Ferdi De Ville
‘En nu, sociaaldemocraten in Europa?’
Europa wordt niet vanzelf socialer. Als sociaaldemocraten die terecht hun verontwaardiging over de voorbije weken uitschreeuwen consequent zijn, dan stappen ze uit de Grote Coalitie in het Europees Parlement tot er een Sociaal Europa op tafel komt.
Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’
Vele linkse eurofielen zijn na de lange onderhandelingsnacht over een nieuwe Griekse deal vorige week met een kater wakker geworden. Sommigen noemden zichzelf voor het eerst in hun leven ‘euroscepticus’. Ook vanuit de Vlaamse en Waalse sociaaldemocraten kwamen er zeer kritische geluiden, inclusief over de hardvochtige opstelling van Nederlandse en Duitse collega’s als Jeroen Dijsselbloem (voorzitter van de eurogroep), Sigmar Gabriel (vice-kanselier in Duitsland) en Martin Schulz (voorzitter van het Europees Parlement).
Onherbergzaam voor progressieven
Voor alle duidelijkheid: het is niet zo dat pas recent de Europese Unie een onherbergzame plek is geworden voor progressieven. Eigenlijk is ze dat altijd geweest. Alleen is dat nu, sinds de crisis, nog duidelijker geworden (en hebben sommigen dat voor het eerst ontdekt).
Al van in het prille begin is de Europese Unie een in wezen liberaal project. Zo dachten de meeste sociaaldemocraten er in de eerste decennia na de tweede wereldoorlog ook over. Hun houding veranderde toen in Frankrijk het ‘socialisme in één land’ experiment van François Mitterand begin jaren tachtig mislukte. Toen gingen socialisten de Europese Unie zien als een niveau waarop in tijden van globalisering opnieuw aan sociaaldemocratische slagkracht kan gewonnen worden.
Vooruitzicht ‘Sociaal Europa’ als kalmeerpil
‘Sociaal Europa’ werd vanaf dan het beloofde paradijs. Het vooruitzicht erop werkte sindsdien als een kalmeerpil voor sociaaldemocratische politici en hun kiezers. ‘Geen paniek, vandaag mogen we dan wel in de verdrukking zijn, eens er een Sociaal Europa is, is het weer aan ons’, zoiets. Alleen hebben sociaaldemocraten onvoldoende nagedacht hoe ze dan wel in het paradijs gaan geraken. Het ontbreekt hen niet zozeer aan ideeën over wat een Sociaal Europa inhoudt als wel over de politieke strategie om die te verwezenlijken.
En nu, sociaaldemocraten in Europa?’
Met de Franse sociaaldemocraat Jacques Delors aan het hoofd van de Europese Commissie van 1985 tot 1994 zou er ook geen Sociaal Europa komen. Mede onder impuls van de vaart van de geschiedenis in die periode (de val van het Ijzeren Gordijn) werd wel de Europese interne markt voltooid en verdiept, de Unie naar het oosten uitgebreid en kwam er een eenheidsmunt. De naïeve hoop was dat dit automatisch zou leiden tot een door iedereen gedeeld inzicht in de uiteindelijke noodzaak van een Sociaal Europa. Niet dus.
De eurozone, natte droom van neoliberalen
Integendeel, sindsdien is vooral de eurozone in de kern van de EU de verwerkelijking van de natte droom van neoliberale denkers als Friedrich von Hayek. De vrije markt is er gebetonneerd (in de Verdragen), waardoor investeerders, banken, bedrijven en hun goederen en diensten vrij kunnen bewegen. Een sociaaldemocratisch beleid op nationaal niveau voeren is onmogelijk door niet alleen het verbod op kapitaals- en handelscontroles maar ook de ban op overheidstekorten en de aanwezigheid van een centrale bank die functioneert volgens de strengste regels ter wereld. Deze regels op Europees niveau aanpassen of er sociale regels naast plaatsen is onmogelijk door de unanimiteitsvereiste. Enkel als sociaaldemocraten in elk land tegelijk aan de macht zijn, zouden ze die spelregels dus kunnen wijzigen.
Tegelijk blijven de lidstaten bevoegd voor belastings- en sociaal beleid. Maar dat geeft hen enkel op papier speelruimte. In de praktijk betekent dit dat ze met elkaar concurreren om investeringen aan te trekken door belastingen, lonen en uitkeringen te verlagen. Daar doen ook sociaaldemocraten aan mee. Niet omdat zij zo graag hun ideeëngoed verraden, wel omdat ze groei nodig hebben om werkgelegenheid te creëren en herverdeling mogelijk te maken en korten op de loonkosten het enig overgebleven instrument daartoe is (of lijkt).
Wanneer ze zulk beleid voeren, maken ze het hun sociaaldemocratische collega’s in andere lidstaten dubbel moeilijk: door hen economisch onder druk te zetten om ook zulke maatregelen te nemen én door aan hun conservatieve concurrenten een argument te geven over hoe een ‘moedig’ sociaaldemocratisch beleid ‘in het algemeen belang’ er uitziet. De voormalige sociaaldemocratische Duitse kanselier Gerhard Schröder is zo vandaag het favoriete voorbeeld voor rechts geworden om links mee te treiteren.
Sociaal Europa zal er alleen maar komen door het hard te spelen
Het was in 1973 toen de Europese sociaaldemocraten voor het eerst een manifest publiceerden onder de titel ‘Naar een Sociaal Europa’. Meer dan veertig jaar en elke Europese verkiezingscampagne dezelfde slogan later staan we er geen stap dichterbij. Het creëren van een monetaire unie heeft niet automatisch tot een politieke en sociale unie geleid, zoals verhoopt. Integendeel, sociaaldemocratisch beleid is nog wat meer onmogelijk geworden.
De Belgische sociaaldemocraten, die lof verdienen voor hun duidelijke kritiek op de Europese beslissingen van de voorbije weken, moeten consequent zijn.
Sociaal Europa is ook geen feniks gebleken die uit de as van de crisis verrijst, opnieuw integendeel. Zeker nu bij zovele progressieven de ogen zijn opengegaan over het anti-sociaaldemocratische karakter van de huidige Europese constructie, kunnen sociaaldemocraten niet opnieuw doen alsof een Sociaal Europa om de hoek ligt, dat wordt ongeloofwaardig, lachwekkend zelfs.
De Belgische sociaaldemocraten, die lof verdienen voor hun duidelijke kritiek op de Europese beslissingen van de voorbije weken, moeten consequent zijn. Dat kan volgens mij niet anders dan door hun vertrouwen op te zeggen in de ‘Grote Coalitie’ tussen sociaal- en christendemocraten in het Europees Parlement. Ze zouden geen enkele wet meer mogen stemmen tot er echte voorstellen voor een Sociaal Europa op tafel komen en hun collega’s in de fractie moeten overtuigen hetzelfde te doen.
De Europese besluitvorming blokkeren tot er een sociale correctie komt is harde realpolitiek die ingaat tegen de consensustraditie van Europese sociaaldemocraten. Maar conservatieven hebben de voorbije weken getoond dat ze het spel in Europa ook hard durven spelen. Als de sociaaldemocratie deze keuze niet durft maken, dan dreigt ze nog een deel van haar achterban te verliezen, aan uitgesproken eurosceptische partijen. Als ze het wel hard durft spelen, zal ze er Europa nog een plezier mee doen ook.
Dit stuk is een verkorte versie van een essay dat in het volgende nummer van ‘Res Publica, politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen’ verschijnt.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier