Een voorpublicatie uit Michelle Obama’s biografie: hoe Michelle Barack ontmoette
Volgende week verschijnt ze ook in het Nederlands: de kloeke biografie van Michelle Obama door Peter Slevin. In deze exclusieve voorpublicatie leest u hoe Michelle eind jaren tachtig bij een prestigieus advocatenbureau in Chicago ging werken en met welke dilemma’s ze worstelde. Tot ze op een dag de man ontmoette die haar leven zou veranderen.
Toen Michelle Robinson in Cambridge haar dozen inpakte en na zeven jaar universiteit terug naar Chicago verhuisde, ruilde ze de ene geprivilegieerde instelling in voor de andere, zich wagend op het carrièrepad dat ze in haar studiejaren al voorzien had. In de zomer van 1988 begon ze als advocaat-medewerker bij Sidley & Austin, een van de meest vooraanstaande advocatenkantoren van de stad – erg blank, erg mannelijk en erg ingenomen met zijn lijst van vooraanstaande cliënten. Door haar opleiding en connecties was ze nu een gecertificeerd lid van de elite, en vanaf de eerste dag in haar baan verdiende ze meer dan haar ouders samen. En toch was ze niet dichter bij de oplossing van het dilemma dat zo veel gesprekken tijdens haar studententijd in Princeton en Harvard had beheerst: wat is er in Amerika mogelijk als je zwart bent, en in het bijzonder voor een zwarte vrouw? Wat is wenselijk? Wat is goed? En wie beoordeelt dat?
Als ze de lift naar haar kantoor op de zevenenveertigste verdieping nam, was ze halverwege de wolken. En toch. Toen de nieuwigheid eraf ging, moest ze bedroefd erkennen dat ze voor haar prachtige raam kon staan en nog altijd niet de South Side van haar jeugd kon zien.
‘Ze was in die tijd erg rustig’, zeggen haar ex-collega’s van Sidley. ‘Zelfverzekerd in haar houding. Ze liet zich niet voor de gek houden.’ Andere jonge advocaten hadden betere papieren bij hun aanstelling, maar Michelles persoonlijkheid en hoge standaarden vielen op.
Al vroeg bood ze aan om een rol in de wervingsactiviteiten van het kantoor te spelen. Ze was er nog geen jaar toen ze werd uitgenodigd om de beste kandidaten te helpen vissen uit sollicitaties van Harvard-studenten, ook omdat ze de universiteit kende en positief over Sidley sprak.
Dat ze Afro-Amerikaans was, speelde een rol in de volgende stap van Sidleys aanname- en oriëntatieproces. ‘Er werd altijd enige moeite gedaan om zwarte sollicitanten die erdoorheen kwamen te introduceren bij onze zwarte medewerkers, gewoon om ze te laten weten dat ze hier niet de enigen waren’, zegt Steven Carlson, een blanke afgestudeerde van Princeton en Michelles eerste contact bij Sidley. Dat jaar, in 1989, nodigde het kantoor een zwarte eerstejaarsstudent rechten uit om aan zijn zomerprogramma deel te nemen. Hij was een ster en Sidley wilde hem een geslaagde ervaring als advocaat-medewerker aanbieden. Zou Michelle, zo wilde de directie weten, die student willen bijstaan?
‘Het waren zijn oren’
Op zijn eerste dag kwam Barack Obama te laat. Michelle noteerde het. Ondanks ‘al dat gedoe rond deze uitblinker’, zoals zij het beschreef, verwachtte ze niet onder de indruk te zullen zijn. Ten eerste had ze geconcludeerd, na de foto bekeken te hebben die hij had ingestuurd, dat hij niet erg knap was. Later zou ze zeggen dat het zijn oren waren. Ten tweede wist ze hoe weinig er soms voor zwarten nodig was om blanken te imponeren. Iedereen maakte veel ophef, dacht ze bij zichzelf, omdat Barack ‘gewoon zwart was en goed kon praten’.
‘Maar hij liep het kantoor binnen en het klikte meteen, want hij was erg charmant en hij wás knap. En ik denk dat we tot elkaar aangetrokken werden omdat we het hele gebeuren niet zo serieus namen als vele anderen. Hij vond mijn droge humor en mijn sarcasme leuk. Ik vond hem een fijne, interessante kerel. En ik werd gefascineerd door zijn achtergrond, omdat die zo anders was dan de mijne.’ Hoe anders? ‘Nou, Barack is in een multiraciale omgeving opgegroeid’, legde ze in 1996 uit. ‘Zijn moeder was blank, zijn vader Keniaans, hij heeft in Hawaï gewoond.’ Als kind bracht hij enkele jaren door in Indonesië met zijn moeder, een antropologe, en hij had wat van de wereld gezien. Het gaf hem een dimensie die Michelle niet in de South Side vond of onder de rijke advocaten van Sidley, waar ‘je geneigd bent mensen te vinden die allemaal in dezelfde mal lijken te passen’.
Niet dat ze van plan was met hem uit te gaan. Dat zou te ver gegaan zijn. Daarnaast, zoals ze haar moeder vertelde toen ze geen geluk in de liefde had, had ze die zomer de romantiek afgezworen met de uitspraak: ‘Ik ga me op mezelf richten.’ Michelle was al met een reeks jongens uit geweest sinds ze met David Upchurch naar het bal was gegaan van Whitney Young Magnet High School, haar middelbare school. Die avond had ze voor een foto geposeerd in een zijden avondjurk met een V-hals en een dijhoge split, een patroon dat ze zelf had gekozen en aangepast. Haar moeder had het naaiwerk gedaan. Aan Harvard was een van haar vriendjes Stanley Stocker-Edwards, de geadopteerde zoon van zangeres Patti LaBelle. Niets was blijvend. Later zou ze zeggen: ‘Mijn familie was ervan overtuigd dat ik nooit een man zou vinden die het met me zou uithouden.’
Mijn familie was ervan overtuigd dat ik nooit een man zou vinden die het met me zou uithouden
Michelle Obama
Gumbo met zeevruchten
Eén ding dat Michelle die zomer in Chicago opviel, was hoe Barack zich zo gemakkelijk tussen verschillende werelden leek te verplaatsen. Ze zag ook een doelgerichtheid bij hem die niet was verbonden aan rijkdom of succes. De toplieden van Sidley toonden een gretige interesse, in de hoop hem voorgoed naar de firma te lokken.
Hij ging van de ene chique lunch naar de andere. Barack was onmiskenbaar intelligent en minzaam en het duurde niet lang voordat Michelle hem intrigerend vond ‘op elke manier die je je maar kunt voorstellen. Hij was grappig. Hij had zelfkritiek. En hij nam zichzelf niet al te serieus.’
Toch bleef ze aarzelen om met hem uit te gaan. Ze dacht dat het ongepast zou zijn, vanwege haar verantwoordelijkheid als zijn mentor. En misschien ook ordinair, wanneer twee van de betrekkelijk weinige zwarte medewerkers in een romantische relatie zouden belanden. ‘Van begin af aan zei ik: “Deze man kan mijn vriend zijn. Ja, we zullen vrienden zijn.” En toen hij later aandrong op iets meer dan vriendschap, hield ik dat tegen. Omdat ik dacht: we werken samen, weet je. Ze probeerde hem zelfs aan haar vriendinnen te koppelen. In de loop van enkele weken kreeg Barack haar na veel discussie op de knieën, door haar voorgewende redenen één voor één te torpederen. Ondertussen leerde ze iets meer over hem. ‘Hij was erg vasthoudend. Dus zei ik: “Oké, we hebben deze ene date. Maar we noemen het geen date. Ik ga gewoon een dag met je mee.”‘
Het was zonnig en warm in Chicago. Ze begonnen in het Art Institute, waar Michelles vader veertig jaar eerder had gezeten. Ze lunchten in de lommerrijke museumtuin bij de klanken van een jazzcombo, en maakten een lange wandeling om de nieuwe film van Spike Lee, Do the RightThing, te gaan bekijken. Naderhand dronken ze iets op de zesennegentigste verdieping van het John Hancock Center, met de stad en Lake Michigan die zich in de verte uitstrekten.
‘Ik was verkocht’, zei ze. Barack zag veel in Michelle, waaronder haar schoonheid: ‘Ik vond dat ze er prachtig uitzag.’ Hij bewonderde haar ‘sterke gevoel van eigenwaarde. Ze weet wie ze is en waar ze vandaan komt.’ Maar hij ontdekte ook een eigenschap die geen deel was van haar publieke personage. ‘In haar ogen’, zou hij zeggen toen Michelle begin dertig was, ‘kun je een spoor van kwetsbaarheid zien. Of dat zie ik toch. De meeste mensen kennen haar zo niet. Omdat Michelle, wanneer ze door de wereld loopt, die lange, mooie, zelfverzekerde en uiterst capabele vrouw is. Maar een deel van haar is fragiel en jong en soms angstig. Door die beide kanten te zien, werd ik tot haar aangetrokken.’ In The Audacityof Hope, zijn boek uit 2006,schrijft Barack dat Michelles kwetsbaarheid voortvloeide uit een gevoel dat het leven ‘beangstigend willekeurig’ is. Hij zei dat hij ‘het geringste teken van onzekerheid’ bij haar opmerkte, alsof ze diep van binnen wist hoe breekbaar alles echt was.
Op een middag na een picknick bij Sidley gingen ze ijs eten in Hyde Park. Gezeten op de stoeprand aan de Baskin-Robbins praatten ze over koetjes en kalfjes. Barack vertelde Michelle hoe hij eens ijs had gegeten bij een Baskin-Robbins in Hawaï. Hij zei dat hij haar familie graag zou ontmoeten. Hij vroeg of hij haar mocht kussen. ‘We brachten de rest van de zomer samen door’, terwijl ze verhalen uitwisselden en elkaar leerden kennen, schrijft Barack in The Audacityof Hope. Om indruk op hem te maken, leende Michelle haar moeders recept voor gumbo met zeevruchten. Ze wilde hem ervan overtuigen dat ze een veelzijdiger kok was dan ze in werkelijkheid was.
Krappe schoenen
Later, toen Barack president was en Michelle kennissen het verhaal vertelde over hun verkering en wat haar zo in hem aantrok, zei hij vrolijk, op hoge toon: ‘Zwarte man met een baan! Zwarte man met een baan!’
Barack zei dat hij Michelle pas ‘begon te begrijpen’ nadat hij haar familie had ontmoet. In die begintijd zag hij in het gezin Robinson wat hij beschreef als levensvreugde. Het was, vond hij, te vergelijken met ‘binnenvallen op de set van de sitcom Leave it to Beaver. Overal waren er ooms en tantes, die langskwamen om rond de keukentafel te zitten, om te eten tot ze barstten. Die wilde verhalen vertelden, naar grootvaders oude jazzverzameling luisterden, en tot diep in de nacht lachten. Voor iemand als ik, die zijn vader amper had gekend, die veel van zijn leven reizend van de ene plaats naar de andere had doorgebracht, zijn bloedlijnen verspreid over de vier windstreken, wekte het thuis dat Fraser en Marian Robinson voor zichzelf en hun kinderen hadden opgebouwd een verlangen naar stabiliteit op. Er was een gevoel van geborgenheid waarvan ik nooit had beseft dat het bestond.’
Michelle werd getroffen door Baracks organisatiewerk voor de gemeenschap en de manier waarop hij nog altijd sprak over ‘echt iets betekenen’. Hij leek weinig te geven om de traditionele succesladders van het juristenvak, en nog minder om het geld. Bij Sidley verscheen hij in makkelijke kleding – door Michelle als ‘slonzig’ aangemerkt. Zijn enige paar schoenen was een halve maat te klein, en hij reed in een dusdanig roestige auto dat ze vanuit de passagiersstoel door een gat in de deur de weg kon zien. ‘Hij was gek op die auto. Bij het starten begon het ding hevig te schudden. Ik dacht: die vent taalt er niet naar om ooit een cent te verdienen.’
Hij was in 1983 afgestudeerd aan de Columbia Universiteit in New York City. In die stad werkte hij daarna voor Business International, een uitgeverij die nieuwsbrieven en onderzoeksrapporten produceerde. Hij overwoog om in het stadsbestuur van Chicago onder Harold Washington te gaan dienen. Maar toen hij naar het kantoor van de burgemeester schreef, kreeg hij geen antwoord. Vervolgens reageerde hij op een dagbladadvertentie van het Developing Communities Project in Chicago. Barack scoorde bij de sollicitatie, accepteerde de baan en vertrok uit New York. Zijn missie: de grotendeels apolitieke bewoners van Altgeld Gardens en Roseland mobiliseren om een eerlijkere behandeling van de regering los te krijgen – meer aandacht, een betere dienstverlening en een grotere kans om hun wijken saamhorig te krijgen.
Toen Michelle kennissen vertelde wat haar zo in Barack aantrok, zei hij vrolijk, op hoge toon: ‘Zwarte man met een baan!’
Volgens zijn collega Mike Kruglik bezat Barack ‘een elementair geloof in de menselijkheid van de bevolking in de South Side en hun recht op een fatsoenlijk leven’ en was hij ‘emotioneel gedreven om Afro-Amerikanen vooruit te helpen’. Terugkijkend zei Barack dat het werk hem ‘de beste opleiding’ gaf die hij ooit had gehad. In die straatarme wijken, waar hij samenwerkte met Afro-Amerikaanse geestelijken, trof hij hardnekkige raciale ongelijkheid aan. Ze tartte de vooruitgang die het ergste van de segregatie had uitgewist. Hij interviewde zwarte inwoners van Chicago, erven van de grote migratie wier familiegeschiedenis overeenkwam met die van Michelle, met grootouders die door vakbonden waren geweerd en ouders die vanwege hun huidskleur van goede scholen en banen waren uitgesloten. Sommigen waren geslaagd. Anderen waren, mogelijk voorgoed, afgehaakt. Hij piekerde over ‘dat dubbele gevoel veroorzaakt door individuele vooruitgang en collectief verval’.
De noodzaak was duidelijk genoeg. Maar wat was zijn antwoord daarop? Barack voelde de beperkingen van wat hij als plaatselijk maatschappelijk werker kon bereiken. Hij vertrok naar Harvard, met de gedachte dat hij als advocaat of politicus mogelijk meer kon doen.
In de kelder van de kerk
Toen hij die zomer na zijn eerste jaar rechten terug in Chicago was, nodigde hij Michelle uit om samen met hem de South Side-inwoners te ontmoeten die hij als maatschappelijk werker gekend had. Het was daar, in de kelder van een kerk, kijkend naar Barack die met Afro-Amerikanen sprak die van looncheque naar looncheque leefden, dat ze verliefd werd. De wereld zoals hij is en de wereld zoals hij zou moeten zijn: dat was die dag zijn thema. ‘Hij zei dat we de wereld zoals hij is al te vaak accepteren, zelfs wanneer hij onze waarden en aspiraties niet weerspiegelt’, zou Michelle later zeggen in een campagnespeech. ‘Maar hij herinnerde ons ook eraan dat we wéten hoe redelijkheid, rechten en kansen eruitzien. En hij spoorde ons aan in onszelf te geloven en de kracht in onszelf te vinden om te streven naar de wereld zoals hij zou moeten zijn.’
Baracks toespraak, in een jaar met vreedzame revoluties in heel Midden-Europa, zou Michelle nog lang na hun huwelijk, in 1992, bijblijven. Er waren twee jaar en twee hevige emotionele schokken nodig voor ze bij Sidley wegging. Maar wat ze in Barack zag, versterkte haar idee dat er méér in het leven was dan declarabele uren.
In Barack, voelde Michelle, had ze een man gevonden wiens waarden harmonieerden met de hare. Iemand met wie ze een zinvol leven kon delen. Er zijn veel vrouwen die eisen stellen: heeft hij op de juiste school gezeten, wat is zijn inkomen? ‘Bij mij speelde niets van dat alles mee’, vertelde Michelle aan Britse schoolmeisjes in 2011.
‘Meteen nadat Michelle Barack aan de familie had voorgesteld, gaven we hun hooguit een maand’, zei haar broer Craig Robinson. Niet dat er iets mis was met hem. Hij was vlot, onderhoudend, knap en mat 1 meter 82 – dat was niet onbelangrijk voor de bijna 1 meter 80 lange Michelle. ‘Maar vroeg of laat zou hij iets fouts doen, dachten we, en dan zou het slecht voor hem uitpakken. Michelle nam iedereen evenzeer de maat als mijn vader, zie je. We wisten: ze zal streng voor hem zijn. Ze heeft iemand nodig die even talentvol is als zij. Iemand die haar aankan, ook. Maar algauw werd duidelijk dat Barack wél tegen haar opgewassen was, en hoopten we dat ze bij hem zou blijven hangen.’
Michelles moeder Marian, evenmin de gemakkelijkste, kreeg een gunstige indruk van Barack. ‘Ze ontdekte dat hij nooit over zichzelf praatte. Hij was altijd gericht op de mensen om hem heen’, zei Michelle. ‘Hij deelde de waarden van ons gezin. Hij geloofde in eerlijkheid en behandelde iedereen vriendelijk en met respect, zonder onderscheid.’
De basketbaltest
Baracks kansen bij Michelle bleven onduidelijk. Fraser Robinson zei altijd dat je veel over een man kon zeggen door de manier waarop hij basketbal speelt. Dus vroeg Michelle aan Craig om Barack aan een partijtje straatbasketbal te laten meedoen en daar verslag van uit te brengen. ‘Toen ze me dat vroeg, dacht ik: o nee, dan heb ík het straks gedaan’, zei Craig. Maar Barack was noch zelfzuchtig met de bal, noch aarzelend om op de ring te mikken. Hij kreeg extra punten omdat hij niet overdreven veel respect toonde voor de grote broer van zijn vriendin tijdens die eerste sessie, toen ze urenlang op een openbaar veld bij Lake Michigan speelden. ‘Zelfverzekerd zonder brutaal te zijn, onbaatzuchtig zonder slap te zijn, en bereid zijn ego op te offeren voor het team: ik kon bij Michelle een gunstig verslag uitbrengen.’
Na de zomer in Chicago keerde Barack terug naar Harvard voor zijn tweede jaar rechten, terwijl Michelle haar werk bij Sidley voortzette. Hij solliciteerde naar een baan bij een ander kantoor in Chicago, maar zijn plannen voor een ontspannen zomer in de Windy City werden onderbroken door zijn baanbrekende verkiezing in februari 1990 tot voorzitter van de Harvard Law Review. Nog nooit in zijn honderdenvier jaar oude geschiedenis had een zwarte het tijdschrift van aanzien geleid. Zijn verkiezing trok media-aandacht. Hij vertelde aan The New York Times dat hij verwachtte twee à drie jaar bij een advocatenkantoor te werken en vervolgens naar het gemeenschapswerk terug te keren of in Chicago in de politiek te gaan. ‘Het feit alleen dat ik verkozen ben, toont al veel vooruitgang’, zei de toen achtentwintigjarige Barack tegen de verslaggever. ‘Maar het is belangrijk dat verhalen zoals het mijne niet worden gebruikt om te zeggen dat alles oké is voor de zwarte bevolking. Je moet onthouden dat voor iedere uitzondering als ik er honderdduizenden zwarte studenten zijn met minstens een vergelijkbaar talent die geen kans hebben gekregen.’
Vier maanden later stierf Suzanne Alele. Michelles levendige vriendin uit haar studententijd in Princeton, die ze bewonderde omdat ze beslissingen nam op basis van vervulling in plaats van verwachtingen, verloor op 23 juni 1990 haar gevecht tegen kanker. Ze was pas zesentwintig. Haar verslagen vriendinnen hadden haar ondersteund in Washington D.C., waar ze na het behalen van een MBA computerspecialist was geworden. Angela Kennedy, die een gedenkfonds hielp op te richten, zei over Michelle: ‘Als Suzanne of ik de telefoon pakte en iets nodig had of wilde, was ze er in een mum van tijd. Na Suzannes dood kreeg ik voor het eerst echt te zien hoever de liefde voor haar vrienden gaat, hoe loyaal ze is.’ De gebeurtenis raakte Michelle diep en herinnerde haar eraan, tegen de achtergrond van Baracks meer doelgerichte voorkeuren, dat de keus aan haarzelf was. Als zijzelf jong stierf, zo vroeg ze zich af, wilde ze dan als bedrijfsadvocaat herinnerd worden? ‘Werd ik elke ochtend wakker met enthousiasme over mijn baan en het werk dat ik deed? Het antwoord was nee.’
Vader Robinson sterft
Weldra kreeg Michelle een nog grotere klap te verwerken. Na vele jaren van leven met multiple sclerose was Fraser Robinson zwakker geworden. Hij begon ademhalingsproblemen te krijgen, maar stelde het uit om dat aan iemand te vertellen. Op een late winteravond werd Marian wakker en merkte dat hij worstelde om lucht te krijgen. Hij raakte buiten bewustzijn.
Marian belde een ambulance. Artsen van de Universiteit van Chicago ontdekten een hele reeks problemen, waaronder bloedende zweren en een groot gezwel in zijn luchtwegen. Chirurgen opereerden hem, maar omdat hij niet voldoende zuurstof naar zijn hersenen kon krijgen, gleed hij weg in een coma. De familie verzamelde zich en Barack kwam met het vliegtuig vanuit Boston om bij Michelle te zijn.
Op 6 maart 1991, op vijfenvijftigjarige leeftijd, nog altijd in dienst bij het waterzuiveringsbedrijf, stierf Fraser. Twee dagen later werd hij begraven op het Lincoln Cemetery in de South Side. In hun verdriet ruzieden Michelle en Craig over een gedenkformulering. ‘Willen jullie daarmee ophouden?’ vroeg hun moeder. ‘Weten jullie waarom jullie ruzie maken? Omdat jullie je vader missen.’ Alle drie barstten ze in tranen uit.
Bij het graf legde Michelle haar hoofd op Baracks schouder. Toen de kist werd neergelaten,’ schreef Barack later, ‘beloofde ik Fraser Robinson dat ik voor zijn meisje zou zorgen. Ik besefte dat zij en ik in een onuitgesproken, nog experimentele manier al een gezin aan het worden waren.’
Michelle wist dat ze meer betekenis in haar professionele leven moest vinden. Ze had geen idee hoe precies, maar ze wist dat ze bij Sidley weg moest. Ze was bijvoorbeeld steeds ongelukkiger met het geld dat ze verdiende. Ze vroeg zich af: ‘Kan ik in mijn Mercedes-Benz naar de familiereünie gaan en me prettig voelen, terwijl mijn neven en nichten met moeite een dak boven hun hoofd hebben?’ Maar ze zag vooral dit in: echt iets betekenen in de stad waar haar familie, buren en vrienden woonden, was belangrijk voor haar. ‘Zomaar ineens had ik twee mensen verloren van wie ik ontzettend veel hield’, vertelde ze in 2012 in North Carolina aan A&T-studenten. Dus daar was ik, niet veel ouder dan jullie, en ik voelde me alsof mijn hele wereld instortte. Ik begon mezelf lastige vragen te stellen: ‘Als ik morgen doodga, wat heb ik dan écht met mijn leven gedaan? Wat zal ik achterlaten? Hoe zal ik herinnerd worden? En geen van mijn antwoorden bevredigde me.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier