Dirk Rochtus
‘Erdogan slaat mildere toon aan tegenover de oppositie: vanwaar die ommekeer?’
‘Is de Turkse president als de vos die de passie preekt?’, schrijft Dirk Rochtus (KU Leuven). Hij bespreekt de houding van Recep Tayyip Erdogan sinds de jongste verkiezingen in Turkije.
De Turkse gemeenteraadsverkiezingen liggen alweer zes weken achter ons. Maar toen op de avond van 31 maart bekend geraakte dat de regerende AKP het niet zo goed had gedaan, verscheen een schijnbare andere Erdogan in het openbaar. De man die al 22 jaar aan de macht is, eerst als premier en sinds 2014 als president, leek zich neer te leggen bij de uitslag van de verkiezingen uit respect voor ‘de beslissing van de natie’.
Dat waren de Turken niet gewoon, en buitenlandse waarnemers evenmin, dat de Turkse president nu eens niet met donderende stem uithaalde naar de politieke tegenstander. Ja, de AKP had het bestuur van vijf grote steden – waaronder Istanboel, Ankara en Izmir – moeten overgeven aan de CHP, de seculiere oppositiepartij die nog door Atatürk is gesticht. Maar ook bij de parlementsverkiezingen in juni 2015 was de AKP met 9% gezakt en was ze daarmee de absolute meerderheid kwijtgespeeld. Dat had Erdogan toen niet belet om de vorming van een coalitieregering te dwarsbomen zodat de verkiezingen in november van dat jaar overgedaan moesten worden (en hij als ‘sterke man’ de schade weer inhaalde in een onveiliger geworden Turkije).
Waarom stelde hij zich dan op de avond van 31 maart 2024 meer ‘verzoenend’ op? Van een korte ‘inzinking’ bij de anders zich zo ferm gebarende leider was geen sprake. Begin mei immers ontving hij het bezoek van Özgür Özel, de voorzitter van de CHP. Beide verklaarden het tijdperk van de ‘polarisering’ voor beëindigd. Özel vroeg dat het gerecht de gevangenisstraffen van burgerrechtenactivisten zoals de advocaat Can Atalay en de ondernemer Osman Kavala zou herbekijken.
Erdogan die tot dan toe halsstarrig had geweigerd om daarop in te gaan, riep na zijn gesprek met Özel de minister van Justitie bij zich. Als de twee dissidenten weer op vrije voeten zouden worden gesteld – zoals ook gevraagd door de Europese Unie en de Raad van Europa –, zouden de betrekkingen tussen Turkije en Europa er weer op verbeteren.
Erdogan nam op de dag van het bezoek een tweezijdige houding aan. Naar binnen toe, naar de oppositie toe, stelde hij zich ‘zacht’ op, naar buiten toe ‘hard’ door alle handelsrelaties met Israël stop te zetten. In beide gevallen is het omdat hij respectievelijk de CHP en de YRP, de Nieuwe Welvaartspartij (Yeniden Refah Partisi), nodig heeft. De streng-religieuze YRP heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen immers aardig wat stemmen van de AKP afgesnoept. Ze had Erdogan verweten veel te toegeeflijk tegenover Israël geweest te zijn.
Het project waarvoor Erdogan steun nodig heeft, is de wijziging van de grondwet om een betere aanpak van de socio-economische en politieke problemen van het land mogelijk te maken. Daar moeten uiteraard de nodige meerderheden voor gevonden worden. Bij de parlementsverkiezingen van mei 2023 had de AKP 268 van de 600 zetels in de wacht gesleept, de CHP 169. Voor een twee-derde meerderheid zijn 400 zetels vereist, of als dat niet lukt, ‘volstaan’ er 360 om de bevolking in een referendum te laten beslissen over een grondwetswijziging. Zelfs als je de 50 zetels van haar bondgenoot, de ultranationalistische MHP, erbij telt, levert dat de AKP niet het vereiste quorum op.
Erdogan hoopt dus op een betere verstandhouding met de YRP, met de CHP én met de pro-Koerdische DEM. Bij de YRP heeft hij alvast gescoord door ook Hamas-leider Ismael Haniyeh te ontvangen. De CHP wacht af of de Turkse justitie gedepolitiseerd wordt. En de Turks-Koerdische politici zullen zeker een hoge prijs vragen voor hun eventuele inschikkelijkheid. Na de lokale verkiezingen van 2019 waren 50 verkozen Koerdische mandatarissen in het Zuidoosten van Turkije door AKP-getrouwe politici vervangen. Voor de DEM moet er een einde komen aan zulke praktijken.
Het lot van Erdogan hangt af van de verbetering van de dramatisch slechte economische toestand. Goodwill van de CHP moet hem ook in staat stellen desgevallend onpopulaire besparingsmaatregelen te treffen.
De vraag is of hij weer in zijn oude zelf vervalt, mocht het politieke klimaat voor hem verbeteren na de overwinning op de economische crisis?
Dirk Rochtus doceert internationale relaties aan KU Leuven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier