‘De eerste oorlog van Trump is er een tegen het eigen staatsapparaat’

De operatie van Donald Trump tegen de eigen ambtenaren is zelfs naar zijn eigen normen redelijk kras.
Walter Pauli

Tijdens zijn verkiezingscampagne maakte Donald Trump er geen geheim van dat hij het overheidsapparaat wilde afslanken. Dat doet hij, met een snelheid en een intensiteit die haast niemand had verwacht, en met als blauwdruk een oud maar essentieel masterplan van de Amerikaanse radicale rechterzijde.

Ook al is Donald Trump al 78 jaar oud, in de eerste weken van zijn tweede ambtstermijn als Amerikaans president neemt hij alle critici en de hele oppositie in snelheid. Bij zijn eedaflegging werd nog gegrinnikt toen aankondigde de naam van de Golf van Mexico te veranderen in ‘Golf van Amerika’. Dat was 20 januari. Negen dagen later is Google Earth al bezig zijn kaarten aan te passen.

Dat is al bij al een dingetje vergeleken met de echte donderslag: niet minder dan twee miljoen ambtenaren van de federale overheid ontvingen een e-mail met een voorstel om tegen betaling ontslag te nemen. De titel boven de mail luidde: ‘Fork in the Road’ – ‘Splitsing in de Weg’. Dat is exact dezelfde hoofding als de werknemers van X ontvingen toen Elon Musk daar in 2022 zijn grote ontslagronde hield.

Musk is vandaag de nummer één van het gloednieuwe Department of Government Efficiency (DOGE), dat het hele overheidsapparaat moet doorlichten. Bij X vertrok ongeveer 80 procent van het personeel. Van de federale Amerikaanse ambtenaren wordt verwacht dat 20 tot 30 procent op het ‘aanbod’ zal ingaan. Of is het eerder iets tussen ‘zwichten voor het dreigement’ en ‘eieren kiezen voor zijn geld’ in?

De vertrekkers krijgen de belofte dat ze betaald worden tot eind september. Dat is voor hen zowat het enige ‘positieve’ wat in de e-mail te lezen valt. Tijd om tegenstand of debat te organiseren is er amper: op 6 februari verloopt de kans op vrijwillig en betaald vertrek.

Binnenlandse oorlog

De mail getuigt niet van veel waardering voor de ambtenaren aan wie hij is gericht. Er staat bijvoorbeeld dat er in de toekomst ‘verbeterde gedragsnormen’ zullen worden geëist om ervoor te zorgen dat de ambtenaren in de toekomst ‘betrouwbaar, loyaal en geloofwaardig’ zijn. Dat is de Amerikaanse overheid in de ogen van de president en zijn staf in het Witte Huis dus níét.

De vrees heeft altijd bestaan dat Trump een aantal oorlogen zou uitvechten, met name met China. Dat Trump buurland Canada, Denemarken en sinds gisteren ineens de hele Europese Unie (Trump dreigt met een op Europa gerichte handelsoorlog) in het vizier neemt, lag niet of veel minder voor de hand. Dat het Amerikaanse staatshoofd voorafgaand aan gebakkelei in het buitenland eerst een oorlog van deze omvang zou starten tegen het eigen staatsapparaat, is zelfs naar Trumps normen redelijk kras.

Natuurlijk, hij had er geen geheim van gemaakt dat hij niet van plan was zich nog langer te laten ringeloren door ‘the deep state’, het netwerk van ambtenaren, rechters, academici, militairen en andere functionarissen dat instaat voor de besteding van overheidsmiddelen en het beleid in de praktijk omzet. Tijdens zijn eerste ambtstermijn (2017-2021) ervaarde Trump te veel al dan niet passieve tegenwerking vanuit zijn eigen overheid. En wie niet met hem is, is tegen hem.

Rancune

Rancune is Donald Trump niet vreemd. Het stond in de sterren geschreven dat hij een aantal persoonlijke rekeningen zou vereffenen. Dat hij op ‘jacht’ zou gaan naar diegenen in het gerechtelijke apparaat die een rol hadden gespeeld in de talrijke aanklachten, onderzoeken en processen tegen hem, stond haast in de sterren geschreven. Dat hij geen twee volle weken na zijn eedaflegging miljoenen ambtenaren uit het lagere en middenkader haast persoonlijk viseert, komt onverwacht hard aan.

In The New York Times zet Peter Baker, de ‘chief White House’ van de krant, de operatie in perspectief. Baker gewaagt van ‘een campagne van adembenemende omvang en meedogenloze snelheid’, die ‘geen enkele nieuwe president in de moderne tijd’ heeft aangedurfd, een ‘mix van persoonlijke en politieke’ drijfveren. Persoonlijk: Trump zoekt ‘wraak’ op tegenstanders. Politiek: hij ‘sloopt de fundamenten van de moderne liberale staat’ en ‘oefent meer controle uit dan hij of een van zijn voorgangers in het verleden had’.

Blitzkrieg

Baker gebruikt opvallend veel oorlogstermen. Het gaat om ‘een volwaardige aanval op zijn eigen regering’: hij heeft ‘snel en agressief gehandeld om de verzetshaarden in wat hij “de diepe staat” noemt te elimineren en zijn eigen stempel te drukken op de verafgelegen hoeken van de bureaucratie, onder meer door ‘een reeks departementen te zuiveren van vermeende vijanden’. Die actie wordt in progressieve kringen als die van The New York Times geduid als een presidentiële blitzkrieg. Die analyse lijkt niet ver van de waarheid af.

Maar wat ergens toch verrast, is juist de verrassing in de VS zelf, en zeker in kringen die niet tot de vaste aanhang van Donald Trump behoren. De hardhandige zuivering van de eigen Amerikaanse administratie is geen origineel idee van Donald Trump. De noodzaak aan een soortgelijk ‘project’ is al meermaals bepleit en beargumenteerd in de talrijke denktanks die de Amerikaanse rechterzijde rijk is en die historisch aanleunen bij de Republikeinse Partij, en daar meestal de rechtervleugel van intellectueel debatmateriaal voorzien.

Einde aan het kwaad

Misschien wel de meest uitgewerkte blauwdruk dateert al uit 2003: An End to Evil. Het boek werd ook in Europa gelezen en besproken. Over de Canadese auteur David Frum schreef The New Yorker dat hij ‘het buitenlandse beleid van de VS meer bepaalde dan president George W. Bush, vicepresident Dick Cheney, buitenlandminister Colin Powell en nationaleveiligheidsadviseur Condoleezza Rice samen’. Coauteur Richard Perle heette in The Washington Post de ‘intellectuele goeroe van de neoconservatieven van de harde lijn’.

De uitgangspunten in dat boek zijn meer dan twintig jaar oud – de strijd tegen het moslimterrorisme stond toen centraal – maar blijken zo te extrapoleren naar vandaag. Ze vertrekken van het idee dat in mondiale conflicten de VS altijd gelijk hebben, omdat ze nu eenmaal de VS zijn, en dat het verdedigen van Amerikaanse belangen bijgevolg ook moreel de enig juiste keuze is. En daarom brutaal moet zijn. Hoe bruut, dat hangt dus ook niet van de Amerikanen zelf af, maar van de anderen. Hoe sneller ze het hoofd buigen, hoe minder bruut. De VS mogen dat, want de VS zijn essentieel ’the good’, de anderen altijd in zekere mate fout. En dat geeft hen niet alleen het recht, maar zelfs de plicht om hun politieke model te verspreiden, als het moet met geweld.

In zo’n agressief wereldbeeld komt het er natuurlijk op aan om de sterkste te zijn, en te blijven. De VS kunnen dat, op één voorwaarde. Vooreerst moeten in eigen land alle neuzen in dezelfde richting staan. Voor een Republikeinse president betekent dat: eerst alle Democraten verwijderen uit het overheidsapparaat. De president moet kunnen steunen op mensen die zijn visie delen en uitdragen.

Donald Trump maakt ‘an end to evil’. Zijn Make America Great Again-beweging vindt linksen en wokers on-Amerikaans, en bijgevolg slecht. Dus weg ermee.

Dat is precies wat Donald Trump doet. Hij maakt ‘an end to evil’. Zijn Make America Great Again-beweging vindt linksen en wokers on-Amerikaans, en bijgevolg slecht. Dus weg ermee. Vandaar ook Trumps onbarmhartige omgang met transgenders. In het Amerikaanse leger mag er niet één overblijven.

En vandaar ook Peter Bakers besluit in The New York Times: ‘Het punt is om te vechten, winnen of verliezen. Zelfs als hij op het ene of het andere front weerstand ondervindt, stuurt meneer Trump een signaal naar de federale overheid: hij is van plan om ze naar zijn evenbeeld te hervormen. Iedereen die het daar niet mee eens is, moet uit de weg.’

     

 

Partner Content