Dirk Draulans
‘Belgisch EU-voorzitterschap: uitgelezen kans om de wolf Europees te redden’
Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans hoopt dat België gebruik maakt van zijn rol als voorzitter van de EU om de maximale bescherming van de wolf te handhaven.
De Duitse wolf die vorig jaar een pony van de Duitse voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, aanviel, heeft zijn soort geen dienst bewezen. In dit ook Europees verkiezingsjaar liet von der Leyen, lid van de Europese Volkspartij die zich extreem natuuronvriendelijk profileert, de kans niet liggen om zich op de lijn van haar partijgenoten te scharen en zo haar kansen op herverkiezing te bevorderen. Ze loste recent de oprisping dat de vraag zich opdringt of de maximale bescherming van de wolf niet moet worden gereduceerd tot een ‘gewone’ bescherming, zodat onder meer veehouders hun dieren beter kunnen beschermen door meer mogelijkheden tot ‘verdelging’.
Von der Leyens’ demarche verontrust natuurbeschermers, want ze impliceert dat er moet worden getornd aan de Europese Habitatrichtlijn: misschien wel de beste natuurregelgeving ter wereld. Die is al langer een doorn in het oog van volk voor wie natuur ‘in de weg van de vooruitgang’ staat – lees: boerenorganisaties, jagerslobby’s en naast christendemocratische ook liberale politici. Zo zou de deur op een kier kunnen komen om ook aan andere aspecten van de regelgeving te tornen.
De wetenschap is duidelijk over de status van de wolf in Europa: in een groot deel van zijn leefgebied is zijn bestand nog altijd te precair om maximale bescherming los te laten. Eind 2022 hield de Europese Unie zelf om die reden in een ander cenakel (het standing committee van de Conventie van Bern: een internationaal verdrag dat dieren, planten én hun biotopen beschermt) nog een voorstel van Zwitserland om de bescherming van de wolf af te zwakken tegen.
Sleutelrol voor België
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) verwoordde het recent in de Leefmilieucommissie van het Vlaams Parlement nog op die manier. Tot er eventueel wetenschappelijke indicaties over een verandering van de status van de wolf in Europa komen, zou de gezamenlijke positie van de twee verantwoordelijke Europese commissarissen (van Leefmilieu en Landbouw) om niets te wijzigen aan de bescherming van de wolf, onveranderd moeten blijven. De minister vond von der Leyens voorstel bijgevolg ‘vreemd’.
België kan een sleutelrol spelen in de discussie. Ons land is momenteel voorzitter van de Raad van de Europese Unie en bepaalt in die hoedanigheid mee de agenda. Zo zou het mee kunnen beslissen in welke commissie in het Europees Parlement het debat over de beschermde status van de wolf zou worden gevoerd: die van Leefmilieu of van Landbouw. Het spreekt voor zich dat de keuze cruciaal kan zijn voor de onmiddellijke toekomst van de wolf in Europa.
(Lees verder onder de preview.)
De kwestie zou (misschien al vandaag) op de agenda komen van het intra-Belgisch overleg over het Europees voorzitterschap, het zogenaamde DGE-overleg, voor Directie-Generaal Europese Zaken en Coördinatie dat de Belgische agenda voor Europa overziet.
Voorlopig blijkt de wolvenkwestie niet verder te komen dan een ‘variapunt’ op de agenda, op basis van een tekst die voorstelt om de beslissing door te schuiven naar eind 2024, ‘gezien de niet gewijzigde conclusies in verband met de beschermingsstatus van de wolf onder de Habitatrichtlijn’. Er wordt ook gesteld dat er ‘geen hoogdringendheid’ in het spel is.
Hete aardappel doorschuiven
Er is iets voor het Belgisch standpunt te zeggen, maar in feite schuift het zo de hete aardappel voor een beslissing wel door naar de volgende landen die het voorzitterschap zullen waarnemen – misschien is dat zelfs de bedoeling. Dat zijn respectievelijk Hongarije en Polen, twee landen waarvan niet verwacht kan worden dat ze de bescherming van de wolf ter harte zullen nemen. In die zin zou het meer dan wenselijk zijn dat ons land nu probeert om de discussie over de wolf in de Leefmilieucommissie te laten voeren. De negatieve sfeerschepping tegen de wolf zal niet stoppen na de Europese verkiezingen.
De Belgische tekst stelt ook – en terecht – dat een verandering van de Europese houding ten opzichte van de bescherming van de wolf de geloofwaardigheid van Europa inzake internationale leefmilieukwesties niet ten goede zou komen. Als wij er niet in slagen om de bescherming van de wolf te handhaven, moeten wij natuurlijk niet gaan zeuren dat Afrikanen hun leeuwen blijven beschermen of Aziaten hun tijgers. Tenzij het de bedoeling is dat die beesten vogelvrij worden verklaard en nog zwaardere klappen gaan krijgen dan al het geval is. In tegenstelling tot die van de wolf zijn hun populaties in de gevarenzone voor uitsterven beland.
Herstel andere predatoren
In die zin zou een Belgische beslissing om het debat over de wolf op de agenda van de Europese Leefmilieucommissie te krijgen ook de kansen op herstel van andere predatoren in de wereld bevorderen. Voor natuurbeschermers is dat een sterk pluspunt. Enquêtes wijzen trouwens uit dat 60 tot 70 procent van de Europeanen, óók op het platteland, pro verdere bescherming van de wolf is. Er is dus een groot draagvlak voor het iconische dier, in tegenstelling tot wat sommige harde roepers menen uit te moeten bazuinen.
Wat niet wil zeggen dat er geen problemen zijn. Natuur komt geregeld met wat weerhaakjes. Maar er zijn ondertussen genoeg middelen – ook financiële – ter beschikking om een samenleven met bijvoorbeeld wolven te harmoniseren. De tijd dat wat in onze weg liep zomaar verdelgd moest worden, is gelukkig voorbij. Ook andere dieren dan de mens hebben het recht om er te zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier