Olivier Boehme

‘De EU als de zoveelste opvolger van het Romeinse Rijk?’

Olivier Boehme Historicus en auteur van 'De welvaart en trots van naties' en 'Grensnaties, een geschiedenis van Europa'

In een tijd en wereld waarin Europese samenwerking voor zijn leden de enig haalbare overlevingsstrategie uitmaakt, wordt het hoog tijd voor nieuwe inspiratie en een nieuwe sprong naar een nog tastbaarder integratie.

De geschiedenis loopt niet over één lijn, in geen enkele richting. De gedachte dat Europese integratie de toekomst uitmaakt en de natiestaat slechts voor het verleden staat, is de laatste jaren met succes aangevochten. En globalisering dijt niet alleen maar uit. Staats- en volksnationalisme vechten het project van de Europese Unie aan. Zou het voor de aanhangers van die laatste niet aanlokkelijk kunnen zijn inspiratie te gaan zoeken in de geschiedenis van imperia?

De Romeinen achterna

Een imperium heeft als verzameling van uiteen liggende gebieden altijd marge moeten laten voor de specifieke kenmerken van de culturen die daar gedijden en er viel nooit één massief profiel uit te vormen.

Wanneer Vladimir Poetin verkondigt dat Rusland geen nationale minderheden kent omdat het een verbindende civilisatie is, staat hij in een lange traditie van een Russisch zelfbewustzijn als een rijk over allerlei etnieën heen. Zelfs Russen die hun eigen volksaard beklemtonen, hebben zich aan die Russische imperiale beschavingsgedachte evengoed moeten onderwerpen als Oekraïners. De Russisch-Oekraïense confrontatie is mede daarvan een resultaat. Een voorbeeld voor Europa? Beter niet.

De Duitsers geven met een mentaliteit die niet helemaal losstaat van de Russische een ander voorbeeld van de manier waarop de niet volledig uitgewiste sporen uit een imperiaal verleden nog richtinggevend kunnen zijn. De idee van de deutsche Mitte tussen oost en west, die terug gaat op de tijd dat het Heilige Roomse Rijk (met de latere toevoeging: ‘der Duitse natie’) zich sinds de tiende eeuw als opvolger beschouwde van het Imperium Romanum, is nooit helemaal verdwenen. Dat kon twee gedaanten aannemen, die van culturele mediator of agressieve spin in het Europese web. Na 1945 werd het idee van een Duits Europa weer ingeruild voor dat van een Europees Duitsland.

De Europese integratie leek op haar beurt iets van het oude te krijgen: de voortzetting van het Romeinse Rijk met verschillende volkeren, talen en staten. De Duitse politieke elite wilde niet teveel ingaan op de eigen ‘nationale identiteit’ en net wel op Europese samenwerking. Maar ook tegenover Poetin, die ‘het Russische midden’ merkelijk anders opvat, betoonde Duitsland lang de grootste welwillendheid. Moest Europa die weg opgaan? Jein. Na de Russische aanval op Oekraïne in 2022 haalde ‘Westbindung’ het schoorvoetend opnieuw op ‘Ostpolitik’.

De Britse weg

Uitgerekend in de taal die de universele lingua franca geworden is, wordt sinds 2016 een groot alternatief verhaal geschreven voor wat decennia doorging als de enig ware Europese gedachte. Niet zozeer de Britse economie, maar vooral het culturele kapitaal leek er in niet geringe mate toe te kunnen aanzetten het spoor van de Europese integratie niet langer als het unieke traject naar de toekomst te beschouwen. Het was ook een Brit, de in zijn tijd befaamde historicus Lord Acton, die in de tweede helft van de negentiende eeuw geloofde dat de toekomst aan grotere staatsverbanden toebehoorde. Daarmee doelde hij op zijn eigen Groot-Brittannië, het Duitse Rijk dat Bismarck uit de Kleinstaaterei smeedde of het koninkrijk Italië dat na eeuwenlange politieke verbrokkeling tot stand kwam. Kleine landen als Nederland en België hadden reden om zich zorgen te maken, want ze werden afgedaan als overjaarse herinneringen aan een vergane tijd. Toch hebben zij overleefd, zijn grote rijken verteerd door de tijd en bestaan er geen echte Europese grootmachten meer.

De Brexit blijkt evenmin een succes en wordt alweer door vele Britten betreurd. De discussie over de eigen en unieke rol van naties, meer nog dan de evolutie van handel en financiën, is weliswaar niet afgelopen. Toch oefent het voorlopige debacle van de Britse afscheuring onmiskenbaar een ontradend effect uit op andere recalcitrante Europese bewegingen, partijen en zelfs lidstaten van de EU om soortgelijke avonturen te ondernemen. Weer een weg om niet op te gaan.

Europese politieke en militaire unie

Een alternatief voor die imperia en naar grandeur strevende natiestaten moest een verenigd Europa bieden. Ook de tickets voor de Europese trein van de geschiedenis blijven echter niet onbeperkt geldig. Nationalisme en Kleinstaaterei hebben de wind weer in de zeilen. De morele kracht van de Duitse mediator laat het ook al afweten. Dat geldt zelfs voor diens stuwende motor achter de Europese economieën en voor diens hand in hand met Parijs uitgeoefende politieke leiderschap. Zowaar de veiligheid van het continent staat weer op het spel.

De EU als de zoveelste opvolger van het Romeinse Rijk? In een tijd en wereld waarin Europese samenwerking voor zijn leden de enig haalbare overlevingsstrategie uitmaakt, wordt het hoog tijd voor nieuwe inspiratie en een nieuwe sprong naar een nog tastbaarder integratie. De nood aan een politieke unie, een echte Europese democratie, met één buitenlands en veiligheidsbeleid dient zich aan. En om niemand af te schrikken hoeven we daarvoor de term ‘imperium’ niet eens te gebruiken.

Olivier Boehme is historicus en auteur van onder meer Europa, een geschiedenis van grensnaties (2016) en Scepsis. Over wankelend vooruitgangsgeloof (2023).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content