Réginald Moreels
‘Denis Mukwege presidentskandidaat: de man die vrouwen repareert, maar kan hij ook Congo repareren?’
‘Of het volk na 20 december de leider zal krijgen die het verdient, is maar de vraag’, schrijven Réginald Moreels en Jan Goossens vanuit Congo. ‘Veel meer dan op een nieuwe president wacht de bevolking op vrede, rust en veiligheid.’
De verkiezingen voor een nieuwe president van Congo 20 december komen eraan. Al rijdend door de straten van Beni, een belangrijke stad in Oost-Congo, zien we ze overal opgehangen worden: de spandoeken van politici die zich etaleren als de nieuwe bevrijders van het volk, bol van gekende beloften.
Sleutelwoord is “Changement” (verandering).
Weinige kandidaten halen de internationale pers, behalve dan Dr. Denis Mukwege, Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2018. “L’homme qui répare les femmes” werd zijn tweede naam. Maar meer dan dat is het veeleer een titel die hem gegeven werd voor zijn jarenlange inzet voor vrouwen die slachtoffer werden van seksueel geweld in het Panzi-ziekenhuis in Oost-Congo en de strijd die hij aanging om dat geweld in te dijken.
Tijdens hun bezoek aan het Panzi-ziekenhuis vorig jaar, waren Koning Filip en Koningin Mathilde danig aangedaan door de moedige getuigenissen van enkele vrouwen dat ze ter plaatse beloofden hun lot in België maar ook internationaal aanhangig te maken.
Op de voorbije VN-top in New York kwam de Koningin haar belofte steevast na door ervoor te pleiten om een serieuze tand bij te steken in de realisatie van de SDG’s (de millenniumdoelstellingen): “recht op gezondheid” (SDG 3) en “gendergelijkheid” (SDG 5) sluiten alvast perfect aan bij haar ontroerend bezoek aan Panzi.
Dat die SDG’s (Sustainable Development Goals) ondertussen zijn verdord tot de DDG’s (Disapointing Development Goals) is een heel andere zaak: door er veel over te praten werkt het als een potemkimdecor: erachter verbergt het de realiteit van uitstel en stilstand, niet in het minst in een land als Congo.
Even concreet: wie de cijfers van moedersterfte erop na leest weet meteen dat de weg nog lang is.
In Westerse landen is de ratio 16 dode moeders op 100.000 geboorten tegenover 230 dode moeders in ontwikkelingslanden. Voor Subsahara Afrika is die ratio zowaar nog hoger: 510/100.000. Tot enkele jaren geleden en voor zo ver de cijfers performant zijn, stierven er in Congo 693 moeders op 100.000 bij de bevalling…
Het zijn duizelingwekkende cijfers waarover we spijtig genoeg ook kunnen getuigen, want onlangs stierven er nog 2 vrouwen bij de bevalling in het nabije staatsziekenhuis. Niet voor niks wordt de moeder- en kind afdeling voor ons UNICHIR-expertisecentrum één van de speerpunten in het lokale gezondheidsbeleid.
(Lees verder onder de preview.)
Maar het is slechts één van de bittere realiteiten van een land waarin er, bij gebrek aan een functionerende overheid, een parallelle maatschappij is ontstaan die zich dagelijks moet wapenen tegen geïnstitutionaliseerde corruptie en geïnstrumentaliseerde dysfunctie.
In zijn toespraak, gisteren in een zaal in Gombe, Kinshasa veegde Dr. Mukwege de plaatstelijke autoriteiten, maar ook de internationale gemeenschap nog deftig de mantel uit. Vooral de ambigue houding van deze laatste kraakt zo in zijn voegen dat je je afvraagt hoe lang die spreidstand nog gehouden kan worden.
Want hoewel het een keuze tussen de pest en de cholera is, pleitte President Tshisekedi op dezelfde VN-top nog voor een versneld vertrek van de MONUSCO (de VN-blauwhelmen) uit Congo, hetgeen volgens kenners enkel zal leiden (en voor de bevolking betekent dat lijden) tot meer chaos in het land. Want van het Congolese leger dat verzocht wordt om de taak van hen over te nemen, moeten ze ook geen heil verwachten, wel integendeel.
De VN-Veiligheidsraad heeft net groen licht gegeven voor een veiligheidsmacht in Haïti, dus zal de internationale gemeenschap nu ook kleur moeten bekennen wanneer het gaat over het lot van de MONUSCO in Congo. Of gaan het zich met dichtgeknepen billen verschuilen achter de soevereiniteit van Congo, rekenend op de welwillendheid van de huidige bewindvoerders om de toch een oog dicht te knijpen, terwijl ’s lands mineralen het land worden uitgereden, uitgevaren en uitgevlogen langs abominabele wegen, met overvolle schepen en door krakkemikkige vliegtuigen.
Want in het reparatiewerk dat Dr. Mukwege eventueel voor de kiezen geschoven krijgt, zijn dat de vele werven waaraan voor decennia eten en drinken is: wegen, luchthavens, scholen, ziekenhuizen, politie, leger, administratie,…
Of het volk na 20 december de leider zal krijgen die het verdient, is maar de vraag. Er zullen nog pittige debatten volgen die veel hitte creëren, en niet het verhoopte licht.
Dr. Mukwege is een uitstekend arts, maar het is niet omdat iemand slaagt voor zijn rijexamen, dat hij ook een goede chauffeur is; al is te duwen op de zere plekken op zich al een bewonderenswaardige daad…
De bevolking van Oost-Congo zit veel meer dan op een nieuwe president te wachten op vrede, rust en veiligheid. Hopelijk komt er op 20 december een kantelpunt dat de weg effent naar een reparatie van het land. Door wie dan ook.
Dr. Réginald Moreels is voorzitter en stichter van het UNICHIR.
Jan Goossens is Directeur van het UNICHIR.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier