Bedrijfswereld trekt aan de alarmbel: ‘Het voortbestaan van de Europese industrie staat op het spel’
Bedrijven die veel energie verbruiken verliezen met de torenhoge gas- en elektriciteitsprijzen aan concurrentiekracht en vrezen voor hun toekomst: ‘Er is geen enkel maatschappelijk debat of politieke visie over het overleven van onze West-Europese industrie en economie.’
‘De hoge energieprijzen bedreigen ons voortbestaan en zelfs dat van heel onze sector in Europa’, zegt Bernard Hallemans, ceo van Aperam Stainless Europe. Zijn bedrijf recycleert roestvrij schroot en telt in ons land 2000 werknemers. Sander Laridon is woordvoerder van Unilin, dat vloerbedekkings- en bouwmaterialen produceert en 3700 werknemers heeft. Ook hij windt er geen doekjes om: ‘De huidige energieprijzen zijn een bom onder onze Europese economie en samenleving. De echte oorlog vindt natuurlijk in Oekraïne plaats, maar op onze industrieterreinen woedt een economische oorlog.’
‘De energieprijs houdt ons elk uur van de dag bezig’, zegt Hallemans. Om schroot te smelten heeft Aperam veel gas en elektriciteit nodig. ‘In 2020 betaalden we aan gas- en elektriciteitsfacturen een aantal tientallen miljoenen euro’s per jaar. Vandaag is dat een aantal tientallen miljoenen euro’s per maand. Per maand! De energieprijs bedraagt vandaag een veelvoud van onze gemiddelde brutowinst. Onze activiteit is gewoonweg niet meer rendabel.’
We weten het allemaal: de gasprijs is de voorbije weken door het dak gegaan. Eén jaar geleden bedroeg de prijs voor een megawattuur gas op de Nederlandse termijnmarkt (TTF gas futures) – meestal gebruikt als referentie voor de gasprijzen in Europa – nog geen 30 euro. Begin deze zomer was dat al 150 euro, en nu heeft de prijs de grens van 300 euro doorbroken. Dat is maal tien in één jaar tijd. En ook elektriciteit wordt duurder, omdat de gascentrales die elektriciteit leveren ook meer moeten betalen voor dat gas.
Goedkoper gas in de VS
Maar de gasprijs is niet overal even fel gestegen. Zo betaal je in de VS maar zo’n 30 euro voor een megawattuur gas. In Europa is gas dus bijna tien keer zo duur als in de VS. Hoe dat komt? Omdat de VS meer gas produceren dan ze zelf nodig hebben. Dat grote prijsverschil is ‘dramatisch voor de concurrentiekracht van Europese energie-intensieve bedrijven’, aldus Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België. ‘Alle bedrijven die veel energie verbruiken, denk bijvoorbeeld aan ondernemingen in de petrochemie en kunststofbedrijven, dreigen weg te trekken uit Europa en investeringen te verplaatsen naar de VS of het Midden-Oosten.’
‘Bij ons weegt niet alleen de energieprijs door,’ zegt woordvoerder Laridon van Unilin, ‘ook onze chemische grondstoffen zijn maal drie, soms zelfs maal vier gegaan.’ Hij haalt er de cijfers bij: ‘Ureum is een basisgrondstof voor lijm, die we gebruiken om van houtspaanders spaanplaten te maken. Het is een afgeleid product van gas. Vroeger kostte het 250 euro per ton, in het najaar 2021 was dat 600 euro, vandaag 800 euro. Hetzelfde verhaal voor andere basisgrondstoffen die we gebruiken, zoals melamine, mdi of pvc.’
Het verhaal stopt dan nog niet, want Unilin gebruikt ook veel (afval van) hout om allerlei soorten plaatmateriaal te fabriceren. Ook die prijzen zijn fors gestegen. Laridon: ‘Voor de resten van zagerijen, die we nodig hebben om MDF-platen te maken, betaalden we een paar jaar geleden 7 tot 8 euro per kubieke meter. Nu kosten die 25 à 30 euro. En ook dat heeft indirect met de hoge gasprijs te maken: omdat gas zo duur is, worden andere bronnen als brandstof aangesproken, zoals hout. Dat drijft de prijs op, hout wordt onbetaalbaar.’
Hoge CO2-uitstoot
Aperam en Unilin zijn geen uitzonderingen, heel wat bedrijven zitten in hetzelfde schuitje. Zinksmelter Nyrstar schroefde de productie in Balen terug vanwege de exploderende energieprijzen. Chemiebedrijven BASF en Yara verminderden in hun Belgische fabrieken de productie van ammoniak, waarvoor aardgas de belangrijkste basisgrondstof is. Ze kunnen de prijsverhogingen niet doorberekenen omdat ze concurreren met ondernemingen uit heel de wereld, die niet geconfronteerd worden met zulke hoge energieprijzen.
‘40 procent van het roestvrij staal in Europa wordt ingevoerd, vooral uit landen als China, Taiwan, Zuid-Korea en Indonesië, waar geen hoge energiekosten zijn’, zegt Hallemans van Aperam. ‘De verkoopprijzen van roestvrij staal dalen zelfs, terwijl onze kosten ontploffen. Wat voor zin heeft het dan nog voor ons om roestvrij staal te produceren?’ Hoeveel tijd rest er nog voor Aperam in ons land? ‘We bekijken de situatie van dag tot dag’, zegt Hallemans. ‘We zien ons orderboek nu opdrogen tegen het eind van het jaar. Als de situatie dan niet wezenlijk is veranderd, zie ik het heel zwart in voor 2023.’
Hallemans wijst nog op een ander drama: ‘We hebben in België 300 miljoen euro geïnvesteerd, niet alleen om het meest kostenefficiënte bedrijf te worden, maar ook om de laagste CO2-uitstoot ter wereld te hebben. Wij recycleren roestvrij staal, maar het roestvrij staal dat Europa invoert, wordt gemaakt op basis van mijnbouw: in Indonesië kappen ze regenwoud en delven ze nikkel. Om dat te smelten, schakelen ze steenkoolcentrales in. Hun CO2-afdruk ligt vijfmaal zo hoog als die van ons, dat is dus een ramp voor onze planeet. Maar we kunnen niet meer met hun prijzen concurreren.’
De duizelingwekkende verhoging van de gasprijs leidt tot een kettingreactie: de elektriciteitsprijs stijgt, chemische basisgrondstoffen stijgen, de inflatie stijgt. En het vertrouwen van de mensen daalt.
Bij Unilin is een soortgelijk verhaal te horen. Ook daar werken ze in een globale markt en ondervinden ze concurrentie uit landen als China, de VS en Turkije. Laridon: ‘We proberen dat te counteren door kwaliteitsproducten af te leveren en voorop te lopen met onderzoek en ontwikkeling. We vervaardigen bijvoorbeeld laminaatvloeren en luxevinyltegels waar onze concurrenten niet tegenop kunnen. De grote vraag is nu: zal de consument na de zomer die luxetegels blijven bestellen, of gaat hij door de hoge inflatie en verlies aan koopkracht meer letten op de prijs? In elk geval hebben we voor een productielijn van de luxetegels vijf weken tijdelijke werkloosheid ingepland, omdat we vrezen dat de vraag zal afnemen.’
Kettingreactie
De kern van dit verhaal is dat alleen in Europa de gasprijs zo fors omhooggeschoten is. Die was overigens al aan het stijgen voordat Rusland Oekraïne binnenviel. We hadden in 2021 een koud voorjaar, en ook het fluks economisch herstel na corona dreef de prijs hoger. Toen de Russische president Vladimir Poetin de gasleveringen aan Europa inzette als oorlogswapen en langzaam de gaskraan dichtdraaide, explodeerden de prijzen.
Die duizelingwekkende verhoging van de gasprijs leidt tot een kettingreactie: de elektriciteitsprijs stijgt, chemische basisgrondstoffen stijgen, de inflatie stijgt. En het vertrouwen van de mensen daalt. ‘Het voortbestaan van de Europese maakindustrie staan op het spel’, zegt Laridon. ‘De Europese bedrijven worden gewurgd, maar politici hebben vandaag alleen maar aandacht voor de koopkracht van de consument. Het is meer dan terecht dat daar oog voor is, maar die koopkracht kan pas gewaarborgd blijven als ook de industrie kan blijven draaien. Alleen zo kunnen producten lokaal, tegen een betaalbare prijs worden gemaakt en kan werkzekerheid worden geboden. Er is geen enkel maatschappelijk debat of politieke visie over het overleven van onze West-Europese industrie en economie. Is iemand in onze regering zich bewust van de omvang van de crisis en recessie waar we op afstevenen?’
Eerlijke concurrentie
Hallemans en Laridon hebben wel ideeën over hoe de gasprijs kan worden bedwongen. ‘Bevries de gasprijs in Europa’, zegt Hallemans. ‘Ja, dat moet je dan financieren met overheidsgeld en zal dus een inspanning vragen van de hele gemeenschap. Ik begrijp dat het een moeilijke beslissing is voor politici die straks opnieuw verkozen moeten worden. Maar anders wordt de economische schade nog groter en pijnlijker voor de bevolking.’
