Duits president vraagt ‘vergiffenis’ voor bloedbaden in Tanzania
De Duitse president Frank-Walter Steinmeier heeft “vergiffenis” gevraagd voor de wreedheden die de Duitse kolonialen begin vorige eeuw begingen in Songea. In dat stadje in het zuiden van Tanzania werd een opstand van de plaatselijke bevolking met geweld neergeslagen. Tijdens de opstand kwamen tussen de 75.000 en 300.000 mensen om, vooral van honger.
‘Ik buig het hoofd voor de slachtoffers van de Duitse koloniale overheersing’, zei Steinmeier tijdens een toespraak in Songea, volgens een tekst die zijn kantoor verspreidde. Steinmeier verwees in zijn toespraak naar het lot van een leider van de opstand die opgehangen en onthoofd werd met 66 van zijn medestrijders.
‘Ik schaam me, ik schaam me voor wat de Duitse koloniale soldaten jullie voorouders hebben aangedaan’, zei Steinmeier. Ook afstammelingen van de rebellenleider woonden de toespraak bij. ‘Wat hier gebeurd is, is onze gedeelde geschiedenis.’
De rol van president in Duitsland is louter ceremonieel. Het bezoek van Steinmeier komt er tegelijk met dat van de Engelse koning aan Kenia. Ook hij veroordeelde de misstanden van de Britse koloniale heersers. Het Duitse koloniale rijk was kleiner dan dat van de Fransen en Britten, en omvatte behalve Tanzania ook Namibië en Kameroen. Ook Rwanda en Burundi maakten er deel van uit. Na de Eerste Wereldoorlog verloren de Duitsers hun kolonies.
Sinds een aantal jaar heeft Duitsland ook oog voor zijn koloniaal verleden. Dat leidde eerder al tot de teruggave van de stoffelijke resten van leden van de Namibische Herero- en Nama-stammen. In 2021 erkende Berlijn dat het daar een genocide heeft gepleegd.