Erdogan veroordeelt manifestaties in Turkije als ‘beweging van geweld’

De protesten tegen de arrestatie van de Turkse oppositieleider Ekrem Imamoglu zijn uitgegroeid tot een “beweging van geweld”. Dat heeft president Recep Tayyip Erdogan maandag verklaard. Het massale protest in Turkije is nochtans grotendeels vreedzaam verlopen.
Imamoglu, die woensdag in Istanboel werd opgepakt, zit momenteel in voorlopig hechtenis op beschuldiging van corruptie. Hij stelt dat de beschuldigingen politiek gemotiveerd zijn. Imamoglu is een van de leiders van de centrumlinkse oppositiepartij CHP. Hij is zondag ook verkozen tot de presidentskandidaat van die partij.
Sinds CHP een oproep heeft gelanceerd om te manifesteren, is de situatie in Turkije ‘snel veranderd in een beweging van geweld’, stelt Erdogan. ‘Straatterroristen’ hebben de politie aangevallen met stenen, stokken, bijlen en zuren, aldus Erdogan. De partij van Imamoglu zou zich hiervoor voor de rechter moeten verantwoorden, klinkt het nog.
Waarnemers vrezen dat de uitspraken van Erdogan een voorbode kunnen vormen voor een harder politieoptreden tegen de manifestanten. Hoewel in verschillende grote steden een manifestatieverbod van kracht is, zijn zondag nog honderdduizenden mensen op straat gekomen.
De meesten manifestaties verlopen vreedzaam, maar op verscheidene plaatsen zijn wel al rellen uitgebroken. Zo hebben reporters vastgesteld dat individuele demonstranten in Istanboel de politieagenten met voorwerpen hebben bekogeld. De politie heeft pepperspray ingezet. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken raakten sinds woensdag 123 politieagenten gewond. Er is geen informatie over gewonde demonstranten.