1000 Oekraïense kinderen zonder ouders in België

Sharon Beavis: ‘111 van de 1043 niet-begeleide Oekraïense minderjarige vluchtelingen zijn jonger dan tien jaar.’ © GettyImages
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Een halfjaar na de start van de Russische invasie in Oekraïne zijn in België 1043 niet-begeleide buitenlandse minderjarigen uit Oekraïne geregistreerd, bevestigt de FOD Justitie aan Knack, De Standaard en VRT NWS.

Kinderen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, lopen een verhoogd risico om slachtoffer te worden van uitbuiting of mensenhandel. Daarvoor waarschuwde Unicef, al in de eerste weken van het conflict. ‘Kinderen moeten onmiddellijk de nodige bescherming krijgen, gelet op de risico’s voor hun veiligheid en welzijn’, stelde het Kinderfonds van de Verenigde Naties. In België is de dienst Voogdij van de Federale Overheidsdienst Justitie daarvoor bevoegd.

‘Op 12 augustus waren er 1043 niet-begeleide buitenlandse minderjarigen uit Oekraïne geregistreerd bij de FOD Justitie’, zegt woordvoerster Sharon Beavis. ‘111 van de 1043 kinderen zijn jonger dan tien jaar. Het aantal meldingen neemt wel af: in maart ging het nog om vijftien tot twintig per dag, nu om maximaal tien.’

Uit een internationale vergelijking door het journalistieke samenwerkingsverband Lost in Europe blijkt dat niet alle Europese landen cijfers over Oekraïense alleenreizende kinderen bijhouden of vrijgeven. Op het vlak van registratie en transparantie scoort België dus goed.

Mensenhandel

‘Sinds de uitbraak van het conflict zijn in België nog geen minderjarige Oekraïense slachtoffers van mensenhandel geïdentificeerd’, reageert Paulien Blondeel van de FOD Binnenlandse Zaken. ‘Hoewel het profiel van Oekraïense niet-begeleide minderjarigen zeer kwetsbaar blijft, maakt een aantal factoren hen minder vatbaar om in het mensenhandelcircuit terecht te komen. Ze zijn bijvoorbeeld sterk gedocumenteerd en worden nog opgevolgd door hun ouders, die elders verblijven.’ De Dienst Vreemdelingenzaken nam bovendien verschillende stappen om bij Oekraïners eventuele slachtoffers van mensenhandel te detecteren en beschermen.

Ook bij de gespecialiseerde opvangcentra Minor-Ndako (Vlaanderen) en Espéranto (Wallonië) zijn tot nu toe geen gevallen bekend van Oekraïense minderjarige slachtoffers van mensenhandel. Aagje Ieven, secretaris-generaal van de non-profit Missing Children Europe, roept wel op tot voorzichtigheid: ‘Het herkennen van slachtoffers van mensenhandel is vaak moeilijk en de meeste gevallen komen pas na maanden of jaren aan het licht.’

Tekort aan voogden

In België kregen 115 van de 1043 Oekraïense niet-begeleide minderjarigen intussen een voogd toegewezen. ‘Bepaalde minderjarigen hebben geen opvang nodig omdat ze terecht kunnen bij iemand uit hun omgeving, familieleden of vrienden’, zegt Beavis van de FOD Justitie. ‘Is er wel opvang nodig, dan zijn er andere oplossingen mogelijk, zoals het Rode Kruis, Caritas of de pleegzorg.’

Kamerlid Ben Segers (Vooruit) volgt de situatie van de Oekraïense niet-begeleide minderjarigen op de voet. ‘Het uitgangspunt moet zijn dat élke niet-begeleide minderjarige een voogd krijgt toegewezen’, zegt Segers. ‘Verblijven die 900 andere Oekraïense kinderen allemaal in goede omstandigheden? De meeste waarschijnlijk wel, maar we kunnen dat niet weten. We zouden tot een systematische monitoring moeten komen. Kan de overheid geen voogd aanstellen, dan moeten andere oplossingen worden gevonden. Je zou ook het CLB en het onderwijs bij de netwerkpleegzorg kunnen betrekken. Komt een jongere niet opdagen op school, dan moeten alarmbellen afgaan.’

Segers is op de hoogte van één geval waar het misliep. ‘Een meisje van 12 jaar, weggevlucht uit Oekraïne, moest worden weggehaald bij haar “grootouders” die helemaal haar grootouders niet bleken te zijn. Meer nog, het kind was verwaarloosd. Gelukkig belandde het meisje via een pleeggezin uiteindelijk in de gespecialiseerde opvang.’

Partner Content