Duizenden huizen in Suriname staan al maandenlang onder water
Al ruim 2,5 maand staan de huizen van duizenden bewoners in ongeveer 35 dorpen in het binnenland van het Zuid-Amerikaanse Suriname onder water. Het kan nog weken duren voor de bewoners kunnen terugkeren. De waterproblemen zijn het gevolg van de overmatige regenval en het uitblijven van de droge tijd. Hierdoor zijn er ook grote problemen met een stuwdam, waaruit water wordt gelaten om te voorkomen dat die bezwijkt. Dat spuien zorgt voor extra wateroverlast voor omliggende dorpen.
Deskundigen, onder wie meteorologen en het Surinaamse staatsbedrijf Staatsolie, dat eigenaar is van de stuwdam, verwachten dat de overstromingen in het achterland van Suriname pas rond juni achter de rug zullen zijn. Tot dat moment zal Staatsolie nog regelmatig de spuigaten van de dam open moeten zetten om te voorkomen dat het waterpeil in het stuwmeer te hoog wordt. Dat is belangrijk omdat teveel water een dambreuk zou kunnen veroorzaken met grotere gevolgen. Het noodzakelijke spuien heeft vooral grote gevolgen voor de bewoners van de districten Brokopondo en Saramacca. Volgens Jerry Slijngard, coördinator van het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR), zijn tot nu toe ongeveer 12.000 mensen uit ongeveer 35 dorpen geraakt door de overstromingen. Het overgrote deel heeft er voor gekozen huis en haard niet te verlaten. Ongeveer driehonderd mensen zijn wel tijdelijk verhuisd, aldus Slijngard. De NCCR is sinds maart in actie om de mensen uit de dorpen te voorzien van pakketten met voedsel en andere benodigdheden. Het voedsel is nodig omdat veel gewassen, zoals cassave, gember en zoete aardappel, vernield zijn. Ze zijn er niet tegen bestand lang onder water staan. De hulporganisatie gaat komende weken ook ongeveer dertig grote watertanks naar de gebieden brengen zodat de bewoners schoon regenwater kunnen opvangen. Leger, politie en lokale bestuurders helpen mee bij de hulpverlening. Toch is onvrede bij de getroffen bewoners nog volop aanwezig. Hun grootste frustratie is dat Staatsolie hen in maart niet heeft voorbereid op het spuien, waardoor ze geen voorbereidingen hebben kunnen treffen. In de afgelopen jaren was er een betere communicatie, aldus Slijngard. ‘Tot twee jaar geleden was Suralco (dochteronderneming van het Amerikaanse Alcoa, red.) eigenaar van de stuwdam. Nu is de regering in de persoon van Staatsolie eigenaar. Het bedrijf heeft geen excuses gemaakt, maar wel erkend dat er een gebrek was aan communicatie. Staatsolie heeft inmiddels alle kosten van een kleine 25.000 euro per maand op zich genomen’, zegt Slijngard.