De vergeten Malinese vluchtelingen van Burkina Faso: ‘Kiezen tussen pest of cholera’
Overleven in een gammele tent, nauwelijks voldoende voedsel en bovendien moeten opboksen tegen de stigmatisering door de lokale bevolking. Voor de Malinese vluchtelingen in Burkina Faso is het een dagelijkse realiteit.
Primitieve tenten bijeengebonden met zeilen, barakken met sanitaire voorzieningen, enkele centrale waterputten, … De twee vluchtelingenkampen in het noorden van Burkina Faso zijn – helaas – het prototype van kampen opgezet door het Vluchtelingencommissariaat van de Verenigde Naties (UNHCR).
De Malinese vluchtelingen die er wonen, zijn internationaal een beetje in de vergetelheid geraakt. Sinds de uitbraak van het gewapende conflict in Mali in 2012, verblijven zo’n 32.000 Malinese vluchtelingen in Burkina Faso. ‘Het is kiezen tussen de pest of de cholera’, klinkt het in het kamp. ‘In het noorden van Mali is het leven in grote onveiligheid door de aanhoudende aanvallen, terwijl we hier in Burkina Faso iedere dag wakker worden met de vraag of er wel voldoende voedsel is.’
Het merendeel van de gevluchte Malinezen zijn veehouders. Maar door de lange afstanden die de vluchtelingen met hun kuddes aflegden, zijn de dieren erg verzwakt waardoor ze nog maar weinig melk produceren. Nochtans is melk, samen met graan, een belangrijk onderdeel van het dieet van de Sahelbevolking en onontbeerlijk voor de gezondheid van jonge kinderen.
(Over)leven in Sahel
De komst van de vluchtelingen in Burkina Faso zorgde bovendien voor nog meer druk op de schaarse waterbronnen en graslanden, wat leidt tot conflicten met de lokale bewoners. Samen met UNHCR zette de Belgische ngo Dierenartsen Zonder Grenzen een project op touw dat deze verschillende problemen gelijktijdig aanpakt.
En in het vluchtelingenkamp Goudebo, zo’n 268 kilometer ten noorden van de hoofdstad Ouagadougou, werkt die aanpak goed. ‘Uiteraard is onze situatie verre van optimaal’, verduidelijkt Ag Ayouba, een afgevaardigde van de vluchtelingen, ‘maar we gaan erop vooruit. Bovendien is het leven in de droge en hete Sahel sowieso hard, of je nu vluchteling bent of niet.’
‘Het leven in de droge en hete Sahel is sowieso hard, of je nu vluchteling bent of niet.’
Ag Ayouba, vluchteling
Al keert zijn positivisme lichtjes wanneer hij zijn zoontje ziet voorbijwandelen. ‘Drie jaar oud, en dus hier geboren in het vluchtelingenkamp. Hij heeft nooit een andere situatie gekend….’ Het guitige jongentje kijkt verlegen toe hoe we zijn vader interviewen, speelt met een stokje in het zand en lacht breed wanneer zijn zusje gekke bekken trekt. Op het eerste gezicht niets vreemd aan de hand, toch verraadt zijn bolle buikje tekenen van ondervoeding.
Melksnorren
Om deze ondervoeding bij jonge kinderen tegen te gaan, stimuleert Dierenartsen Zonder Grenzen de consumptie van lokale melk via melkkantines in de vluchtelingenkampen. Drie keer per week ontvangen kinderen tussen 6 en 59 maanden oud een beker met 300 milliliter melk, in de daarvoor ingerichte hangars.
‘Sinds ik in het vluchtelingenkamp woon, kijk ik het meest uit naar de maandagen, woensdagen en vrijdagen’, vertelt de Malinese Aseïtou. ‘Dat zijn de dagen waarop mijn zoon Ag en ik het kamp doorkruisen op weg naar de kantine. De melk die de kinderen daar krijgen volstaat natuurlijk niet als dagelijkse voeding, maar het is alleszins een goede aanvulling en beter dan het melkpoeder dat we vroeger dronken.’
‘Lachende kinderen en melksnorren, drie keer per week is dat beeld hier in het vluchtelingenkamp gegarandeerd. De melk wordt bovendien aangekocht bij lokale minimelkerijen, zo ondersteunen we niet alleen de vluchtelingen, maar ook de lokale vrouwen (die de melkerijen doen draaien) worden er beter van’, klinkt het bij UNHCR.
Stigmatisering
In december 2013 bleek uit een rondvraag dat 78 procent van de Malinese vluchtelingen in Burkina Faso in de nabije toekomst wenste terug te keren naar zijn of haar vaderland. Maar hoewel Mali in mei 2015 een vredesakkoord sloot, blijkt maar een kleine fractie ook effectief te zijn teruggekeerd. De veiligheidssituatie in het noorden van Mali blijft dan ook erg instabiel en bijgevolg is het voor het merendeel van de vluchtelingen onmogelijk om terug te keren.
‘Het is daarom essentieel om de zelfredzaamheid van deze mensen te verhogen, zodat ze autonoom hun leven weer in handen kunnen nemen’, vertelt projectleider Salifou Ibra. Dat gebeurt via opleidingen en een startkapitaal waarmee micro-ondernemingen kunnen worden oprichten. Zo zijn er Malinezen die samenwerken met de melkerijen en melk en yoghurt verkopen in de kampen of vluchtelingen die veevoeder verhandelen. ‘Door hen een bron van inkomsten te geven, gaat hun levenskwaliteit erop vooruit’, aldus Ibra.
Voor sommigen is een Toeareg automatisch hetzelfde als een terrorist.
En dat welzijn staat vooral bij de Toeareg-bevolking, de grootste etnische groep in de vluchtelingenkampen, onder druk. Bij het begin van de oorlog in Mali sloot een groep onafhankelijke Toeareg (MNLA) zich namelijk aan bij de gewapende groepering Ansar Dine om het samen op te nemen tegen de Malinese staat. De beweging kromp sterk, maar in Burkina heerst er sindsdien een zekere vorm van stigmatisering en voor sommigen is een Toeareg automatisch hetzelfde als een terrorist. ‘Door de gastbevolking en de vluchtelingen nauw te laten samenwerken, proberen we deze vooroordelen stap voor stap weg te nemen.’
De Vlaamse noord-zuid koepelbeweging 11.11.11, waar Dierenartsen Zonder Grenzen deel van uitmaakt, strijdt tegen onrecht en voor duurzame verandering. Dit jaar stellen ze migratie en vluchtelingen centraal in hun campagne. Want wereldwijd ontvluchten miljoenen mensen oorlog, armoede, ongelijkheid, klimaatverandering… Oorzaken waar wij elke dag aan werken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier