De politieke moordzomer: het einde van Raspoetin en Nicolaas II
Raspoetin was al het voorwerp geweest van een aantal aanslagen, maar was steeds weten te ontkomen. Er was uiteindelijk vergiftigde taart en wijn, en vier kogels voor nodig.
De laatste tsaar van Rusland is niet bepaald gelukkig geweest in de keuze van zijn raadgevers. De meest dubieuze onder hen was de monnik Grigori Raspoetin die in het najaar van 1905 voor het eerst aan de keizerlijke familie was voorgesteld. De in West-Siberië geboren Raspoetin moet over een verbazend groot charisma hebben beschikt. Aan de combinatie van mystiek en wellust die hij uitstraalde, kon blijkbaar niemand weerstaan, vooral de vrouwen niet. In weerwil van de minder fraaie verhalen die over hem de ronde deden, slaagde Raspoetin er toch in om het vertrouwen te winnen van een aantal hoge geestelijken. Zij brachten hem in contact met de tsarenfamilie.
Aanvankelijk wantrouwde Nicolaas II Raspoetin, die met zijn onverzorgde uiterlijk en zijn boerse optreden allesbehalve aantrekkelijk was. Maar tsarina Alexandra, een Duitse prinses, zag het anders. Ze raakte ervan overtuigd dat enkel Raspoetin haar zieke zoon kon helpen. Aleksej leed aan een ongeneeslijke bloedziekte en Alexandra dacht dat de handopleggingen van Raspoetin een gunstig effect hadden op de jongen. In 1911 liep het met de fratsen van de monnik zo de spuigaten uit dat de tsaar hem wegstuurde van het hof. Maar de tsarina slaagde erin om hem na een paar maanden terug te halen.
Na zijn terugkeer maakte Raspoetin zich ook onmisbaar bij de tsaar. Nicolaas begon met veel genoegen te luisteren naar zijn uitvallen tegen de hand over hand toenemende westerse invloeden in Rusland en naar zijn bewieroking van de ongeschonden Russische ziel. Maar naarmate de invloed van de monnik groter werd, groeide de afkeer die hij opriep bij andere leden van de keizerlijke familie, bij de Peterburgse adel en bij de regering. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog ontstond de vrees dat Raspoetin ook zijn stempel zou drukken op de krijgsverrichtingen.
Tsaar Nicolaas nam in september 1915 het opperbevel over het leger over van zijn oom Nicolaas Nicolajevitsj, maar die maatregel bracht geen soelaas. De tsaar veroorzaakte nog meer onheil. Onder invloed van zijn echtgenote en Raspoetin verving hij competente officieren en ministers door onbekwame lui.
Raspoetin was al het voorwerp geweest van een aantal aanslagen, maar had steeds weten te ontkomen. In de laatste dagen van 1916 slaagde een aangetrouwde neef van de tsaar, prins Felix Joesoepov, erin om een groep samenzweerders rond zich te verzamelen. Door gevlei was Joesoepov in de kring dicht bij Raspoetin geraakt en op 29 december nodigde hij de monnik uit voor een gezellige avond in zijn paleis. In het vooruitzicht van dat bezoek hielden de medesamenzweerders zich schuil in een nabijgelegen kamer.
Wat er die avond en die nacht is gebeurd, weten we enkel uit het niet zo betrouwbare getuigenis van Joesoepov. Hij bood de monnik een vergiftigde taart en wijn aan, maar de gulzig etende en drinkende Raspoetin leek daar geen noemenswaardige hinder van te ondervinden. Daarom schoot Joesoepov de monnik met een pistool in de rug, maar ook die kogel maakte geen einde aan het leven van Raspoetin. Integendeel de monnik probeerde Joesoepov te wurgen. De prins riep de hulp van zijn gezellen in en Raspoetin kreeg nog drie kogels te verwerken voor ze hem aan de oevers van de Neva in het bevroren water gooiden. Enkele dagen later werd het lichaam van Raspoetin teruggevonden. Uit de autopsie bleek dat hij nog leefde toen hij in de rivier werd gedumpt.
Tsaar Nicolaas was op het hoofdkwartier van het leger toen hij begin maart te horen kreeg dat er niet alleen in Sint-Petersburg, maar ook in de rest van het land rellen waren uitgebroken. De meeste troepen die niet aan het front vochten, waren naar de revolutionairen overgelopen. Gezanten uit de hoofdstad kwamen de tsaar vertellen dat de opstandelingen enkel met zijn aftreden genoegen zouden nemen. Het was dan ook als ambteloos burger dat Nicolaas per trein naar zijn vakantievilla in de buurt van Sint-Petersburg afreisde. Daar kreeg hij het gezelschap van zijn vrouw en zijn kinderen.
De eerste weken na de revolutie verbleef de tsaar in zijn buitenverblijf als in een gouden kooi. Hij en zijn gezin beschikten over 150 bedienden en het leven werd hen zo comfortabel mogelijk gemaakt. Maar de situatie werd met de dag minder aantrekkelijk. De voorlopige regering wilde af van de last die de tsaar en zijn gezin voor haar betekende. Een voor de hand liggende oplossing was dat de tsaar in ballingschap werd gestuurd, maar om onduidelijke redenen sprongen de onderhandelingen met Engeland eind april af. De tsaar en zijn gezinsleden werden daarom naar West-Siberië overgebracht, zogenaamd omdat hun veiligheid daar beter kon worden verzekerd.
De executie verliep moeilijker dan gepland omdat de prinsessen op hun lichaam diamanten hadden verborgen waarop kogels en bajonetten afketsten.
Met de machtsovername door de bolsjewieken in november 1917 veranderden de zaken nogmaals ten kwade. Op 30 april 1918 kregen de keizer en de zijnen een nieuwe verblijfplaats in Jekaterinenburg, aan de voet van de Oeral. Van een bevoorrechte behandeling was nu helemaal geen sprake meer. De bolsjewieken die instonden voor de bewaking, werden met de dag onrustiger en ongezeglijker omdat vanuit Oost-Siberië troepen aan het oprukken waren die komaf wilden maken met de revolutie. Vermoedelijk op last van de sovjet in Moskou kregen de bolsjewieken in Jekaterinenburg de opdracht om ervoor te zorgen dat de tsaar in geen geval in de handen viel van de contrarevolutionairen. Om de wensen van Moskou in te willigen werd besloten om de tsaar zo snel mogelijk uit de weg te ruimen. In de nacht van 16 op 17 juli werden de tsaar, zijn vrouw en hun vijf kinderen uit hun bed gelicht en met een voorwendsel naar een schuur gebracht waar ze nog dezelfde nacht werden doodgeschoten en met bajonetten afgemaakt. De executie verliep moeilijker dan gepland omdat de prinsessen op hun lichaam diamanten hadden verborgen waarop kogels en bajonetten afketsten.
Na de val van het communisme vonden specialisten begin 1998 de resten van de tsaar, de tsarina en drie van hun dochters. Tien jaar later werden ook de resten gevonden van de laatste dochter en van de tsarevitsj. De stoffelijke overblijfselen van de tsarenfamilie rusten nu in de kerk van Sint-Petrus en Sint-Paulus in Sint-Petersburg.
Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop
De politieke moordzomer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier