‘Dit soort misdrijven kan niet verjaren’: 99-jarige secretaresse van concentratiekamp definitief veroordeeld
De 99-jarige Duitse Irmgard Furchner is definitief veroordeeld voor haar daden als tiener in het concentratiekamp van Stutthof. Furchner was twee jaar geleden al veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf vanwege medeplichtigheid aan massamoord. Het beroep tegen dat vonnis is nu verworpen.
Irmgard Furchner werkte van juni 1943 tot april 1945 als secretaresse voor kampcommandant Paul Werner Hoppe. Ze was toen 18 en 19 jaar oud.
Tussen 1939 en 1945 werden in het kamp van Stutthof ongeveer 110.000 mensen gevangen gehouden. Bijna 65.000 gevangenen overleefden het niet. De rechter achtte Furchner medeplichtig aan de moord op 10.505 mensen. Haar advocaat was tegen dat oordeel in beroep gegaan omdat ze niet zou hebben geweten wat er in het kamp gebeurde. Bovendien zou ze, als typiste, enkel ‘neutrale handelingen’ hebben gesteld. Die argumentatie is nu verworpen door de hoogste Duitse rechtbank. Volgens de rechters is het uitgesloten dat ze, als typiste van de kampcommandant, niet zou hebben geweten wat er zich in het kamp allemaal had afgespeeld.
‘De secretaresses of boekhouders die het systeem mee draaiende hielden, werden vroeger niet als mededaders gezien.’
Christophe Busch, criminoloog en directeur van het Hannah Arendt-instituut.
De zaak-Furchner is in meerder opzichten opmerkelijk. De voormalige secretaresse werd in de jaren 1950 en 1960 verschillende keren gehoord, telkens als getuige. Pas in 2017 werd er een strafzaak tegen haar geopend en werd ze als verdachte gehoord. Irmgard Furchner was even wereldnieuws toen ze in 2021 voor het eerst voor de rechter moest verschijnen en op de vlucht was geslagen. Dezelfde dag nog werd de toen 96-jarige vrouw ingerekend. Tijdens de zittingen van haar proces was ze telkens aanwezig, evenwel zonder een woord te zeggen. Pas op de laatste zittingsdag verklaarde ze te betreuren ‘uitgerekend toen in Stutthof te zijn geweest’.
Irmgard Furchner is zeker niet de enige medewerker van een concentratiekamp die pas op latere leeftijd moest terechtstaan. Het afgelopen decennium hebben verschillende aanklagers soortgelijke strafzaken geopend. ‘Dat was mogelijk omdat het om misdrijven gaat die niet kunnen verjaren’, zegt Christophe Busch, criminoloog en directeur van het Hannah Arendt-instituut. ‘Bovendien zijn de inzichten in de mechanismes achter collectieve geweldfenomenen als deze sterk veranderd. Veel mededaders zijn decennialang met rust gelaten omdat het Duitse strafrecht niet gemaakt was om met collectieve geweldfenomenen om te gaan. Dat zorgde ervoor dat aanvankelijk uitsluitend leidinggevenden voor de rechter werden gebracht, de mannen en vrouwen met beslissingsmacht. De secretaresses of boekhouders die het systeem mee draaiende hielden, werden niet als mededaders gezien. Een beter inzicht in de complexiteit van collectieve geweldfenomenen heeft dat veranderd, en is pas vrij recent vertaald naar het Duitse strafrecht. Een belangrijk keerpunt was hier, in 2015, de veroordeling van Oscar Gröning, “de boekhouder van Auschwitz’” Gröning is niet veroordeeld vanwege individuele misdaden, wel vanwege zijn rol als radertje in het systeem.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier