De prijs van langdurige eenzame opsluiting
Terrorismebestrijding leidt over de hele wereld tot een toename van langdurige eenzame opsluiting van gedetineerden. Ook België bijt op de nagels om zijn burgers te beschermen. Maar moeten we ons zorgen maken om mensenrechten?
In april vorig jaar vaardigde de Belgische autoriteiten een richtlijn uit waardoor alle gedetineerden verdacht van of veroordeeld voor daden gerelateerd aan terrorisme onder een individueel bijzonder veiligheidsregime geplaatst kunnen worden.
De voornaamste reden is om de verspreiding van het jihadisme in gevangenissen tegen te gaan. In het meest extreme geval bestaat zo’n bijzonder individueel veiligheidsregime uit het in afzondering geplaatst worden voor 23 uur per dag. Een uur per dag heeft de gedetineerde sowieso recht op een wandeling. Andere basisrechten, zoals een dagelijkse douche, worden ook gerespecteerd. Contact met andere gedetineerden is uitgesloten.
Het directoraat-generaal stelt dat er te allen tijde maatregelen moeten genomen worden om radicalisering aan te pakken.
Kathleen Van De Vijver, woordvoerder DG Penitentiaire Inrichtingen
De lokale directie van de penitentiaire instelling kan het individueel bijzonder veiligheidsregime maximaal een maand opleggen. Daarna moet een voorstel gedaan worden aan de directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie.
De directeur-generaal kan het veiligheidsregime met periodes van twee maanden verlengen – zonder limiet in totale duur. Bij verlengingen worden soms bepaalde aspecten van het veiligheidsregime aangepast afhankelijk van het gedrag en de aard van het dossier. Elke maand dient een beoordeling door een psychiater van de psychosociale dienst van de gevangenis plaats te vinden.
“Individuen onderworpen aan langdurige eenzame opsluiting leven eigenlijk in een gevangenis binnen een gevangenis. De bescherming van hun rechten is daarom vaak moeilijk, zelfs in de landen waar er sterk wordt vasthouden aan de rechtsstaat”, beschrijft de speciale VN-rapporteur inzake foltering Juan Mendez in zijn rapport over de eenzame opsluiting van gevangenen.
Het verhaal van Hakim
We luisteren naar Hakim. Hij is een 26-jarige ex-gedetineerde die voor meer dan negen maanden onder een individueel bijzonder veiligheidsregime in isolatie opgesloten zou geweest zijn. Dit in voorlopige hechtenis in de gevangenis van St-Gillis te Brussel.
Nadat hij werd vrijgelaten, zegt hij overgebracht te zijn geweest naar een administratief centrum voor illegale immigranten waar hij opnieuw in isolatie geplaatst zou zijn voor vijf maanden. Dat regime werd volgens hem enkele weken geleden opgeheven.
Hij zegt uitgesloten te zijn geweest van alle collectieve activiteiten. Slechts één uur per dag kon hij naar buiten in een kleine binnenplaats. Zijn correspondentie zou systematisch gecontroleerd zijn, ’s nachts volgden elk uur controles van zijn cel.
Wat Hakim vertelt, is moeilijk te controleren. Kathleen Van De Vijver, woordvoerder van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, laat ons weten niet op individuele dossiers te willen reageren.
“Gevangenen die een ernstig gevaar vormen in termen van radicalisering of zich bezighouden met een gewapende strijd uit ideologische motieven vereisen een gerichte aanpak”, benadrukt ze. “Het directoraat-generaal stelt dat er te allen tijde maatregelen moeten genomen worden om radicalisering aan te pakken.”
Tijdens een telefonisch interview met Knack voegt Hakim toe: “Ik werd in isolatie geplaatst terwijl de Belgische regering me niet eens beschuldigde van terrorisme. Er was niemand om me te helpen. De enige arts die ik zag, onderzocht me door de gleuf van mijn celdeur. Hij keek eigenlijk enkel na of ik nog bij bewustzijn was. Ze behandelden me als een robot. Ik ontwikkelde suïcidale ideeën en sprak tegen de muren van mijn cel. Ik ben nog nooit zo oneerlijk behandeld geweest en ik begrijp niet eens waarom.”
Dit schaadt de rechtspraak en is echt verontrustend.
Nicolas Cohen, advocaat van Hakim
Volgens de advocaat van Hakim en medevoorzitter van het Internationaal Observatorium voor het Gevangeniswezen Nicolas Cohen, was er nooit enig bewijs dat Hakim iets te maken had met terrorisme of dat hij geradicaliseerde gedachten koesterde.
Hakim werd veroordeeld voor poging tot diefstal samen met een groep illegale Algerijnen. Vanaf het begin van het onderzoek werd vastgesteld dat deze groep was gerekruteerd door één man – aldus Cohen. Deze man wou zijn deel van het geld gebruiken voor terroristische activiteiten. Hij werd als enige beschuldigd van terrorisme, maar toch werden ze volgens Cohen samen berecht.
“De rechter gebruikte deze verwarrende situatie om de eenzame opsluiting te rechtvaardigen”, legt Cohen uit. “Als iemand een reden heeft om te denken dat er een link is met een terrorisme gerelateerde zaak, ook al is deze ongegrond, verblindt dat de rechter volledig. In het geval van Hakim was er geen lopend onderzoek naar terrorisme. Dit toont aan dat het label van terrorist zomaar kan worden toegekend zonder enige controle. Dit schaadt de rechtspraak en is echt verontrustend.”
Elke dag hetzelfde
Een van de belangrijkste rechtszaken over langdurige eenzame opsluiting is die van Ramirez Sanchez tegen Frankrijk in 2006. Sanchez werd veroordeeld voor terrorisme en in isolatie geplaatst voor meer dan acht jaar.
Hij klaagde de Franse staat aan voor de mensonterende omstandigheden waarin hij zich bevond. De Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens concludeerde dat de reden voor eenzame opsluiting steeds gedetailleerder moet worden beschreven naarmate de tijd vordert. Daarnaast besliste de rechter dat isolatie, ook al is deze slechts gedeeltelijk, niet voor een onbepaalde tijd mag worden opgelegd.
Hier staat tegenover dat het regime van Hakim drie keer voor twee maanden verlengd werd. Volgens Cohen werd zijn vraag om toegang tot het administratieve dossier met de reden tot verlenging meerdere malen geweigerd.
Ik ben niets meer dan een nummer hier, ze behandelen me als een beest.
Hakim
De tweemaandelijkse psychosociale rapporten, die Knack kon inkijken, wijzen daarnaast op zijn steeds verslechterende mentale toestand en bevelen psychologische ondersteuning aan. Maar Hakim heeft nooit psychologische zorg gekregen.
Het eerste rapport concludeert dat Hakim geen eetlust meer heeft – met een gewichtsverlies van acht kilo in drie maanden tot gevolg. Hij is kwaad en vindt de isolatiemaatregelen onrechtvaardig. “Elke dag is hetzelfde, ik heb de indruk dat ik in een nachtmerrie leef… Mijn haat tegen het rechtssysteem groeit.”
Het tweede verslag duidt op de eerste tekenen van een depressie. “Ik ben niets meer dan een nummer hier, ze behandelen me als een beest.” Hij stelt dat hij het slachtoffer is van islamofobie en racisme: “Ik ben een moslim en in de ogen van de Belgen maakt dat me een terrorist.” In het rapport staat geschreven dat hij geen onderscheid meer kan maken tussen dag en nacht. Na zeven maanden begrijpt Hakim nog steeds niet waarom hij onderworpen is aan het isolatieregime en probeert hij een antwoord te vinden. “Iedereen keert de bal terug, de gevangenisdirecteur zegt dat het de beslissing is van de rechter en de rechter zegt dat de directeur verantwoordelijk is.”
Vage criteria
In april 2016 werd een nieuwe interne richtlijn uitgevaardigd waarin staat dat “goed gedrag of de afwezigheid van een disciplinair incident” in geen geval de exclusieve criteria kunnen zijn om een gevangene van het isolatieregime te ontslaan.
“Het probleem is zo dat er geen effectieve controle is over het opleggen van een individueel bijzonder veiligheidsregime. Er is geen procedure om het te stoppen”, vertelt Cohen. “Zodra er een lopend onderzoek naar terrorisme is, is er volgens de rechter geen reden om de maatregel op te heffen.”
Rechters geven de voorkeur geen rechten te gunnen aan gedetineerden in plaats van het risico te nemen dat er iets misloopt.
Nicolas Cohen, advocaat van Hakim
Toch bevestigt de Belgische wetgeving dat eenzame opsluiting enkel kan worden toegepast voor een strikt noodzakelijke periode (Artikel 116 van de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden). Cohen denkt dat rechters bang zijn om de verkeerde beslissing te nemen. “Ze zijn bang voor de gevolgen die hun beslissing zou kunnen hebben. Zij geven de voorkeur geen rechten te gunnen aan gedetineerden in plaats van het risico te nemen dat er iets misloopt.”
“Het enige wat je als advocaat kan doen is hopen dat de administratie het zo beu wordt om aangeklaagd te worden, dat ze het opgeven. Dit is precies wat er is gebeurd met Hakim. Net nadat de rechter had beslist zijn individueel bijzonder veiligheidsregime niet stop te zetten, werd Hakim overgeplaatst naar Aarlen. Daar werd het regime na twee maanden stopgezet zonder reden.” Aldus Cohen.
Foltering?
Uit het onderzoek van Mendez blijkt dat langdurige eenzame opsluiting leidt tot symptomen zoals angst, depressie, woede, psychose en zelfverminking. Ook zou het gebrek aan stimuli een onomkeerbare afname van de hersenactiviteit na zeven dagen tot gevolg kunnen hebben. Lange periodes van isolatie zouden verder ook asociaal gedrag op lange termijn veroorzaken, wat vanzelfsprekend niet helpt bij de rehabilitatie van gedetineerden.
“Intolerance of social interaction after a period of solitary confinement is a handicap that often prevents individuals from successfully readjusting to life within the broader prison population and severely impairs their capacity to reintegrate into society when released from imprisonment.”
Het VN-Comité tegen foltering beveelt daarom de afschaffing van langdurige eenzame opsluiting aan. In het bijzonder als preventieve maatregel in voorlopige hechtenis. In ieder geval kan volgens het Comité een dergelijke isolatiemaatregel enkel worden toegepast in zeer uitzonderlijke gevallen en voor een beperkte duur.
Ook Juan Mendez roept op tot een verbod voor langdurige eenzame opsluiting langer dan vijftien dagen. Een langere periode zou leiden tot onomkeerbare psychologische schade. Daarnaast is het volgens hem niet in overeenstemming met internationale verdragen tegen foltering en mensonterende behandeling, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Ook Human Rights Watch vraagt de “onmiddellijke beëindiging van het beleid van langdurige en automatische eenzame opsluiting van gevangenen die zijn aangehouden in aan terrorisme gerelateerde zaken en de inwerkingtreding en implementatie van de bijzondere procedure voorzien in de basiswet waarmee gevangenen de wettigheid van hun detentieomstandigheden kunnen aanvechten.”
Hakim vindt dat langdurige eenzame opsluiting moet worden beschouwd als een psychologische foltering. “Haat en racisme zijn toegenomen na de recente bomaanslagen in Europa. Als ik de juiste papieren had en geen moslim was, zou dit me nooit overkomen zijn. Er was geen enkele reden om me in isolatie te plaatsen. Het ergste is dat niemand mij ooit een verklaring van de situatie gaf. Mensen zeggen dat de Europeanen democratisch zijn en mensenrechten respecteren, maar dat is een leugen.”
Het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen stelt dat er maatregelen moeten genomen zijn om te garanderen dat het Individueel Bijzonder veiligheidsregime niet schadelijk is. “Als de arts of psychiater zegt dat het niet goed is voor de geestelijke gezondheid van een gevangene om in afzondering te blijven, houden we er nagenoeg altijd rekening mee”, zegt Van De Vijver.
32 gedetineerden, waarvan 17 in voorlopige hechtenis, die verdacht worden van of veroordeeld zijn voor daden gerelateerd aan terrorisme, staan momenteel onder een bijzonder individueel veiligheidsregime in de Nederlandstalige inrichtingen in ons land.
Volgens Cohen komt dit niet overeen met de realiteit. “Zelfs als psychiaters van de psychosociale dienst, familieleden en advocaten hun bezorgdheid over de geestelijke toestand van de gedetineerde uiten, houden de autoriteiten voet bij stuk of worden er slechts kleine aanpassingen aan het regime gemaakt.”
Volgens Van De Vijver zijn sinds eind 2015 een speciaal opgeleid bestuurslid en een specialist verantwoordelijk voor de opvolging van geradicaliseerde gedetineerden aan de slag.
32 gedetineerden, waarvan 17 in voorlopige hechtenis, die verdacht worden van of veroordeeld zijn voor daden gerelateerd aan terrorisme, staan momenteel onder een bijzonder individueel veiligheidsregime in de Nederlandstalige inrichtingen – inclusief de gevangenis van St-Gillis te Brussel. In de Franstalige inrichtingen staan er momenteel 25 gedetineerden onder een bijzonder individueel veiligheidsregime, waarvan 18 in voorlopige hechtenis. Voor heel België gaat het om 57 gedetineerden, waarvan 35 in voorlopige hechtenis.
Om privacyredenen is Hakim een fictieve naam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier