Eén jaar Donald Trump: wat heeft de Amerikaanse president werkelijk tot nu toe gedaan?
Eén jaar geleden werd Donald Trump ingezworen als president. Zijn beloftes vooraf waren glashelder: minder migratie, minder belastingen, minder internationale handel. Wat heeft hij daar al van verwezenlijkt?
1. Minder migratie
Met de meest in het oog springende verkiezingsbelofte – een muur op de grens met Mexico, betaald door Mexico – schiet het niet op. In zijn eerste jaar als president heeft Donald Trump welgeteld nul kilometer muur gerealiseerd. Dat betekent niet dat er helemaal niets gebeurt. Even ten zuiden van de Californische grensstad San Diego staan sinds 27 november acht muurprototypes. De muurstukken zijn elk een slordige negen meter hoog, vervaardigd uit beton of gewapend beton, als verdwaalde mastodonten in een onherbergzaam landschap. De US Customs and Border Protection is de muurtypes momenteel aan het testen. Het is echter hoogst onduidelijk of Trumps ‘big fat beautiful wall‘ er ooit zal komen. Ondanks een Republikeinse meerderheid weigert het Congres de financiering voor extra grensbarrières goed te keuren.
Arbeidsmigranten krijgen nu een kruisverhoor, met vragen als ‘Hoe zal uw aanwezigheid Amerikanen aan meer jobs helpen?
Toch is Trump er in zijn eerste jaar wel degelijk in geslaagd om de duimschroeven aan te draaien. Tussen zijn aantreden op 20 januari en 30 september (in Amerika het einde van het fiscale jaar 2017) heeft de douanepolitie 61.094 migranten het land uitgezet, 37 procent meer dan in dezelfde periode in 2016. Ook het aantal arrestaties van illegalen (+42%) op Amerikaans grondgebied nam gevoelig toe. Het Amerikaanse Migration Policy Institute schat dat het totale aantal gedwongen uitzettingen van het eerste jaar onder Trump rond de 220.000 zal liggen. Dat is opvallend genoeg een daling ten opzichte van het gemiddelde in de Obama-jaren: 370.000 per jaar. (In 2016 zat Obama wel onder de 220.000.)
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het aantal migranten dat via Mexico de grens oversteekt op een historisch dieptepunt zit. In 2017 daalde het aantal onderschepte migranten met 26 procent. Dat het aantal deportaties onder Trump toch toeneemt ten opzichte van de voorbije jaren wijt Julia Gelatt, onderzoeksters bij het Migration Policy Institute, aan de hardere lijn van de huidige regering. ‘Onder Barack Obama stelden de migratiediensten duidelijke prioriteiten. Ze gingen vooral op zoek naar illegaal verblijvende mensen met een strafblad. Als ze bij die zoektocht toevallig op een illegaal in het land verblijvende familie stootten, lieten ze die doorgaans ongemoeid. Dat is nu niet langer het geval. Deze regering wil het signaal sturen dat niemand nog veilig is.’ Ook Anastasia Tonello, voorzitter van de American Immigration Lawyers Association, is kritisch voor het gebrek aan prioriteitstelling. ‘Met deze aanpak deporteer je vooral gezinnen, omdat die nu eenmaal minder mobiel zijn. Het helpt de cijfers misschien wel omhoog, maar het maakt het land niet veiliger.’
Ondanks de duidelijke verstrakking van de aanpak van illegale migratie heeft Trump zijn campagnebeloftes niet gerealiseerd. Hij heeft geen 2 à 3 miljoen ‘criminelen’ kunnen verwijderen. Ook zijn belofte om op de eerste dag van zijn presidentschap DACA af te schaffen, het programma waarbij minderjarige migranten beschermd worden tegen deportatie, kon Trump niet verwezenlijken. Zijn voornemen om steden die weigeren samen te werken met de migratiediensten (de zogenaamde sanctuary cities) hun federale financiering te ontnemen, werd verboden door het Hooggerechtshof.
Toch zijn experts het erover eens dat het migratiebeleid na één jaar Trump grondig is dooreengeschud. ‘De échte verandering’, aldus Tonello, ‘zit in de aanpak van de legale migratie. Daarvoor hoeft Trump niet eens nieuwe wetten goedgekeurd te krijgen. De agentschappen die over migratie gaan, hebben een enorme vrijheid om de bestaande regelgeving te interpreteren. Bij de ministeries van Binnenlandse Zaken, Binnenlandse Veiligheid en Werk passen de administraties de regels veel strenger toe. Gelatt beaamt: ‘Deze regering is openlijk sceptisch over de meerwaarde van arbeidsmigratie. Er is een diepe overtuiging dat het aannemen van buitenlandse specialisten de belangen van Amerikaanse werknemers schaadt.’
Trumps meest in het oog springende verordening om legale migratie aan te pakken, was de roemruchte Executive Order 13769, waarmee hij eind januari de migratie uit verschillende moslimlanden probeerde af te grendelen. De verordening – door Trump zelf bedacht met de term muslim ban – werd tot tweemaal toe afgeschoten door het Hooggerechtshof, maar trad in september in licht gewijzigde vorm in werking. Door het inreisverbod gelden er tijdelijke visarestricties voor burgers uit Iran, Jemen, Libië, Noord-Korea, Syrië, Tsjaad en Venezuela. Dat wil niet zeggen dat de maatregel definitief is: het Hooggerechtshof moet zich nog altijd ten gronde uitspreken en kan de maatregel in theorie weer annuleren.
‘Maar eigenlijk doet die reisban er niet toe’, zegt Tonello. ‘Het is een symbooldossier dat nauwelijks effect heeft op de migratiestromen. Burgers uit een land als Jemen of Tsjaad hadden sowieso al bijna geen kans op een visum.’ Veel belangrijker vindt ze is de Buy American Hire American Act die Trump op 18 april ondertekende. Die verordening moet Amerikaanse bedrijven aanmoedigen om in eigen land te rekruteren. ‘Het was voor Amerikaanse werkgevers voorheen al een karwei om buitenlandse werknemers aan te trekken, maar nu is het nog moeilijker. Het systeem is minder voorspelbaar geworden. Er zijn meer procedures, het duurt langer, er wordt minder gecommuniceerd.’ Tonello geeft het voorbeeld van het interview dat alle kandidaat-arbeidsmigranten moeten geven op het eind van de visumprocedure. ‘Dat was tot voor kort een routinecontrole, bedoeld om te checken of de persoon die de aanvraag deed is wie hij beweert te zijn. Tegenwoordig is het een regelrecht kruisverhoor. Kandidaten krijgen vragen als “Waarom kan een Amerikaan dit werk niet doen?” of “Hoe zal uw aanwezigheid Amerikanen aan meer jobs helpen?” Bovendien worden er op basis van hun antwoorden ook meer mensen geweigerd, iets wat voordien nauwelijks gebeurde.’
Ook voor vluchtelingen is het onder Trump moeilijker geworden om naar Amerika te komen. Zo heeft Trump de Refugee Cap, het maximale aantal vluchtelingen dat Amerika per jaar toelaat, gevoelig verlaagd. Waar de regering-Obama voor 2017 het plafond op 110.000 had gelegd, besloot Trump al in zijn eerste week als president om het maximumaantal terug te brengen tot 50.000. In 2018 wil hij daar 45.000 van maken, het laagste aantal sinds de instelling van het plafond in 1980.
Naast het verlagen van het maximale quotum heeft de regering-Trump het voorbije jaar ook gemorreld aan de Temporary Protected Status (TPS), waarvan veel migranten gebruik maken. Via die regeling krijgen inwoners van bepaalde landen die getroffen zijn door natuurrampen of door politieke instabiliteit een tijdelijke verblijfsvergunning en een arbeidersvergunning. Onder Trump kregen zowel Honduras, Nicaragua als Haïti een einddatum voor hun TPS-regeling. Hondurezen die via TPS in Amerika verblijven, hebben tot 5 juli 2018 om aan een verblijfsvergunning te komen, Nicaraguanen (5 januari 2019) en Haïtianen (22 juli 2019) krijgen nog iets langer de tijd. In 2018 verloopt ook de TPS-regeling voor inwoners van El Salvador, Jemen, Nepal, Somalië, Sudan en Syrië. De maatregel bedreigt 59.000 Haïtianen, 57.000 Hondurezen, 5300 Nicaraguanen en maar liefst 200.000 Salvadoranen die via TPS in Amerika verblijven. Tonello: ‘Dit is het einde van Amerika als toevluchtsoord.’
2. Minder belastingen
Het heeft even geduurd, maar op 22 december 2017 boekte Donald Trump dan toch een politieke overwinning zonder weerga. Met de Tax Cuts and Jobs Act ondergaat het Amerikaanse belastingstelsel zijn grootste hervorming sinds de Tax Reform Act van Ronald Reagan in 1986. Vooral de vennootschapsbelasting daalt fors: van 35 naar 21 procent. Op die manier moeten Amerikaanse bedrijven competitiever worden, en wordt het makkelijker om buitenlandse investeringen binnen te halen. Daarnaast krijgen burgers tot 2025 korting op hun personenbelasting. In het nieuwe belastingstelsel houden de laagste inkomensgroepen per jaar enkele honderden dollars extra over. De middenklasse-inkomens betalen per jaar enkele duizenden dollars minder aan belastingen. Maar het is vooral de rijkste 5 procent die er met het nieuwe plan spectaculair op vooruitgaat. Bovendien gaat ook de erfbelasting omlaag, een maatregel waarbij vooral de rijken buitensporig profiteren. Daarnaast zijn er minder aftrekposten, waardoor het minder interessant wordt om geld te doneren aan goede doelen of aan lokale politici. Bovendien bevat Trumps Tax Plan geen enkele vorm van milieubelasting, en komen er ook geen extra maatregelen om belastingontduiking tegen te gaan.
Volgens de Republikeinen is het nieuwe systeem niets minder dan de redding van de geplaagde Amerikaanse middenklasse. Onzin, vindt Joel Slemrod, die als economieprofessor aan de Universiteit van Michigan al dertig jaar lang het Amerikaanse belastingsysteem analyseert. ‘De middenklasse heeft het moeilijk omdat de lonen in het midden stagneren, terwijl ze aan de bovenkant van de samenleving exponentieel stijgen. Dit belastingstelsel brengt daar geen verandering in. Integendeel, de hoogste lonen zullen daardoor nog verder stijgen.’ Slemrod is sceptisch over de heilzame effecten van het nieuwe Tax Plan. ‘Het maakt de VS economisch competitiever, maar ik verwacht niet dat Amerika nu platgelopen zal worden door investeerders. De lage vennootschapsbelasting zal de economie zeker stimuleren, maar ik verwacht niet dat die stimulans genoeg zal zijn om de lagere belastinginkomsten te compenseren.’
In tegenstelling tot de hervorming van Reagan is Trumps nieuwe systeem niet budgetneutraal. Het nieuwe belastingstelsel zal de Amerikaanse begroting over de komende tien jaar 1400 miljard dollar kosten, en de sowieso al enorme staatsschuld verder doen oplopen. ‘Dat is dan nog een gunstige schatting, die alleen klopt als je ervan uitgaat dat de tijdelijke korting op de inkomstenbelasting niet verlengd wordt na 2025’, waarschuwt Slemrod. ‘Op lange termijn zal het toenemende begrotingstekort een ernstig effect hebben op de overheidsinvesteringen. Als je dat serieus neemt, zal dit belastingsysteem de middenklasse op lange termijn juist meer pijn doen.’
Bovendien heeft het nieuwe belastingstelsel diepgaande politieke implicaties. Hoewel een volgende Amerikaanse regering te allen tijde het nieuwe belastingstelsel kan afvoeren, lijkt dat onwaarschijnlijk. Ook een scenario waarbij een volgende regering de korting op de personenbelasting niet verlengt na 2025 ligt politiek moeilijk. ‘De recente geschiedenis leert dat het politiek zo goed als onmogelijk is om dergelijke gunstregelingen terug te draaien’, zegt Slemrod. ‘Wanneer de effecten van de verminderde belastinginkomsten op de begroting zich zullen manifesteren, zal dat de Republikeinse partij helpen om tot bezuinigingen op te roepen. En als de overheidsuitgaven naar beneden moeten, is de gezondheidszorg doorgaans het eerste slachtoffer. Het is best ironisch. Je keurt eerst een belastingwet goed die het begrotingstekort doet exploderen, en vervolgens klaag je dat het begrotingstekort te groot is.’
3. Minder vrijhandel
Luidt Donald Trump het einde van de wereldwijde vrijhandel in? Zowel tijdens de campagne als tijdens de inauguratie belaadde Trump vrijhandelsakkoorden met de zonden van Israël: ‘We moeten onze grenzen beschermen tegen de ravages die andere landen aanrichten door onze producten te maken. Ze stelen onze bedrijven en vernietigen onze jobs.’
Op zijn eerste dag als president trok Trump zich onmiddellijk terug uit de onderhandelingen van het Trans-Pacific Partnership, het handelsverdrag dat erop uit is een vrijhandelszone te creëren tussen verscheidene landen in de Stille Oceaan. Toch was die beslissing veeleer symbolisch, vindt Monica DeBolle, handelsexpert aan het Peterson Institute for International Economics. ‘Er was nog lang geen akkoord, en ook met een Democratische president was de toekomst van TPP onduidelijk.’
Tot een regelrechte handelsoorlog is het tot dusver niet gekomen. Er zijn vooralsnog geen bestaande handelsverdragen geschrapt of importtaksen ingesteld. ‘De echte veranderingen zijn veel subtieler’, zegt DeBolle. ‘Onder Trump gebruikt de regering de achterpoortjes in de internationale wetgeving om aan protectionisme te doen. Onder het mom van nationale veiligheidsbelangen heeft Amerika bijvoorbeeld de import van staal, aluminium en zonnepanelen aan banden gelegd. Het is een zeer vage aanleiding om de facto aan protectionisme te doen. Voorlopig hebben andere landen nog geen tegenmaatregelen genomen, omdat ze het voorlopig de moeite niet waard vinden. Dat blijft niet duren.’
Met die maatregelen wil de regering vooral het handelstekort met China terugdringen. ‘De regering-Trump is geobsedeerd door handelstekorten’, aldus DeBolle. ‘Ze zijn ervan overtuigd dat een handelstekort betekent dat je oneerlijk behandeld wordt.’ Die obsessie komt terug in de pogingen om NAFTA, het handelsverdrag tussen de VS, Mexico en Canada, te heronderhandelen. Zo wil de regering-Trump de rules of origin verstrengen. Vandaag moeten producten die onder de NAFTA-regeling vallen voor een bepaald percentage in de drie betrokken landen vervaardigd worden. De Amerikaanse regering wil die regels nu zodanig aanpassen dat alleen producten die ten dele in Amerika worden vervaardigd nog onder NAFTA geïmporteerd kunnen worden. ‘Dat gaat volledig in tegen de Canadese en Mexicaanse belangen’, legt DeBolle uit. ‘Het is volledig onbespreekbaar.’
In april 2017 gaf Trump minister van Handel Wilbur Ross de opdracht om alle bestaande handelsverdragen te evalueren. Amerikaanse dreigementen om uit de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te stappen, bleken tot nu toe zonder basis. Toch ziet DeBolle een verontrustende trend in de nieuwe Amerikaanse aanpak. ‘Deze regering aanvaardt niet dat handelsverdragen eigenlijk over geopolitiek gaan. De regering-Trump heeft geen onderhandelingsstrategie: ze eist enorme concessies en is zelf niet bereid om toegevingen te doen.’ Die houding legt een hypotheek op de Amerikaanse positie in de wereld, meent DeBolle. ‘Landen als Japan en het Verenigd Koninkrijk hoopten aanvankelijk om snel een handelsakkoord met de VS te kunnen sluiten, maar ze zijn daarvan teruggekomen. Amerika is dezer dagen gewoon geen betrouwbare partner.’ De tragiek van die aanpak, aldus DeBolle, is dat geen van die maatregelen het handelstekort zal terugdringen. ‘Bovendien zal de nieuwe belastingwet, die bedrijven stimuleert om in de VS te investeren, het handelstekort op lange termijn net doen toenemen.’
DeBolle verwacht dat 2018 alleen maar meer gesteggel zal brengen. ‘Ik vermoed dat de Amerikaanse regering de protectionistische maatregelen op steeds grotere schaal zal opvoeren. Het kan niet anders dan dat andere landen daarop zullen reageren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier