Aantal asielaanvragen in Europa vorig jaar met een derde gestegen
Het aantal asielaanvragen in Europa is sinds vorig jaar opnieuw sterk aan het toenemen, zo bevestigt het Europese asielagentschap (EUAA) dinsdag in zijn jaarrapport. Het agentschap noteerde in 2021 zo’n 648.000 aanvragen, een stijging met 33 procent in vergelijking met 2020.
‘Er zijn drie grote aanjagers van deze toenemende cijfers: de instrumentalisering van migranten door het regime in Wit-Rusland, de machtsovername van de taliban in Afghanistan vorige zomer en uiteraard de oorlog in Oekraïne’, zo legde EUAA-directeur Nina Gregori dinsdag uit bij de presentatie van het jaarrapport.
In totaal zijn vorig jaar zo’n 648.000 asielaanvragen ingediend in de 27 lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Zo bereikte de asieldruk na de daling tijdens het eerste jaar van de coronacrisis opnieuw het niveau van 2018. De meeste aanvragen kwamen van Syriërs (117.000) en Afghanen (102.000). Bijna drie op de tien aanvragen waren ingediend door minderjarigen. 23.600 van hen waren niet-begeleid, een stijging met twee derde in vergelijking met 2020.
De Europese landen namen vorig jaar 535.000 beslissingen in eerste aanleg. Die leidden in 118.000 dossiers tot de toekenning van de asielstatus. Daarnaast werd aan nog eens 64.000 mensen subsidiaire bescherming verleend. Dat komt neer op een erkenningsgraad van 34 procent in eerste aanleg. Eritreeërs maken de beste kans (81 procent), Georgiërs worden het minst erkend (3 procent).
De start van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari heeft het aanzicht van de vluchtelingenproblematiek in Europa nog een nieuwe wending gegeven. Al snel besloten de EU-lidstaten om deze oorlogsvluchtelingen quasi automatisch tijdelijke bescherming te geven, in eerste instantie voor twaalf maanden. Inmiddels genieten 3,4 miljoen Oekraïeners van dat statuut.