Niet alleen tussen Europa en de VS maar ook binnen Europa zijn er grote verschillen in de energieprijzen, stipt Hallemans aan: ‘In Noord-Europa is men veel minder afhankelijk van gas om elektriciteit te produceren. Neem Finland, dat meer een beroep doet op kernenergie, naast waterkracht en windenergie. Daar volgt de elektriciteitsprijs niet volledig de evolutie van de gasprijs en heb je dus een lagere energiefactuur.’
‘Een ander geval zijn Spanje en Portugal’, vervolgt Hallemans. ‘Die landen mochten van de Europese Commissie een plafond instellen voor de prijs van het gas dat gebruikt wordt voor de productie van elektriciteit. Dat werd toegestaan omdat ze door hun geografische ligging moeilijker door de rest van Europa te bevoorraden zijn met elektriciteit en dus kwetsbaarder zijn voor hogere prijzen. Dat geldt natuurlijk niet voor België, dat juist wel goed verbonden is met alle Europese landen. De gasprijs werd in Spanje vastgelegd op zo’n 50 euro per megawattuur, met als gevolg dat de elektriciteitsprijs er 150 euro bedraagt. In België is dat 300 euro voor gas en 700 tot 800 euro voor elektriciteit. Dus binnen Europa heb je al heel grote verschillen, die alleen door Europa kunnen worden rechtgetrokken.’
Dat is ook wat Emmanuel Verschueren ondervindt. Hij is algemeen directeur bij Segers & Balcaen en SB Diest, twee bedrijven die verpakkingen maken voor de voedings- en drankensector. ‘De elektriciteitsprijs is een belangrijke factor in de kostprijs van onze producten’, vertelt hij. ‘Anderhalf jaar geleden bedroeg onze elektriciteitsfactuur zo’n 50.000 euro per maand per bedrijf, nu 250.000 euro per maand. Mijn grootste concurrenten zitten in Frankrijk en Duitsland, waar de elektriciteitsprijs minder snel stijgt dan bij ons en goedkoper is. Kan Europa er niet voor zorgen dat de elektriciteitsprijzen in heel de Unie ongeveer even hoog zijn, zodat er eerlijke concurrentie mogelijk is?’
Textielproductiebedrijf Beaulieu kondigde vorige week aan dat het zijn garendivisie uit het Waalse Komen verhuist naar Noord-Frankrijk omdat daar de energietarieven lager liggen.
De duurste producent
Er worden ook vraagtekens geplaatst bij de manier waarop de elektriciteitsprijs vandaag wordt berekend, in het jargon bekend als het merit order-systeem. Dat komt hierop neer: elektriciteitsleveranciers kopen eerst de goedkoopste elektriciteit aan. Die wordt opgewekt door zon en wind, want er zijn geen brandstofkosten. Maar daarmee komen ze er niet, en dus moeten ze ook elektriciteit met hogere productiekosten per megawattuur aanschaffen. Die kosten zijn relatief laag voor kerncentrales en vandaag torenhoog voor gascentrales vanwege de historisch hoge gasprijs. Volgens afspraken moet de elektriciteitsprijs minimaal even hoog zijn als de productiekosten van de duurste producenten, en dat zijn de gascentrales. Gevolg: hoe hoger de gasprijs, hoe hoger de elektriciteitsprijs.
Anders gezegd: de duurste manier om elektriciteit te produceren, bepaalt vandaag de elektriciteitsprijs. En alle elektriciteitsproducenten krijgen die hoogste prijs, ook als ze (veel) goedkoper elektriciteit produceren. Het zorgt voor hoge winsten bij sommige producenten, maar voor dure facturen bij alle gebruikers. Hallemans en Laridon: ‘Zou je de elektriciteitsprijs niet beter afstemmen op de gemiddelde prijs, in plaats van te laten bepalen door de duurste producent?’
In dat verband pleiten Hallemans en Laridon ook voor het behoud van alle beschikbare kernenergie en het uitstellen van de kernuitstap. ‘Doel 3 sluit op 1 oktober 2022, Tihange 2 op 1 februari 2023. Waarom houden we die twee ook niet langer open?’ vraagt Laridon zich af. ‘Als argument wordt nu vaak gegeven dat het al te laat is, omdat we geen brandstofstaven meer beschikbaar hebben voor die twee centrales. Maar als we, zoals premier Alexander De Croo (Open VLD) zegt, nog 5 tot 10 jaar met de huidige situatie zitten, dan loont het toch de moeite om die staven toch te bestellen om de centrales opnieuw te kunnen laten draaien?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier