De politieke moordzomer: de ETA-bom in de tunnel
Op 31 juli 1959 richtten Baskische intellectuelen een eigen clandestiene organisatie op, de Euskadi ta Askatatsuna (ETA), wat in het Baskisch Vaderland en Vrijheid betekent. De terreurcampagne was begonnen…
De politieke moord is een fenomeen van alle tijden – van gisteren en vandaag, en helaas ook van morgen. Want macht doet iets met een mens: als gewone politieke middelen niet meer volstaan, wordt de strijd om de macht dan ook beslist met de loop van een geweer, of het lemmet van een mes. Deze zomer blikken we terug op de meest markante politieke moorden en aanslagen uit de geschiedenis.
Onder de kortstondige Spaanse republiek van 1931 tot 1936 hadden de Basken voor het eerst in hun geschiedenis een eigen statuut gekregen, maar onder Franco was er voor nationalisten geen plaats meer in Spanje. Wat de jonge Baskische intellectuelen vooral stoorde was de onderdrukking van de eigen taal. Op 31 juli 1959 richtten ze een eigen clandestiene organisatie op, de Euskadi ta Askatatsuna (ETA), wat in het Baskisch Vaderland en Vrijheid betekent. Niet lang daarna begon een terreurcampagne tegen Spaanse doelwitten binnen en buiten Baskenland. De ETA kon vooral in de eerste periode rekenen op hand- en spandiensten van volksgenoten in Frans-Baskenland.
De aanslagen van de ETA waren lang niet zo talrijk en zo bloedig als die van de IRA. Vaak lieten de terroristen weten waar en wanneer een bom tot ontploffing zou komen. Toch ging in de jaren 1970-1971 alle aandacht naar een proces in Burgos waar zestien leden van de ETA terecht stonden. De openbare aanklager eiste zes doodstraffen, de militaire rechters voegden er nog drie aan toe. De hele wereld vroeg om genade voor de Basken. De oude Franco gaf uiteindelijk toe, tegen het advies in van zijn premier Luis Carrero Blanco.
Vijf maanden lang werd er koortsachtig gewerkt aan een tunnel die vanuit de kelder naar het midden van de straat zou leiden.
Carrero Blanco liet met het proces in Burgos zien uit welk hout hij gesneden was. De ETA kon vrezen dat onder zijn bewind de repressie nog ongenadiger zou toeslaan dan onder Franco. Daarom werd besloten de eerste minister uit te schakelen nog voor Franco gestorven was. Operación Ogro (Reus) werd met zorg voorbereid. Het was algemeen bekend dat Carrero Blanco zich elke dag met zijn dienstwagen van zijn woning naar de kerk van de heilige Franciscus van Borgia liet brengen om er de mis bij te wonen. De ETA huurde de benedenverdieping van een huis aan de Calle Claudio Coello, een weg op het traject dat de premier volgde. Vijf maanden lang werd er koortsachtig gewerkt aan een tunnel die vanuit de kelder naar het midden van de straat zou leiden. Tegenover de huisbaas deden de huurders zich voor als studenten beeldhouwkunst, wat een logische verklaring bood voor het vele lawaai dat ze maakten.
Op 20 december 1973 was alles klaar. Vermomd als elektriciens maakten drie ETA-leden de nodige verbindingen. Toen de zware Dodge van Carrero Blanco ter hoogte van de gehuurde woning kwam, brachten ze de bom tot ontploffing. De lading was zo sterk dat de auto twintig meter in de lucht vloog en achter een huizenblok op een binnenplaats terechtkwam. Iedereen in de auto was op slag dood.
Enkele jaren na het overlijden van Franco in 1975 werd Spanje een constitutionele monarchie. Het aantal ETA-gewelddaden nam snel af toen ook een mate van autonomie werd doorgevoerd voor regio’s als het Baskenland. Na de eeuwwisseling vonden er nog nauwelijks aanslagen plaats en op 20 oktober 2011 deelde de ETA mee dat ze definitief alle gewapende activiteiten stopzette.
Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop
De politieke moordzomer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier