De ziekte van de paus en het zwijgen van het Vaticaan

Op 9 februari liet paus Franciscus zich voor het laatst zien op het Sint-Pietersplein. Sindsdien zijn alle publieke optredens afgelast. © Belga
Walter Pauli

‘Hoeveel kraaien ook speculeren over de paus, laten wij ons afvragen of wij hem wel voldoende beschermen.’ Zo wuift kardinaal Vincenzo Paglia alle vragen weg over de gezondheidstoestand van paus Franciscus. De zieke paus ‘beschermen’ betekent in het Vaticaan nog altijd: de ware toedracht hoe dan ook een beetje afschermen voor de buitenwereld.

Niet alleen in België gaan griep- en andere virussen danig te keer, maar ook in het Vaticaan. En ook daar zijn hoogbejaarde mensen vaak het eerste slachtoffer. Dat is wellicht wat de voorbije week de 88-jarige paus Franciscus is overkomen.

Aanvankelijk leek het om een gewone griep te gaan: de paus moest het bed houden en afspraken verzetten, verder leek er weinig aan de hand. Tot de paus plots naar het Gemelli-ziekenhuis in Rome werd overgebracht.

Op 9 februari liet paus Franciscus zich voor het laatst zien op het Sint-Pietersplein. Sindsdien zijn alle publieke optredens afgelast.

Dan gaat het alarmsignaal toch al op oranje staan, zeker omdat de paus al eerder heeft aangegeven dat zijn gezonde jaren achter de rug liggen. Maar wat er scheelde, daarover werd amper gecommuniceerd.

Schaarse mededelingen volgden. Dat zijn kamer volledig verduisterd was. Dat het zou gaan om een dubbele longontsteking, waarbij de dokters een paar keer van therapie hadden moeten veranderen voor ze de situatie helemaal onder controle kregen.

Details over medicijnen of behandelingen werden amper vrijgegeven, op het bericht na dat er met cortisonen en antibiotica werd gewerkt.

Intussen sloegen de Italiaanse en buitenlandse media hun tenten op voor het ziekenhuis. Maar Gemelli’s tiende verdieping – waar altijd een kamer voorbehouden wordt voor de paus – was volstrekt verboden terrein.

Waarom een land als België paus Franciscus maar matig boeit

Longontsteking

Het Vaticaan communiceerde amper. Niet de persdienst maar de ook al 80-jarige kardinaal Vincenzo Paglia gaf het duidelijkste commentaar. Paglia is een zogenaamde curiekardinaal,  een hoge ome die binnen de muren van het Vaticaan mee het complexe beleid van de wereldkerk bepaalt.

In een interview met de krant La Repubblica noemde hij de journalisten en bij uitbreiding het publiek ‘kraaien’: klassieke onheilsbrengers die niet liever zouden doen dan het nieuws verspreiden dat het niet goed gaat met de paus.

Of het goed of slecht met hem gaat, doet er voor functionarissen als Paglia eigenlijk niet toe. Hij hóópt dat het beter zal gaan en brengt dat ook als nieuws. Letterlijk: ‘Ik heb positief nieuws. Ik hoop dat de paus snel beter wordt, want hij is nodig. Het is nodig dat hij zijn leven als pastor van de Kerk volledig hervat.’

Journalisten kregen het op hun heupen. De verslaggever van The New York Times bestempelde de communicatie van het Vaticaan als een vorm van obfuscation: het bewust verduisteren van de ware toedracht.

Later kwam wel het ‘nieuws’ naar buiten dat het ontbijt de paus gesmaakt had en dat hij had vergaderd met medewerkers. En toen premier Giorgia Meloni hem bezocht, maakte Franciscus zelfs een grapje. Het verontrustende nieuws werd geminimaliseerd, de tekenen van herstel stevig aangezet.

Het Vaticaan staat anno 2025 nog altijd in die oude, taaie traditie van liever niet-communiceren als het over slecht nieuws gaat.

Er is dan weinig verschil tussen de communicatie over misbruik of die over een ernstige griep van de paus: met zegt er liever niets over en dus beperkt men zich tot het hoogstnodige. Wat in deze tijden altijd te weinig is.

Paus Franciscus tijdens zijn wekelijkse publieke audiëntie in het Vaticaan. © Getty

Moord

Niet dat er geen evolutie zit in de communicatie van het Vaticaan. Een paar decennia geleden was het nog veel erger. Toen in 1978 Albino Luciani ofwel paus Johannes Paulus I na een pontificaat van amper 33 dagen dood teruggevonden werd in zijn bed, werd de waarheid compleet geweld aangedaan.

De onfortuinlijke Heilige Vader was niet eens 66 jaar oud. Zijn lichaam werd gevonden door een non, die de taak had de paus te wekken voor de ochtendmis en het ontbijt.

Maar een non is natuurlijk een vrouw, en dat zou tot grapjes en misverstanden kunnen leiden. Dus kwamen de hoogste Vaticaanse functionarissen met elkaar overeen  dat het wijzer zou zijn om de wereld te laten weten dat zijn secretaris – een priester, dus een man – het levenloze lichaam had gevonden.

Al snel ging de mare dat die secretaris die avond het Vaticaan verlaten had en verder weinig zin had om uitleg te geven over wat hij had gedaan. Dus werd er een verhaaltje opgedist, dat na enige tijd ook doorgeprikt werd.

Het leidde tot steeds groter wantrouwen over de ware toedracht, almaar wildere speculaties ook, en dat resulteerde in een bijzonder spannend boek: ‘In God’s Name. An investigation into the Murder of Pope John I’ (1984) van de beroemde en beruchte Britse onderzoeksjournalist David Yallop. Het werd wereldwijd een bestseller.

De paus was al na een maand koelbloedig vermoord, dat was Yallops krasse conclusie. Hij bracht drie mogelijke redenen aan waarom die op het eerste gezicht ‘ongevaarlijke’ en niet intellectuele paus uit de weg geruimd moest worden. Dat betekent dus dat (minstens) twee hypothesen fout waren.

Tot die conclusie kwam een paar jaar later een andere onderzoeksjournalist van naam en faam, John Cornwell. In A Thief in the Night (1989) maakte hij brandhout van de verzamelde samenzweringstheorieën en legde hij uit dat de gezondheidstoestand van Albino Luciani eigenlijk al bijzonder slecht was toen hij tot paus werd verkozen.

Na de meest hectische maand in zijn leven kreeg hij een hartinfarct dat hem fataal werd. Als de paus al werd vermoord, schreef Cornwell, dan als gevolg van de onachtzaamheid van het Vaticaanse apparaat, inbegrepen de leugenachtige communicatie die meer kwaad dan goed heeft gedaan, voor de kerk in het algemeen en de paus in het bijzonder.

Tien jaar Franciscus: hoe kijkt katholiek Vlaanderen naar zijn paus?

Vervroegde pausverkiezingen?

De tijden zijn veranderd, en toch: tot in het lopende pontificaat van Franciscus heeft het Vaticaan voor argwaan over haar communicatie gezorgd. Toen de paus in 2023 in het Gemelli-ziekenhuis werd opgenomen, sprak de Vaticaanse eerst van ‘een eenvoudige luchtweginfectie’.

Pas enige tijd later werd duidelijk dat de toestand van de paus veel ernstiger was geweest: op een terugvlucht vanuit Hongarije praatte de pontifex zijn mond voorbij en bekende tegenover journalisten dat hij een ‘acute en ernstige longontsteking in de onderste longen’ had gehad en daarom met spoed naar het ziekenhuis was gebracht.

In een wereld waarin desinformatie krachtiger is dan ooit, is de publieke opinie zo wantrouwig geworden dat zelfs een openhartiger Vaticaan niet snel meer geloofd zou worden.

Elisabetta Povedovo, de Italië-correspondent van The New York Times, vatte het aldus samen: ‘Zelfs als ze twee officiële bulletins per dag zouden uitgeven, met duidelijke informatie, zouden er nog steeds mensen zijn die zeggen: “Nee, kijk, wat het Vaticaan zegt is een leugen. De waarheid is dat hij al dood is”.’

Tot de paus dan in levende lijve verschijnt, als een herrezen Christus, tot grote tevredenheid van kardinaal Paglia en andere Vaticaanse prelaten.

Er zijn aanwijzingen dat Franciscus, net als zijn voorganger Benedictus XVI, schikkingen treft om te kunnen aftreden als de gezondheid het echt niet meer toelaat. Dat zou dus opnieuw vervroegde pausverkiezingen betekenen. Een duidelijke bevestiging van het Vaticaan wordt niet verwacht.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content