Een portret van de koppige Galiciër Rajoy
Mariano Rajoy is niet langer de premier van Spanje. Hij verloor vandaag een vertrouwensstemming in het parlement. Eind vorig jaar publiceerde Knack het volgende portret van de man die van afwachten zijn politieke levensverzekering heeft gemaakt.
Ten tijde van de Irakoorlog deed onder Spaanse studenten een populaire mop de ronde.
Saddam Hoessein, George Bush jr. en Mariano Rajoy hebben een audiëntie bij God. Ze mogen alle drie één vraag stellen.
‘Hoe zal Irak er over tien jaar uitzien?’ vraagt Hoessein. God antwoordt dat Irak over tien jaar volledig vernietigd zal zijn door Amerikaanse raketten, waarop Hoessein in huilen uitbarst.
‘Hoe zal Amerika er over tien jaar uitzien?’ vraagt Bush. God antwoordt dat Amerika over tien jaar volledig vernietigd zal zijn door Iraanse kernwapens, waarop Bush in huilen uitbarst.
‘Hoe zal Spanje er over tien jaar uitzien, als ik premier ben?’ vraagt Rajoy. Waarop God in huilen uitbarst.
Tijdens die Irakoorlog lijkt het moment van Mariano Rajoy Brey aangebroken. In de zomer van 2003 zoekt de Partido Popular naar een opvolger voor José María Aznar, die sinds 1996 premier is en beloofd heeft niet langer dan twee ambtstermijnen aan de macht te blijven. Ondanks zijn onuitstaanbare karakter is Aznar binnen de partij zowat de vleselijke incarnatie van Jezus Christus, de messias die de socialisten na 14 jaar uit La Moncloa heeft verdreven, het paleis waar de Spaanse premier zijn ambtswoning heeft. Sinds 2000 regeert Aznar met een absolute meerderheid, en ook voor de verkiezingen van 2004 staan de sterren gunstig. Het is duidelijk: hij alleen zal bepalen wie de volgende premier van Spanje wordt. Na een zomervakantie waarin Aznar wekenlang met geen enkele partijtopper spreekt, krijgt Rajoy op een zwoele avond een telefoontje. ‘Mariano, te ha tocado‘, hoort hij Aznar aan de andere kant zeggen – ‘Mariano, het is aan jou.’
Hij heeft het unieke talent om zelfs tijdens de meest ernstige crisismomenten niets te doen, en te wachten tot de storm overwaait.
Op dat moment heeft Rajoy er al een indrukwekkende carrière op zitten. Na zijn rechtenstudie wordt Rajoy op 26-jarige leeftijd bij de eerste autonome verkiezingen ooit verkozen in de Xunta de Galicia, het lokale parlement van zijn geboortestreek. Gestaag klimt hij op binnen de rangen van Alianza Popular, de rechts-conservatieve partij die in 1989 wordt omgevormd tot de Partido Popular (PP). Achter de schermen is Rajoy een van de wegbereiders van de ‘reis naar het centrum’, de verbreding waarbij de partij zijn conservatiefste kantjes wegvijlt om ook centrumkiezers aan te spreken. Driemaal leidt Rajoy de verkiezingscampagne van Aznar. Vanaf 1996 zal hij maar liefst vier verschillende ministeries leiden. In aanloop naar de verkiezingen van 2004 wordt hij ook nog eens vicepremier en partijleider.
Toch zal Mariano Rajoy in 2004 geen premier worden. Op 11 maart 2004, drie dagen voor de Spaanse parlementsverkiezingen, plegen jihadisten een bloederige aanslag op het Madrileense treinstation Atocha. Hoewel alles onmiddellijk op een jihadistische aanslag wijst, legt Aznar de schuld bij de Baskische afscheidingsbeweging ETA. De leugen ontploft in zijn gezicht, en de PP verliest de verkiezingen. De socialist José Luis Rodríguez Zapatero zegeviert en brengt de PSOE onverhoopt terug aan de macht. Voor Rajoy lijkt het momentum voorbij. Hij komt als oppositieleider moeilijk uit de verf en verliest ook in 2008 de verkiezingen. Zijn hele carrière heeft hij toegewerkt naar het premierschap, maar nu lijkt hij op een zucht van de meet te stranden.
Kleine moeite, groot bezwaar
Galiciërs hebben de reputatie ondoorgrondelijke lieden te zijn. Van een Galiciër weet je nooit of hij de trap opklimt of afdaalt, luidt een oude Spaanse volkswijsheid. Het is een eigenschap die Mariano Rajoy zich als geen ander eigen heeft gemaakt. ‘Je zag onmiddellijk dat hij in de wieg gelegd was voor een grote politieke carrière’, zegt Xosé Luis Barreiro Rivas, die Rajoy in 1981 leert kennen bij de lokale parlementsverkiezingen. Barreiro is op dat moment lijsttrekker voor de Alianza Popular, Rajoy krijgt plaats drie. ‘Hij was toen al ontzettend professioneel en zelfverzekerd. Geen spektakelpoliticus, maar een harde werker die vastbesloten en geduldig zijn standpunten verdedigt.’
In tegenstelling tot Aznar, die tot ver in zijn studententijd lid is geweest van falangistische organisaties, is de familie van Rajoy ‘zuiver’. Grootvader Enrique Rajoy was – o ironie – een uitgesproken autonomist, die in de jaren dertig mee onderhandelde over het autonomiestatuut van Galicië en daarvoor onder Franco zware represailles leed. Toch is Mariano Rajoy geen Galiciër in de culturele zin van het woord. Hoewel hij geboren is in Santiago de Compostela en opgroeit in de provinciestad Pontevedra, heeft Rajoy niets met de Galicische identiteit. ‘Hij heeft een zeer traditioneel idee van Spanje’, zegt Xosé Manoel Núñez Seixas, nationalisme-expert aan de universiteit van Santiago de Compostela, die Rajoy als opkomend politicus leerde kennen in zijn studententijd. ‘Hij komt uit een burgerlijk milieu waar Galicisch spreken als minderwaardig wordt gezien. Zelfs in het begin van de jaren tachtig, toen de regionale identiteit van Galicië een belangrijk politiek thema was, heeft hij nooit enige moeite gedaan om Galicisch te leren. Terwijl dat voor een Spaanstalige een kleine moeite is, en het hem ongetwijfeld sympathie had opgeleverd.’
Ondanks zijn gebrek aan Galicische streetcredibility is Rajoy gepokt en gemazeld in de Galicische politiek. ‘Galicië heeft een andere territoriale samenstelling dan de meeste autonome gemeenschappen’, legt Antonio Losada Trabada uit, een politicoloog die met El código Mariano een opmerkelijke biografie van Rajoy schreef. ‘Het is een dunbevolkte regio zonder grote steden. Dat is helemaal anders dan pakweg Catalonië, waar alle macht geconcentreerd zit in Barcelona. In Galicië moet je in de vier provincies bondgenoten zoeken, akkoorden smeden, van deur tot deur gaan om steun te verwerven. Op die traditie heeft Rajoy zijn politieke carrière gebouwd.’
Mariano met de schaarhanden
Die ‘Galicische methode’ blijkt in 2008 zijn redding. Nadat Rajoy dat jaar voor de tweede keer de verkiezingen heeft verloren, dreigt er muiterij in de anders zo gedisciplineerde PP. Esperanza Aguirre, de flamboyante burgemeester van Madrid, suggereert openlijk dat de partij een meer liberale koers moet varen en speelt nadrukkelijk met de mogelijkheid zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap. Ondanks het verbale gebeuk van Aguirre duurt het elf dagen voor Rajoy reageert. ‘Wie zin heeft om naar de liberale partij te gaan, is daar vrij in’, is de laconieke repliek. Aguirre stelt vast dat Rajoy zijn huiswerk klaar heeft en er voor haar kandidatuur nauwelijks steun is. ‘Hij heeft haar laten spartelen, om haar binnenskamers politiek af te maken’, aldus Losada.
Die episode is enorm typerend voor de manier waarop Rajoy aan politiek doet. ‘Hij is een conservatief in de pure zin van het woord’, zegt Fernando Vallespin, politiek commentator bij de kwaliteitskrant El País. ‘Mariano Rajoy is er fundamenteel van overtuigd dat de meeste problemen vanzelf opgelost raken. Hij heeft het unieke talent om zelfs tijdens de meest ernstige crisismomenten niets te doen, en te wachten tot de storm overwaait.’ ‘Hij is een politicus die uitsluitend vanuit de reactie werkt’, beaamt Pablo Simón Cosano, politicoloog aan de Universidad Carlos III van Madrid en een vaste klant in politieke praatprogramma’s. ‘Rajoy heeft geen enkele drang naar hervormingen. Hij gelooft in het heilige principe dat je beter níét kunt kiezen dan de verkeerde optie te kiezen.’
Nadat hij heeft afgerekend met de interne tegenstand, krijgt Rajoy het premierschap als het ware in de schoot geworpen. De regering-Zapatero gaat ten onder aan de gevolgen van de economische crisis. Wanneer Rajoy in 2011 het roer overneemt, verkeert Spanje in zwaar weer. Sinds de crisis is de werkloosheid in Spanje verdrievoudigd, met pieken tot 26 procent. Het investeringsbeleid van Aznar heeft een hypotheekbubbel veroorzaakt: honderdduizenden gezinnen kunnen hun leningen niet meer aflossen en worden uit hun huis gezet. In mei 2012 gaat Bankia aan het wankelen, het vehikel waarin twee jaar eerder enkele instabiele spaarbanken zijn ondergebracht. In allerijl moet het Europese noodfonds Spanje te hulp komen. Rajoy wil het woord ‘redding’ niet in de mond nemen en prefereert de term ‘krediet onder zeer gunstige omstandigheden’.
Herman Van Rompuy, tussen 2010 en 2014 voorzitter van de Europese Raad, leert Mariano Rajoy kennen als een buitengewoon koppig onderhandelaar. ‘Samen met toenmalig Italiaans premier Mario Monti heeft Rajoy voor een kentering gezorgd in de eurocrisis’, vertelt Van Rompuy. ‘Hij eiste dat het Europees Stabiliteitsmechanisme voortaan ook rechtstreekse kapitaalinjecties in banken zou kunnen doen, wat voor de noodlijdende Spaanse banken natuurlijk interessant was. Eigenlijk wilde hij het krediet dus laten omzetten in kapitaal. Hoewel de meeste andere landen daar niets voor voelden, heeft hij dat er toch door gekregen, puur door zijn koppigheid.’
Hij wekt de indruk dat hij niet graag leiding geeft, maar vergis u niet: hij is een politiek beest, een pure machtspoliticus.
Als voorzitter van de Europese Raad komt ook Van Rompuy met de Catalaanse kwestie in aanraking. Bij een gezamenlijke persconferentie in Madrid krijgt hij in tempore non suspecto de vraag hoe Europa zou reageren als Catalonië zich ooit zou afscheiden. ‘Ik heb geantwoord volgens de zogenoemde Prodi-doctrine’, aldus Van Rompuy: ‘Een deelstaat die zich unilateraal afscheidt, treedt uit de Europese Unie en moet dus opnieuw het lidmaatschap aanvragen.’ Van Rompuy benadrukt dat hij op dat moment namens de EU sprak en niet namens Spanje. ‘Rajoy heeft me dat antwoord niet ingefluisterd, al heb ik hem op voorhand gezegd hoe ik op zo’n eventuele vraag zou antwoorden.’
Toch bokst Rajoy onder zijn Europese gewicht. Wanneer de grote Europese economieën onderling verzamelen blazen, krijgt hij zelden een uitnodiging. Zijn voornaamste handicap in Europa is zijn totale gebrek aan talenkennis. ‘Hij spreekt geen woord Engels’, beaamt Van Rompuy. ‘Als je al je gesprekken via een tolk moet doen, valt het niet mee om een vlot contact te onderhouden.’ Bij gebrek aan eigen grote Europese ideeën opteert Rajoy voor het spoor van bondskanselier Angela Merkel, wier CDU op ideologisch gebied het nauwst bij zijn PP aansluit. Met gigantische besparingen op onderwijs en volksgezondheid volgt Rajoy de op Duitse leest geschoeide Sparpolitik. ‘Er is een merkwaardig strategisch verbond tussen Berlijn en Madrid’, zegt Simón. ‘Berlijn heeft een land nodig om te tonen dat de Duitse budgettaire orthodoxie werkt. Dat zorgt voor de opmerkelijke situatie dat Spanje door Duitsland geprezen wordt als het te vormen voorbeeld, terwijl Rajoy echt het minimum aan inspanningen heeft geleverd.’
De draconische besparingen leveren Rajoy de bijnaam Mariano Manostijeras op, vrij naar de Spaanse vertaling van de Tim Burton-film Edward Scissorhands. Vandaag hoopt Rajoy van die inspanningen de vruchten te plukken. ‘Spanje heeft veel bespaard, maar weinig hervormd’, zegt Florentino Felgueroso, econoom aan de Universiteit van Oviedo. Hij waarschuwt dat de huidige economische groei tijdelijk is. ‘Spanje heeft een achtbaaneconomie: als het goed gaat, komen er snel jobs bij; gaat het slecht, dan verdwijnt er onmiddellijk veel werkgelegenheid. Dat is eigenlijk al veertig jaar zo, en die volatiliteit werkt op den duur verlammend. Ze werkt in de hand dat Spanjaarden weinig kinderen hebben, ze hindert de sociale mobiliteit.’ De grote uitdagingen van de Spaanse economie heeft Rajoy niet aangepakt, benadrukt Felgueroso. ‘De sociale ongelijkheid is alleen toegenomen, en onze demografie is nog ongunstiger. Onder Rajoy heeft Spanje vooral kostbare tijd verloren.’
De illusie van de karikatuur
Het is aanstekelijk om in Mariano Rajoy een karikatuur te zien. Zijn eeuwige baardje en onwrikbare brilmontuur; zijn houterige manier van lopen, waardoor zijn pakken steeds een maatje te groot lijken; zijn pedante manier van spreken, waarbij hij tevergeefs een licht spraakgebrek probeert te verdoezelen: soms lijkt Mariano Rajoy een hersenspinsel van een komiek die de draak wil steken met het stereotype van de Spaanse provinciaal. Mariano Rajoy is de vleesgeworden saaiheid, een persoonlijkheid die je eerder op een bingoavond aantreft dan op een top vol wereldleiders. Maar dat saaie imago blijkt een hit in de dorpen en de provinciesteden op de Spaanse hoogvlakte en bij de middenklasse van de Spaanse kuststeden. Ook bij ouderen – meer dan zestig procent van de PP-kiezers is ouder dan 55 – valt Rajoy in de smaak. ‘Hij heeft hetzelfde talent als de jonge George Bush’, zegt Losada. ‘Hoe meer de media hem ridiculiseren, hoe liever de mensen hem hebben.’
Naast klassieke conservatieven bestaat een niet onbelangrijk deel van de PP-aanhang uit oude franquisten die een sterk centraal gezag willen, zonder autonomistische tierlantijntjes. Als geen ander beheerst Rajoy de evenwichtsoefening om al die subgroepen tevreden te houden. Hij is de enige Zuid-Europese leider die tijdens de crisis nooit de pensioenen heeft verlaagd. In het maatschappelijk debat kant hij zich tegen het homohuwelijk en abortus, al maakt hij nooit aanstalten om die progressieve verworvenheden terug te draaien. En met zijn stugge houding in het Catalaanse dossier bewijst hij lippendienst aan zijn centralistische publiek.
Toch is dat wat sullige imago een illusie, zegt Antonio Losada. ‘Mariano Rajoy wekt de indruk dat hij niet graag leiding geeft, maar vergis u niet: hij is een politiek beest, een pure machtspoliticus – kil, berekend, strategisch, eindeloos geduldig. Hij voelt zich uiterst comfortabel bij het feit dat zo veel mensen in hem een karikatuur zien. Het is een imago dat hij zelf voortdurend voedt. Hij begrijpt macht als een oefening in discretie. Wie de politieke strijd met hem verloren heeft – en dat zijn er veel – deed dat omdat ze ervan overtuigd waren dat ze met zijn karikatuur streden.’
Zelfs een raspoliticus als José María Aznar is in die val getrapt. ‘Ook Aznar dacht dat hij Rajoys karikatuur als opvolger aanstelde’, zegt Losada. ‘Hij dacht dat hij voor een man zonder ideologie koos, een saaie bestuurder die hij zou kunnen blijven controleren. Hij besefte te laat dat dat bij Rajoy niet werkt. Mariano Rajoy is de minst beïnvloedbare figuur die ik ken. Hij ontvangt je op zijn bureau, hij luistert naar je, volgt je in je redenering en je denkt: ik heb hem in mijn achterzak. Maar zodra je zijn bureau hebt verlaten, doet hij gewoon zijn zin. Aznar heeft vandaag nul invloed op Rajoy, en het is duidelijk dat hem dat helemaal niet zint.’
Die berekening zie je ook in Rajoys mediastrategie, vindt Losada. ‘Aznar had een bijna ziekelijke neiging om te tonen dat hij de lakens uitdeelde. Zowel Aznar als Zapatero zijn uiteindelijk ten onder gegaan aan hun overgrote exposure. Rajoy heeft er geen enkele behoefte aan om in de spotlights te lopen, wat een enorme kwaliteit is in de Spaanse politiek. Hij snapt als geen ander dat als je alle dagen in de krant staat, op den duur ook alles jouw fout is.’
De Catalaanse vergissing
Het mag dan ook niet verbazen dat Rajoy tijdens de Catalaanse crisis niets doet. Ondanks veelvuldige verzoeken vanwege de Catalaanse Govern weigert hij al jaren elke onderhandeling over meer autonomie. ‘Hij heeft de Catalaanse situatie helemaal verkeerd ingeschat’, zegt Vallespin. ‘Hij heeft zich strikt gebaseerd op de cijfers waaruit blijkt dat de meerderheid van de Catalanen tegen onafhankelijkheid is. En dus ging hij ervan uit dat hij niets hoefde te doen. Hij rekende erop dat de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging cohesie miste en uit elkaar zou vallen naarmate de datum van het referendum naderde. Hij heeft te laat ingezien dat ze ook een grassrootsbeweging is, die gesteund wordt door het bedrijfsleven en de Catalaanse media.’
Zowel Mariano Rajoy als de Catalaanse president Carles Puigdemont missen staatsmanschap om tot een oplossing te komen.
Bovendien zit Rajoy gevangen in de eigen partijbelangen. ‘De PP heeft er twintig jaar over gedaan om rechts te verenigen en de socialisten te verslaan’, zegt Losada. ‘Omdat ze de enige echte rechtse partij in Spanje is, moet Rajoy een extreem heterogene achterban tevreden houden. De PP is gebouwd op de rechtse consensus dat Spanje zo centralistisch mogelijk moet worden geleid. De grondwet is in die visie een monument waaraan niet geraakt mag worden, zeker niet als het is om meer autonomie toe te staan. Vanaf het moment dat Rajoy daarop toegeeft, valt zijn partij onherroepelijk uit elkaar.’
De hardhandige manier waarop de Guardia Civil en de Policía Nacional tegen ongewapende burgers zijn tekeergegaan, heeft de regering-Rajoy een heus pr-probleem bezorgd. Ook Rajoys stekelige houding, waarbij hij aankondigde alle wettelijke middelen in te zullen zetten om te verhinderen dat Catalonië onafhankelijk wordt, toont dat hij in de Catalaanse kwestie een koppige onverzoenlijkheid aan de dag legt. Núñez betwijfelt of Rajoy in staat zal zijn om in te gaan tegen zijn achterban. ‘Zowel Mariano Rajoy als de Catalaanse president Carles Puigdemont missen staatsmanschap om tot een oplossing te komen.’
In zijn eigen partij heeft Rajoy de teugels strak in handen. Ondanks de heftige beelden van Spaanse politieagenten die burgers met wapenstokken te lijf gingen, steeg vanuit PP-rangen zelfs geen zuchtje kritiek op. Het geeft hem de mogelijkheid om – een korte mededeling op de avond na het referendum uitgezonderd – een week lang van de aardbol te verdwijnen. Eender welke regeringsleider zou in een dergelijke situatie niet weg te slaan zijn van de televisieprogramma’s en bijna dagelijks communiceren. Zoals zo vaak in tijden van crisis wacht Mariano Rajoy af, en hoopt hij dat de heksenketel vanzelf zal afkoelen. Het Spaans heeft een prachtige uitdrukking voor dat soort houding: sangre de horchata, het soort koelbloedigheid waarbij je bloed wel horchata lijkt, een gekoelde amandelmelkdrank die vooral rond Valencia voor zomerse verfrissing zorgt. Ook deze keer lijkt de strategie weer te werken. Wanneer de Catalaanse grootbanken CaixaBank en Banco de Sabadell aankondigen hun hoofdzetels buiten Catalonië te willen verhuizen, lijkt de sfeer om te slaan. In een interview op zondag zet Rajoy nogmaals de puntjes op de i: ‘Geen denken aan dat Catalonië onder mijn bewind onafhankelijk wordt.’
Tot voor kort leken de dagen van Rajoy als premier anders geteld. In vergelijking met de verkiezingsoverwinning van 2011 haalde de PP in 2016 3 miljoen stemmen minder. Bovendien wordt de partij gegeseld door een schier eindeloze reeks corruptieschandalen. Beschuldigingen van illegale partijfinanciering, steekpenningen en belemmering van het onderzoek veroorzaken een ware hecatombe onder PP-kopstukken. En hoewel Rajoy de dans altijd leek te ontspringen, is de electorale averij navenant. ‘Er is geen enkele premier van een beschaafd land die zo veel schandalen kan overleven’, zegt Simón. ‘Ik moet nog zien of dit hem wél zijn kop kost.’
Bovendien kan Rajoys onverzettelijkheid in de Catalaanse kwestie hem op korte termijn zelfs een nieuw elan geven. In reactie op de onafhankelijkheidsbeweging worden immers in alle Spaanse grootsteden de Spaanse vlaggen bovengehaald om voor de eenheid van Spanje te demonstreren. En hoewel Rajoy niet de politicus is van het grote verhaal, is hij op dit moment in de ogen van veel Spanjaarden de beste garantie op stabiliteit.
‘Ik durf allang niet meer te voorspellen waar zijn politieke carrière zal eindigen’, besluit Losada. ‘Het is wachten tot hij zelf een stap achteruitzet. Mariano Rajoy zal nooit politiek geliquideerd worden. Hij zal zelf moeten doodvallen.’
Referendum Catalonië 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier