Tomas Baum
‘De Nobelprijs voor de Vrede brengt het belang van kinderrechten onder de aandacht’
De Nobelprijs voor de Vrede is vaak goed voor een flinke portie controverse. Dit jaar is er minder deining, maar de onderscheiding voor Kailash Satyarthi en Malala Yousafzay is daarom niet minder belangrijk, leggen Tomas Baum en Bruno Vanobbergen uit.
De Nobelprijs voor de Vrede is vaak goed voor een flinke portie controverse. Dit jaar is er minder deining, maar de onderscheiding voor Kailash Satyarthi en Malala Yousafzay is daarom niet minder belangrijk. De Nobelprijs brengt het belang van kinderrechten wereldwijd onder de aandacht en plaatst een flinke kroon op de 25e verjaardag van het VN-Kinderrechtenverdrag. Door de prijs toe te kennen aan een Indiër en een Pakistaanse plaatst het Nobelprijscomité de prijs in een breder vredeskader. Bij de selectie uit een recordaantal van 278 nominaties (van de Paus tot Putin) hield het Comité het hoofd koel en stuurt zo een doordachte en krachtige boodschap uit.
Prijs voor kinderrechten
De symbolische kracht en dito promotiewaarde van de Nobelprijs voor de Vrede geeft de aandacht voor kinderrechten een flinke duw in de rug. Het Nobelprijscomité reikt dit jaar immers in belangrijke mate een Prijs voor Kinderrechten uit. De laureaten Kailash Satyarthi en Malala Yousafzay komen geweldloos op voor een fundamentele maatschappelijke verandering om recht op onderwijs als een evidentie en het uitbuiten van kinderen bij arbeid als een onrecht te zien. Dat dat in het geval van Malala in een oorlogssituatie gebeurt en met gevaar voor eigen leven, geeft de verdienste extra gewicht.
Vrije markt
Het gaat niet enkel over een strijd aan de andere kant van de wereld. Het Nobelprijscomité had daarover in zijn motivatie explicieter mogen zijn. Zo lanceerde Kailash Satyarthi een label ‘vrij van kinderarbeid’ om Westerse tapijtproducenten te sensibiliseren . In 2012 formuleerde het VN Kinderrechtencomité een aanbeveling over children’s rights and business principles. Die aanbeveling stimuleert de industrie om haar werk meer vorm te geven vanuit een kinderrechtenperspectief. Unicef zorgde voor een interessante vertaling van deze principes. Het maakt een onderscheid tussen de werkomgeving, de vrije markt en de bredere samenleving. Voor kinderrechten in de vrije markt schuift Unicef twee principes naar voren: zorg ervoor dat producten en diensten voor kinderen veilig en kindvriendelijk zijn én gebruik marketing- en reclametechnieken die de rechten van kinderen respecteren. De Nobelprijs 2014 is dus ook voor onze maatschappij niet vrijblijvend.
Vrede als rechtvaardigheid
Dat voorvechters van kinderrechten de Nobelprijs voor de Vrede krijgen is niet vanzelfsprekend. Daarom gaf het Nobelprijscomité een uitdrukkelijke vredestoets aan de onderscheiding . Op een moment dat er opnieuw doden vallen in Kasjmir, het grensgebied tussen Pakistan en India, is een prijs aan een Indiër en een Pakistaanse een belangrijk signaal. De prijs toont hoe fundamentele mensenrechten kunnen verenigen. Het Comité legde dan ook het verband met het testament van Alfred Nobel door de strijd voor kinderrechten als een katalysator voor ‘broederschap tussen de volkeren’ te benoemen. Het is niet de eerste keer dat ‘vrede’ bij de Nobelprijs vooral als ‘rechtvaardigheid’ wordt gelezen. De Nobelprijs 2014 sluit aan bij een traditie met namen als moeder Theresa, Liu Xiabao of Johnson Sirleaf, Gbowee en Karman.
Prijzen in oorlogstijd?
In de aanloop naar de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede wordt altijd druk gespeculeerd. Enkele commentatoren meenden dat de prijs dit jaar als statement aan niemand moest worden uitgereikt om ons collectief falen in het conflictueuze jaar 2014 te onderstrepen. Toch blijft het een goed idee om, ook als de grote structuren en spelers het laten afweten, individuen te blijven lauweren die in hun eigen gemeenschap een verschil maken én met hun engagement de wereld mobiliseren voor vrede en rechtvaardigheid. De keuze om kinderrechten als voorwaarde voor duurzame vrede onder de aandacht te brengen en om de uitzonderlijke verdienste van Kailash Satyarthi en Malala Yousafzay te erkennen, is dan ook meer dan gerechtvaardigd. Ook al was 2014 geen goed jaar voor de vrede, het geeft hoop voor een betere toekomst voor kinderen en jongeren wereldwijd.
Tomas Baum (Directeur van het Vlaams Vredesinstituut) en Bruno Vanobbergen (Vlaams kinderrechtencommissaris)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier