De politieke moordzomer: operatie Walküre
Na het mislukken van de Operatie Walküre werden er tot het einde van de Tweede Oorlog geen aanslagen meer op Hitler gepleegd.
De politieke moord is een fenomeen van alle tijden – van gisteren en vandaag, en helaas ook van morgen. Want macht doet iets met een mens: als gewone politieke middelen niet meer volstaan, wordt de strijd om de macht dan ook beslist met de loop van een geweer, of het lemmet van een mes. Deze zomer blikken we terug op de meest markante politieke moorden en aanslagen uit de geschiedenis.
Na de zware nederlaag voor Stalingrad eind 1943 raakten steeds meer Duitse officieren ervan overtuigd dat de oorlog niet te winnen viel. In de eerste maanden van 1944 begonnen sommigen het idee te koesteren om in het belang van het Duitse volk Adolf Hitler om te brengen. Er werden tal van aanslagen gepland, maar geen enkele haalde iets uit.
Het volstond niet om Hitler te vermoorden. In Berlijn moesten mensen klaarstaan om de macht te grijpen zodra de moord gepleegd was. Claus Schenk von Stauffenberg werd de drijvende achter Operatie Walküre. Bovendien nam hij ook de verantwoordelijkheid op zich om de aanslag op Hitler persoonlijk uit te voeren. Door verwondingen aan zijn hand kon Stauffenberg geen pistool meer hanteren. Daarom liet hij een bom maken.
De omstandigheden waren zeker niet ideaal, maar Stauffenberg zette door.
In de eerste helft van juli 1944 woonde hij twee keer een bespreking in Rastenburg bij waarop Hitler aanwezig was. Telkens had hij een bom in zijn aktetas, maar evenveel keer moest hij zijn poging afbreken. Een derde kans deed zich voor op 20 juli. Meestal werden de vergaderingen gehouden in een ondergrondse bunker maar nu was de bijeenkomst belegd in een houten gebouw met een dak van teerpapier. De omstandigheden waren zeker niet ideaal, maar Stauffenberg zette door. Rond halfeen zette hij het ontstekingsmechanisme op scherp en plaatste de tas met de bom zo dicht mogelijk bij Hitler op de vloer. Zoals afgesproken liet hij zich telefonisch oproepen vanuit Berlijn, een goed excuus om de vergaderzaal te verlaten. Buiten zag Stauffenberg hoe het gebouw in de lucht vloog. Ervan overtuigd dat de aanslag gelukt was, verwittigde hij zijn medesamenzweerders in Berlijn en reed met een andere stafofficier naar het vlakbij gelegen vliegveld.
Toen Stauffenberg drie uur later in Berlijn arriveerde, moest hij vaststellen dat de officieren op wie hij zijn vertrouwen had gesteld om de geplande staatsgreep uit te voeren nog niet tot actie waren overgegaan. Niet veel later kwam het bericht dat Hitler de aanslag overleefd had. Op het laatste ogenblik had iemand de aktetas een andere plek gegeven waardoor een zware eiken tafel de Führer afschermde van de explosie. Hitler liep enkel lichte verwondingen op en kon de nodige instructies geven aan Berlijn. Inmiddels waren Stauffenberg en enkele van zijn medestanders terechtgesteld door een inderhaast bijeengeroepen executiepeloton.
Op het laatste ogenblik had iemand de aktetas een andere plek gegeven waardoor een zware eiken tafel de Führer afschermde van de explosie.
Niemand was in de dagen daarna nog veilig in Duitsland. Vele officieren werden aangehouden, op een onmenselijke manier ondervraagd en terechtgesteld. Honderden andere werden uit het leger verwijderd wegens onbetrouwbaar. Enkele hoge officieren pleegden zelfmoord (of werden daartoe aangezet): maarschalk Rommel en generaal von Kluge.
Na het mislukken van de Operatie Walküre werden er tot het einde van de oorlog geen aanslagen meer op Hitler gepleegd.
Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop
De politieke moordzomer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier