Enerzijds, anderzijds: de gespleten houding van België en de EU tegenover Gaza
Geen conflict op deze planeet waarin zo vaak ‘ja, máár…’ weerklinkt. Na de terreuraanvallen van Hamas en het tegenoffensief van Israël zoekt de politiek koortsachtig naar een evenwichtig discours.
Nee, helemaal gerust was premier Alexander De Croo (Open VLD) er niet op toen hij op zaterdag 7 oktober de plannen van de Europese Commissie tot in de Wetstraat hoorde waaien. Luttele uren daarvoor had de Palestijnse terreurorganisatie Hamas vanuit de Gazastrook een brutale verrassingsaanval op Israël uitgevoerd, die intussen al aan meer dan 1400 mensen het leven heeft gekost.
De Croo was er die dag als de kippen bij om de daden van Hamas ondubbelzinnig te veroordelen. ‘Wij staan achter Israël in deze donkere uren. De terreuraanslagen die jullie steden treffen, kunnen alleen in de meest krachtige bewoordingen worden veroordeeld’, klonk het op X, het voormalige Twitter.
Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen vond een statement op de sociale media echter onvoldoende. Diezelfde avond nog, beval de Duitse, moest een Israëlische vlag geprojecteerd worden op het Berlaymontgebouw, de hoofdzetel van de Commissie aan het Schumanplein in Brussel.
Dat vond De Croo dan weer een stap te ver: de projectie van een Israëlische vlag riskeerde de verhitte gemoederen alleen maar verder te doen oplaaien, en het was in de eerste plaats van belang dat het Israëlisch- Palestijnse conflict de Belgische straten niet zou bereiken. De regering-De Croo gaf de gevoeligheden aan Von der Leyen door, maar die sloeg het vriendelijke verzoek tot voorzichtigheid in de wind.
Kans voor Michel
Voor Von der Leyen was dat het begin van een week waarin ze bakken kritiek kreeg vanwege haar houding in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Volgens sommigen stelt ze zich pro-Israëlisch op en wordt die positie niet door een meerderheid van de Europese lidstaten gedragen. Ook toen Israël aan zijn zware luchtoffensief begon en de reeds getergde inwoners van de Gazastrook van levensmiddelen en brandstof afsloot, stipte Von der Leyen niet aan dat Israël het internationaal recht moet respecteren. Pas na druk van heel wat Europese lidstaten, waaronder België, deed ze dat zaterdagnamiddag alsnog in een statement op de website van de Europese Commissie. ‘Von der Leyen begeeft zich op glad ijs. Zonder rugdekking van de lidstaten kan ze dit niet maken’, vertelt een Belgische diplomaat aan Knack.
Vandaag is er maar één kant om te kiezen. Dat is de kant van Israël, de kant van de democratie en de kant van het licht.
Bart De Wever (N-VA)
Voorzitter van de Europese Raad en oud-premier Charles Michel, die sowieso al geen goede verstandhouding heeft met Von der Leyen, zag zijn kans schoon om de Duitse op haar plaats te zetten. In wat leest als een langgerekte vermaning aan het adres van de Commissievoorzitter benadrukte Michel dat voorzichtigheid geboden is. ‘Als we niet oppassen heeft dit het potentieel om de spanningen tussen gemeenschappen aan te scherpen en extremisme te voeden’, klinkt het. In één adem nodigde Michel de Europese staatshoofden en regeringsleiders uit om een gezamenlijk Europees standpunt uit te werken. Nadien is het aan Von der Leyen om die positie, en geen enkele andere, te vertolken wanneer ze de Europese Unie vertegenwoordigt, is de teneur van Michels verklaring.
Wankele Wetstraat
Intussen sleutelt de regering-De Croo verder aan een gemeenschappelijke positie over de gevoelige materie, die voortdurend evolueert. Want ook de federale regering was in de nasleep van Hamas’ terreuraanslag gespannen op zoek naar evenwicht. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) zei daags na de aanval in De Zevende Dag dat de regering ‘de kant van alle slachtoffers kiest’ en ‘de start van onderhandelingen de enige weg vooruit is’.
Voor MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez een ronduit ongepaste uitspraak: ‘Minister Caroline Gennez en de Belgische regering vragen aan de Israëli’s om te onderhandelen met terroristen. Not in my name’, klonk het op sociale media.
En toen De Croo vorige week in zijn jaarlijkse State of the Union in de Kamer zijn steun uitsprak aan de mensen in Israël, vond Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt die uitspraken te eenzijdig. ‘Dinsdag was de impact van de Israëlische bombardementen in de Gazastrook al duidelijk, en daarom had De Croo ook een signaal aan Israël moeten geven’, aldus De Vriendt.
N-VA-voorzitter Bart De Wever, die aan Het Steen in Antwerpen de Israëlische vlag liet hijsen, vond die enerzijds-anderzijdshouding in de onmiddellijke nasleep van Hamas’ terreuroperatie maar niets. ‘Men mag denken over de complexe problemen van het Midden-Oosten wat men wil, maar vandaag is er maar één kant om te kiezen. Dat is de kant van Israël, de kant van de democratie en de kant van het licht’, zei hij. Dat leverde de burgemeester van Antwerpen dan weer een heleboel kritiek op, onder meer van Vooruit-Kamerlid Joris Vandenbroucke, die op X uithaalde: ‘Je zou als burgemeester van een diverse stad als Antwerpen, met veel Joodse inwoners en moslims, ook kunnen proberen om te verzoenen in plaats van conflicten te importeren en “één kant te kiezen”. En nee, heeft geen hol met sympathie voor terroristen van Hamas te maken. Vrede begint hier.’
De Wever nuanceerde zijn uitspraken enkele dagen later in De Afspraak. ‘Ik ben niet ongevoelig voor de Palestijnse zaak. Ik ben in juni nog in de Palestijnse gebieden geweest. De nederzettingenpolitiek is effectief stuitend. En de samenstelling van de regering-Netanyahu heeft bepaald niet bijgedragen.’
(Lees verder onder de preview)
Ontwikkelingssteun
Ook de Belgische ontwikkelingssteun en humanitaire hulp aan Palestina kwam na de terreuraanval van Hamas in het vizier. Dat mag u letterlijk nemen. Met zekerheid is intussen minstens één school in de Gazastrook die met Belgische ontwikkelingssteun gebouwd werd, beschadigd geraakt door de Israëlische luchtbombardementen, kwam Knack te weten.
Het Vlaams Belang en de N-VA vragen de regering-De Croo om de ontwikkelingssteun aan Palestina volledig op te schorten, maar dan om andere redenen. ‘Als er geen garantie is dat ons belastinggeld niet in de handen van Hamas terechtkomt, wil ik graag dat alles wordt stopgezet’, zei N-VA-Kamerlid Darya Safai daarover in De Zevende Dag. Bevoegd minister Gennez benadrukt dat er ondanks grondige controles geen signalen zijn dat er Belgische ontwikkelingssteun of humanitaire hulp in de handen van Hamas belandt.
Daar is ook Martine Van de Velde van overtuigd, , die als onafhankelijk evaluatie- expert van ontwikkelingssteun net terug is van een werkbezoek in het gebied. ‘Nergens, maar dan ook nergens ter wereld, zijn de controles zo streng als in Palestina. Als pakweg de neef van een lokale ngo-medewerker iets positiefs over Hamas heeft geplaatst op sociale media, is dat al reden genoeg om de samenwerking stop te zetten. Iedereen is er als de dood voor om een terreurorganisatie zoals Hamas te sponsoren.’
Rel met De Gucht
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open VLD) weet hoe gevoelig de Israëlisch-Palestijnse kwestie ligt. Toen de Amerikaanse president Barack Obama in september 2010 de onderhandelingen tussen Israël en Palestina nieuw leven wilde inblazen, was de toenmalige Eurocommissaris voor Handel te gast bij Radio 1. Daar zei hij dat ‘we de vat van de Joodse lobby op de Amerikaanse politiek niet mogen onderschatten’. Ook voegde hij eraan toe dat ‘het zelfs met gematigde Joden moeilijk is om over de kwestie te spreken’. Het leverde De Gucht zware kritiek op van Joodse organisaties. In de top tien van meest antisemitische uitspraken die het Simon Wiesenthal Center dat jaar verzamelde, kreeg De Gucht een weinig eervolle zesde plaats. Ook de Europese Commissie nam afstand van zijn uitlatingen, maar legde hem geen sanctie op.
Nergens ter wereld zijn de controles op overheidssteun zo streng als in Palestina.
Martine Van de Velde, auditeur
‘Het is aartsmoeilijk om over de Israëlisch- Palestijnse kwestie te spreken’, vertelt De Gucht aan Knack. ‘Woorden worden meteen verdraaid of fout geïnterpreteerd, en vanaf dan is er geen weg terug.’ Toch adviseert De Gucht, die in het verleden enkele keren de Gazastrook bezocht, om steeds naar het volledige plaatje te kijken. ‘We moeten in de eerste plaats aan oplossingen denken, en dat kan alleen door ook te benoemen dat de situatie in de Gazastrook onhoudbaar is. Ik begrijp dat Israël na die laffe en beestachtige aanval van Hamas hard wil reageren, maar een onbezonnen tegenoffensief zal het extremisme aan Palestijnse zijde alleen maar aanwakkeren. Daar schieten we niets mee op, wel integendeel.’
Erkenning
Die positie neemt ook de Belgische regering historisch gezien in. België pleit voor een tweestatenoplossing, waarbij Israël zich moet terugtrekken naar de gebieden van voor het begin van de Israëlische kolonisatiepolitiek in 1967. Na de Jom Kipoeroorlog in 1973 was België bovendien een van de eerste westerse landen die de toenmalige Palestijnse overheid toeliet om in Brussel een soort van diplomatiek bureau te openen.
Hoewel België Palestina niet als staat erkent, bestaat die begripvolle houding ten overstaan van de Palestijnse bevolking vandaag ook nog, zeker ter linkerzijde van het politieke spectrum. Voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) bezocht in mei 2022 nog de Gazastrook om het bilaterale samenwerkingsprogramma met Palestina te vernieuwen. Haar opvolger Caroline Gennez kwam eind augustus nog in opspraak toen ze de Israëlische kolonisatiepolitiek opnieuw hoger op de politieke agenda wilde plaatsen. Israël riep daarop de Belgische ambassadeur in Israël op het matje, maar Gennez bracht begin september alsnog dezelfde boodschap aan haar Europese collega-ministers op een topontmoeting in de Spaanse stad Cádiz. Concreet wilde Gennez dat het Belgische ontwikkelingsagentschap ENABEL mee zou monitoren of Israël zijn humanitaire verplichtingen in Palestina wel nakomt. En gezien de humanitaire catastrofe die zich momenteel in de Gazastrook ontvouwt, wil Gennez die lijn tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in de eerste helft van volgend jaar verder kracht bijzetten.
Oorlogsrecht
Na een week spitsroeden lopen, lijken de violen in de federale regering gestemd. De aanval van Hamas wordt uitdrukkelijk veroordeeld, maar tegelijkertijd benadrukt de regering-De Croo dat Israël bij zijn tegenoffensief juridisch binnen de lijntjes moet kleuren.
‘Israël heeft het recht om zich te verdedigen, ook tegen toekomstige aanvallen van Hamas. Maar dat moet gebeuren in overeenstemming met het internationale oorlogsrecht’, zei de premier na de ministerraad afgelopen vrijdag. Maar wat als de situatie verder escaleert, nu Israël een vluchtelingenkonvooi in de Gazastrook heeft gebombardeerd en er een grootschalig grondoffensief op til is? Volgens Wouter De Vriendt moet de druk op Israël worden opgevoerd. ‘België moet ervoor pleiten dat Europa nadrukkelijk protest aantekent bij de manier waarop Israël burgerdoden veroorzaakt. En als de bombardementen blijven duren, kunnen we bijvoorbeeld het associatieakkoord tussen de Europese Unie en Israël opschorten of andere maatregelen nemen. De terreur van Hamas mag geen blanco cheque zijn voor oorlogsmisdaden.’
PVDA-Europarlementslid Marc Botenga meent dat de regering-De Croo moet stoppen met talmen en wijst daarvoor naar een passage die De Vriendt in 2020 als onderhandelaar voor Groen in het regeerakkoord kreeg. ‘De regering zal op multilateraal en Europees vlak, of met een significante groep gelijkgezinde staten, werken aan een lijst van effectieve en proportionele tegenmaatregelen ingeval van een Israëlische annexatie van Palestijns gebied’, luidt het daar. Botenga: ‘De regering-De Croo heeft het regeerakkoord links laten liggen. Door de kolonisatie van Palestijns gebied maakt Israël de tweestatenoplossing onmogelijk, maar België heeft Israël nooit onder druk gezet of bestraft.’
Maar niet iedereen vindt de tijd rijp voor concrete stappen tegen Israël. ‘Die passage in het regeerakkoord is in een volledig andere context geschreven. Sinds vorige week is ze gewoon niet meer actueel’, zegt een Belgische diplomaat. ‘Wie denkt dat we met enkele tegenmaatregelen ook maar enig effect hebben op het conflict, laat staan op de dynamieken in het Midden- Oosten, die is naïef.’
Overleg
Voor België en Europa blijft het dus dansen op een slappe koord, en intussen is de pendeldiplomatie in het Midden-Oosten volop aan de gang. Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken is al een week lang in de regio onderweg, vertegenwoordigers van Iran en Hamas ontmoetten elkaar in de Qatarese hoofdstad Doha.
Bij dat alles, zo vertelt een andere Belgische diplomaat, mag België het ruimere plaatje niet uit het oog verliezen. ‘Bij de oorlog in Oekraïne noemen we Rusland niet zelden een “kolonisator”, maar bij Israël blijven we daarover vaker wel dan niet stil. Die spreidstand blijft elders niet onopgemerkt, en dat speelt Rusland in de kaart. Per slot van rekening is dat voor Europa toch nog een belangrijker strijdtoneel.’