, die natuurlijk de verbeelding voedt. Maar er is tijdens de latere processen geen enkele vrouw veroordeeld als pétroleuse.

Waarom werd de Commune zo bloedig neergeslagen?

Vonckx: De conservatieve regering-Thiers vond het onaanvaardbaar dat de hoofdstad door een bende linkse rakkers werd geleid. Het Franse leger viel Parijs op 21 mei 1871 binnen en richtte een week lang een bloedbad aan dat vooral een ontradend effect moest hebben voor andere steden. De Pruisische troepen, die zich op dat moment nog altijd in de buurt van Parijs bevonden, hadden zich afzijdig gehouden en gaven het Franse leger vrije doorgang om de Commune neer te slaan.

Met cijfers moeten we opletten. Voor de zekerheid zeg ik dat duizenden communards zijn omgebracht tegenover enkele honderden ‘Versaillais’, de aanhangers van de regering, die in Versailles zetelde. Zo’n 30.000 communards werden opgepakt, gevangengenomen en in erbarmelijke omstandigheden opgesloten, zelfs op inderhaast ingerichte gevangenisschepen. De gewone gevangenissen zaten overvol. Er zouden duizenden communards zijn gefusilleerd: achteraf heeft men in parken en tuinen echte massagraven ontdekt. De Bloedige Week eindigde tussen de grafstenen van Père Lachaise, waar op 27 mei met getrokken messen werd gevochten. 147 communards werden daar geëxecuteerd. Er staat nog steeds een herdenkingsmuur.

Vanaf 1872 werden enkele duizenden veroordeelden dan verbannen naar Frans-Guyana en vooral Nieuw-Caledonië, een uithoek van het Franse rijk in de Stille Zuidzee.

Namen er ook Belgen deel aan de Commune?

Vonckx: Toen de Commune losbarstte, zijn er Belgen vertrokken om mee te gaan strijden. Een belangrijke figuur is Victor Buurmans, de secretaris van het Antwerps Volksverbond. In Antwerpen ontstonden toen de eerste, embryonale vormen van vakbonden in de 4de wijk, de ‘Parochie van miserie’. Buurmans was al in 1870 tegen de Pruisen gaan vechten. Daarna sloot hij zich aan bij de communards. In De Werker, het blad van het Volksverbond, publiceerde hij zijn ooggetuigenverslagen over de Commune. Die berichten werden naar België gesmokkeld via een luchtballon. Een verrassende vondst was dat De Werker gedrukt werd door Jozef Jorssen, de betovergrootvader van Jessy Van de Velde.

'Victor Buurmans, de secretaris van het Antwerps Volksverbond, publiceerde in De Werker zijn ooggetuigenverslagen over de Commune. Die berichten werden naar België gesmokkeld via een luchtballon.'
‘Victor Buurmans, de secretaris van het Antwerps Volksverbond, publiceerde in De Werker zijn ooggetuigenverslagen over de Commune. Die berichten werden naar België gesmokkeld via een luchtballon.’

Ook de roemruchte uitgever Henry Kistemaeckers heeft een rol gespeeld.

Vonckx: Het vroegste boek over de Commune, geschreven door de communard Prosper-Olivier Lissagaray, werd in 1876 gepubliceerd door de Brusselse uitgever Henry Kistemaeckers en ook gedrukt door Jozef Jorssen. Kistemaeckers was in Londen met gevluchte communards in contact gekomen en wilde ze aan het woord laten. Hij was een notoir vrijmetselaar die graag flirtte met mogelijke censuur en veroordelingen, maar dergelijke boeken kon publiceren omdat in België een ruime persvrijheid bestond.

De vroegste geschiedschrijving over de Commune gebeurde dus door de verliezers, niet door de overwinnaars. Lissagaray baseerde zich op de feiten: dat maakt zijn boek nog steeds onontbeerlijk. Onvermijdelijk is het gekleurd: hij heeft het over 70.000 slachtoffers, wat ruimschoots overdreven is. Maar tot op de dag van vandaag twisten historici nog steeds over de juiste aantallen slachtoffers.

Wat is de erfenis van de Commune?

Vonckx: Het is een scharniermoment in de internationale arbeidersbeweging. De Commune liet zien dat het mogelijk was om zichzelf te organiseren en de touwtjes in handen te nemen op een min of meer democratische manier. Alle grote communistische en anarchistische denkers, onder wie Lenin en Bakoenin, hebben over de Commune geschreven, en later zal de Spartacus-beweging in Berlijn zich erop inspireren. Ook Karl Marx maakte een analyse. Hij was indirect betrokken: de Union des Femmes – een goed georganiseerde groepering die ijverde voor vrouwenrechten als onderdeel van de klassenstrijd – werd tijdens de Commune opgericht door Elisabeth Dmitrieff, een Russische, adellijke vrouw die Marx naar Parijs had gestuurd. Pittig detail: Eleanor Marx, een van Marx’ dochters, vertaalde het boek van Lissagaray in het Engels. Zij werd trouwens verliefd op de schrijver, een relatie die Marx afkeurde wegens het grote leeftijdsverschil. Zijn andere dochter, Laura Marx, was eerder al met een communard getrouwd. Marx vond dat stilletjes aan welletjes, zeker? (lacht)

La Commune. Paris 1871. Liège 1886, van 30/4 tot 25/7 in Musée Grand Curtius, Féronstrée 136, Luik. www.grandcurtius.be Het tweetalige boek La Commune. Paris-Parijs 1871 met teksten van Theun Vonckx en Xavier Canonne is een uitgave van Ronny Van de Velde/Ludion en kost 40 euro.
La Commune. Paris 1871. Liège 1886, van 30/4 tot 25/7 in Musée Grand Curtius, Féronstrée 136, Luik. www.grandcurtius.be Het tweetalige boek La Commune. Paris-Parijs 1871 met teksten van Theun Vonckx en Xavier Canonne is een uitgave van Ronny Van de Velde/Ludion en kost 40 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content