Eurocommissaris over voorstel Francken: ‘Europa zal nooit het Australische model volgen’
De Europese commissaris voor Migratie en Binnenlandse Zaken brandt het voorstel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) om het Europese asielmodel te vervangen door een Australisch model helemaal af. ‘Dat is geen model dat wij in Europa ooit gaan volgen’, zegt Dimitris Avramopoulos.
Francken zette zijn pleidooi dinsdag kracht bij in de marge van een vergadering van de EU-ministers in Luxemburg. De staatssecretaris wil evolueren naar een model waarbij enkel nog beperkte legale asielmigratie een mogelijkheid is. Illegale immigratie wil hij onmogelijk maken.
Geen pushbacks
Gevraagd naar de verklaringen van Francken zei commissaris Avramopoulos dat Europa het Australische model ‘nooit’ zal volgen. Vooral het terugsturen van migranten op bootjes ziet hij niet zitten. ‘De Europese migratiepolitiek wordt geleid door een principieel respect voor de fundamentele mensenrechten en respect voor het principe van non-refoulement. Dat principe staat ingeschreven in de Conventie van Genève en die is de gouden standaard van het Europese beleid.’
Ook met de bewering van Francken dat de hervorming van de Dublin-verordening ‘dood’ is, is Avramopoulos het niet eens. ‘Die hervorming is niet dood, tenzij iemand haar wil doden. Zulke verklaringen helpen niet, ze zijn alleen maar contraproductief.’
Avramopoulos wees erop dat de vorige hervorming van het Europese asielsysteem acht jaar duurde, en dat het nog altijd zijn ambitie is om sneller te gaan.
De Europese ministers raakten het dinsdag dan wel niet eens over nieuwe regels de afhandeling van asielaanvragen, maar dat wil volgens de Commissie dus niet zeggen dat de hervorming van ‘Dublin’ op een dood spoor zit. ‘Er is nu een basis voor discussie binnen de Europese Raad’, zei Avramopoulos.
Ophef
De Franstalige oppositiepartijen PS, Ecolo en DéFI halen intussen snoeihard uit naar Francken (N-VA) omdat hij gezegd heeft dat het terugsturen van bootvluchtelingen weer mogelijk moeten worden gemaakt en dat daarvoor artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ‘op de een of andere manier moet worden omzeild’.
Voor PS-voorzitter Elio Di Rupo gaan de uitspraken van Francken ‘het verstand te boven’. ‘De staatssecretaris roept op om hét fundament van elke democratie niet meer te respecteren’, zegt hij. Di Rupo wil zo snel mogelijk een Kamerdebat over de zaak.
Bij DéFI zegt voorzitter Olivier Maingain dat ‘het tijd is dat alle democraten dit ongeremd extreemrechts ontmaskerd wordt’.
Ecolo-Kamerlid Benoît Hellings herinnert premier Charles Michel er dan weer aan dat hij tijdens een eerder debat – over de samenwerking met de Soedanese identificatiemissie – artikel 3 van het EVRM een ‘heilig principe’ heeft genoemd. Voor alle duidelijkheid: het artikel in kwestie stelt dat ‘niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen’.
MR-voorzitter Olivier Chastel verwijt de Franstalige oppositie dan weer ‘selectieve verontwaardiging’. Volgens Chastel liet de Franstalige oppositie minder van zich horen toen SP.A-voorzitter John Crombez in februari 2016 zijn steun uitsprak voor pushbacks van migranten die vanuit Turkije naar Griekenland kwamen.
De MR-voorzitter maakt zich sterk dat de regering die onder leiding staat van zijn partijgenoot Charles Michel het internationaal recht ‘respecteert en zal blijven respecteren’. Voor de MR is het prioriteit om een einde te maken aan de illegale migratie en mensenhandel. Hij zegt ook dat de regering zich niet moet schamen over haar migratiebeleid.
Genuanceerd
In een reactie op de Franstalige kritiek, zegt het kabinet-Francken dat de staatssecretaris ‘niet bedoelde dat artikel 3 moet worden omzeild, maar wel de verregaande interpretatie door het EHRM’.
Francken vindt dat illegale immigratie onmogelijk gemaakt moet worden en dat precies daarvoor een overeenkomst met Tunesië moet worden gesloten. Dat land zou dan ondersteund worden met de gedwongen of vrijwillige terugkeer van economische migranten naar hun herkomstland, terwijl er voor vluchtelingen gekeken kan worden naar alternatieven zoals opvang in de regio, lokale integratie of hervestiging.
‘Indien er garanties zijn dat Tunesië geen vluchtelingen terugstuurt naar een plaats waar ze vervolging of ernstige schade riskeren, is non-refoulement noch voor migranten, noch voor vluchtelingen een probleem bij het overbrengen naar Tunesië. Als alle deuren gesloten zouden zijn, zouden alle landen bereid zijn om meer solidariteit te tonen’, besluit Francken.