‘De moslimwereld is het walhalla voor samenzweringstheorieën’
‘Veel moslims houden zich voor dat de islamitische wereld achter loopt omdat het Westen tegen ons is. Ik betreur dat. Het ontneemt ons de mogelijkheid om helder na te denken.’ Schrijver en islamitisch denker Mustafa Akyol maakt de balans op van de relaties tussen het Westen en de Arabische wereld.
Terwijl China en India zich als grootmachten ontpoppen, Rusland weer zijn tanden toont en Afrika uit zijn voegen barst, lijkt de positie van Europa en Amerika tanende. Hoe moet het Westen omgaan met zijn nieuwe plek in de wereld? Knack ging te rade bij prominente niet-westerse denkers. Is het Westen op zijn retour? Elke week buigt een van hen zich over die vraag. Deze week: de Turkse schrijver Mustafa Akyol. p>
Het Westen is een ingewikkeld vraagstuk voor de moslimwereld’, vertelt Mustafa Akyol in het begin van ons gesprek. ‘Veel moslims vinden het Westen te seculier. Maar aan de andere kant heeft het Westen dingen die moslims ook graag willen: welvaart, democratie, mensenrechten. Het is het grote vraagstuk voor elke niet-westerse samenleving: wat betekent het Westen, en hoe moeten we ons tot het Westen verhouden zonder onze eigenheid te verliezen?’
Die ambiguïteit ervoer Mustafa Akyol ook in zijn eigen leven. Akyol groeide op in de Turkse hoofdstad Ankara, als enig kind in een middenklassegezin. Hoewel zijn ouders beiden gelovig waren, kreeg hij zijn religieuze opvoeding van zijn grootvader. Tegelijk was het Westen nooit veraf omdat hij naar Engelstalige scholen ging. Ironisch genoeg zou Akyol zowel geloviger als westerser worden dan zijn ouders. Zijn boek Islam Without Extremes uit 2011 is nog steeds een veelgeprezen werk onder liberaalgezinde islamitische intellectuelen. Het boek, dat verboden is in onder andere Maleisië, is een hartstochtelijk pleidooi voor een nieuwe interpretatie van de islam, weg van de gesloten mindset die de voorbije decennia in veel islamitische landen gemeengoed is geworden.
Saudi-Arabië verspreidt de meest rigide interpretatie van de islam. Op lange termijn is het dom om je daarmee te associëren.
‘Je kunt als Turk perfect opgroeien in een omgeving die zeer westers aandoet’, aldus Akyol. ‘Turkije is een van de niet-westerse landen die het meest van het Westen hebben overgenomen. Maar tegelijk besef je altijd dat je geen westerling bent. Het is heel dubbel. Je hebt bewondering voor heel wat culturele aspecten van de westerse wereld, maar je groeit ook op op met verhalen over hoe de westerlingen Turkije onheus behandelen en de moslimwereld willen koloniseren.’
Op school leerde Akyol over het Verdrag van Sèvres, het vredesverdrag tussen de geallieerden en het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog. ‘Dan leer je dat de Britten en de Fransen met de Armeniërs en de Koerden hebben samengespannen om Turkije in stukken te snijden. De onderliggende boodschap is daarbij altijd dat het verdrag van Sèvres het grootste onrecht in de Turkse geschiedenis was, en dat het Westen eropuit is om dat verdrag te herhalen. Maar door te reizen en meer van de wereld te zien snap ik dat alleen de Turken nog weten wat het Verdrag van Sèvres is, en letterlijk niemand in de hele wereld van plan is om dat verdrag terug te brengen.’
Hoe kijkt u naar de huidige relaties tussen Turkije en Europa?
Mustafa Akyol: Met enorme teleurstelling. Ik geloof nog altijd dat het een goede zaak zou zijn als Turkije lid zou worden van de Europese Unie. Maar het toetredingsproces is totaal in elkaar gestuikt. Er is daarover veel frustratie aan Turkse kant. In 2004 gaven verschillende Europese landen al aan dat ze nooit zouden toelaten dat Turkije bij de EU kwam. Het heeft het nationalisme in Turkije aangewakkerd.
Draagt Europa de verantwoordelijkheid voor het mislukken van die relatie?
Akyol: De schuld ligt toch vooral bij Erdogan en zijn AKP. President Erdogan had het toetredingsproces aanvankelijk nodig om aan de macht te blijven. Toen hij aan de macht kwam, was hij bang dat de oude secularistische elite hem zou afzetten. En dus voerde hij verschillende hervormingen door die Europa eiste, om aan de oude elites te tonen dat hij geen islamist was. Maar zodra hij het staatsapparaat controleerde, had hij de Europese Unie niet meer nodig. Opmerkelijk genoeg heeft hij de hervormingen van toen zelfs teruggedraaid.
Hoe moet Europa met een autoritaire leider als Erdogan omgaan?
Akyol: Europa moet proberen te redden wat er te redden valt. Ik zou ervoor pleiten om Turkije in de Raad van Europa te houden. Op die manier valt het nog steeds onder de jurisdictie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Ik hoop dat Europa de schade kan controleren.
Anderzijds zijn veel Europese leiders ook blij met het feit dat Turkije er niet bij komt.
Akyol: Ik denk sowieso dat EU-lid worden er op korte termijn niet meer inzit. Maar zelfs dan is het toetredingsproces goed geweest voor Turkije. Zolang Erdogan aan de macht is, zal de relatie moeilijk blijven. Europa moet beseffen dat hij een tijdelijk fenomeen is. Erdogan surft op een golf van wrokgevoelens tegenover de oude seculiere elite. Zijn medestanders hebben het gevoel hun land terug te hebben. Ja, Erdogan is autoritair, schendt de mensenrechten, controleert de media en de rechtbanken, maar Turkije is nog steeds een electorale democratie, waarin de oppositie verkiezingen kan winnen.
Zijn de Turken zelf nog geïnteresseerd in toenadering tot Europa?
Akyol: Religieuze conservatieven vinden Europa tegenwoordig een wansmakelijk idee. Maar zelfs de conservatieven beginnen stilaan in te zien dat Turkije niet Rusland kan zijn. Het heeft niet genoeg grondstoffen om zich te isoleren. Turkije kan enkel succesvol zijn met een markteconomie, en daarvoor heeft het Europa nodig. De hardcore Erdoganaanhangers zullen hem blijven steunen, maar de meeste Turken vinden het maar niets dat ze verarmen en hun kinderen niet meer naar een goede school kunnen sturen. Erdogan heeft dus de keuze: hij zal zijn houding moeten matigen, of hij zal de macht verliezen. Ik zou Europa aanraden om dat moment af te wachten, en niet te denken dat Turkije verloren is.
Gelooft u dat Erdogan verslagen kan worden?
Akyol: Absoluut. De burgemeestersverkiezingen van Istanbul zijn een prima les over hoe je autoritaire leiders en populisten verslaat. Oppositiekandidaat Ekrem Imamoglu heeft gewonnen omdat hij niet meedeed aan de polarisering. Met zijn beschaafde en gematigde discours heeft hij honderdduizenden Erdogankiezers kunnen overtuigen. Mensen uit de stedelijke middenklasse en religieuze conservatieven, die inzien dat ze verarmen als ze Erdogan blijven volgen.
Erdogan is ontzettend populair in de rest van de Arabische wereld. Hoe komt dat?
Akyol: De meeste moslims weten niet veel van Erdogans aanvallen op de persvrijheid en de democratie. Ze vinden het ook niet belangrijk, alleen al omdat Turkije zelfs in zijn huidige vorm nog véél democratischer is dan de meeste Arabische landen. Erdogan is populair omdat hij opkomt voor Palestina en Assad wilde wegkrijgen, dat zijn standpunten die het goed doen in de Arabische wereld. Zijn welkomstbeleid voor Syrische vluchtelingen is indrukwekkend. Op een moment waarop Europa nadenkt over het opvangen van enkele duizenden vluchtelingen, vangt Turkije er 3,5 miljoen op.
Sowieso speelt Erdogan in op het algehele gevoel van machteloosheid in de Arabische wereld. Er bestaat een wijdverspreid idee dat er een sterke leider moet komen die de islamitische wereld terugbrengt naar zijn gloriedagen. Veel moslims herkennen daar Erdogan in.
Hoe verklaart u de achterstand van de islamitische wereld?
Akyol: De belangrijkste verklaring is de Saudische olie. De grootste tragedie van de Arabische wereld is het toeval dat de grootste olievoorraden ter wereld net in Saudi-Arabië liggen. Daardoor is het wahabisme, de meest intolerante en rigide interpretatie van de islam, over de hele wereld verspreid.
Daarnaast is er het probleem dat moslims er niet in geslaagd zijn om de moderniteit een plaats te geven. Het idee van mensenrechten is bijvoorbeeld helemaal voorbijgegaan aan de islamitische wereld. Veel moslims hebben het idee dat ze moeten terugkeren naar het verleden, maar dat is een illusie. Er is maar één formule: openheid. (stilte) Ik was goed bevriend met journalist Jamal Khashoggi. Voor hij door de Saudi’s werd afgeslacht, had hij in zijn laatste artikel geschreven dat de Arabische wereld vooral vrijheid van meningsuiting nodig heeft. Hij had honderd procent gelijk. Zonder vrijheid van meningsuiting ontneem je een maatschappij alle mogelijkheden om zijn problemen aan te pakken. Hoe kun je dan beginnen?
Wat heeft de Arabische wereld nodig om uit het dal te kruipen?
Akyol: Tolerantie, rede, wetenschap, vrijheid. Een van de belangrijkste punten is vrijheid van religie, en dan vooral de vrijheid om niet religieus te zijn. Het idee dat individuen het recht hebben om hun religie te verlaten, wordt in de meeste islamitische landen niet geapprecieerd. In landen als Saudi-Arabië of Iran staat op geloofsafval de doodstraf. Die autoritaire cultuur moet weg. Daarvoor hebben we sterke leiders nodig. Geen leiders met de ijzeren vuist, maar visionairen die voor onderwijs zorgen, voor persvrijheid, vrijheid van meningsuiting.
Ik snap dat een boerka er vanuit westers perspectief nogal vreemd uitziet. Ik zie het ook niet graag. Maar zo werkt vrijheid nu eenmaal.
Ziet u enige leiders die aan die omschrijving voldoen?
Akyol: Die zijn er zeker. Ik heb bewondering voor Rashid Al-Ghannushi, de leider van de Tunesische Ennahda-partij. Dat is een islamitisch geïnspireerde partij die gematigd en liberaal is. Sinds de Arabische Lente heeft hij matiging en pragmatisme gebracht in de Tunesische politiek. Tunesië heeft een van de liberaalste grondwetten ter wereld, en ze is mee opgesteld door islamisten! Ondanks zijn economische problemen is Tunesië het voorbeeld dat een liberale democratie perfect verenigbaar is met de islam.
U gelooft niet in secularisme als model om islamitische landen te verzoenen met de moderniteit. Waarom eigenlijk?
Akyol: Secularisme heeft een slechte naam in de Arabische wereld, omdat het in Turkije veel te autoritair is opgelegd. Je kunt niet eerst de hoofddoek verbieden en dan verwachten dat een islamitische bevolking het seculaire model aanvaardt. Ik vind liberalisme sowieso belangrijker dan secularisme.
Hoe moet het Westen omgaan met Saudi-Arabië?
Akyol: Ik vind de Amerikaanse benadering niet getuigen van veel intelligentie. Washington denkt: Iran is een probleem, Saudi-Arabië is tegen Iran, dus we moeten vrienden zijn met Saudi-Arabië. Natuurlijk is Iran problematisch omdat het gewapende groeperingen in bijvoorbeeld Syrië en Jemen steunt, maar op ideologisch gebied staat Iran een veel gematigder versie van de islam voor. Saudi-Arabië verspreidt de meest rigide interpretatie van de islam. Op lange termijn is het dom om je daarmee te associëren.
Moet het Westen de banden met Riyad dan verbreken?
Akyol: Ik begrijp dat westerse landen banden onderhouden met de Saudische monarchie. Maar kroonprins Mohamed bin Salman is een bewezen tiran. Hij heeft de uitgesproken ambitie om van Saudi-Arabië een grootmacht te maken. Hij is een soort islamitische versie van Scarface: hij wil de grootste maffiabaas van de Arabische wereld worden. Natuurlijk vind ik het goed dat Saudische vrouwen tegenwoordig met de auto mogen rijden, maar dat telt niet als je tegelijk activisten martelt of journalisten in stukken snijdt. Maar Bin Salman komt er allemaal mee weg. Nauwelijks een paar maanden later gaat hij weer vrolijk op de foto met westerse leiders. Dat is een grote fout. De westerse regeringen hadden de Saudische koning om een onafhankelijk onderzoek moeten vragen. Als uit zo’n onderzoek blijkt dat de prins betrokken was – en dat was hij – moet Saudi-Arabië geboycot worden zolang hij aan de macht is. Maar Trump liet een VN-resolutie blokkeren om Saudi-Arabië uit de wind te zetten.
Hoe kijkt de islamitische wereld eigenlijk naar Saudi-Arabië?
Akyol: Traditioneel wordt Saudi-Arabië gerespecteerd als bewaarder van Mekka en Medina. Maar als staat is het nooit een model geweest. Tot het begin van de twintigste eeuw lette niemand op Saudi-Arabië: het was een achtergestelde, geïsoleerde regio.
Is de islamitische wereld zich bewust van zijn achterstand op de rest van de wereld?
Akyol: O ja, dat gevoel leeft sterk. Het is heel duidelijk dat de Arabische wereld in ongeveer elk opzicht achterloopt. Alleen slagen veel moslims er niet in daarover de juiste analyse te maken. De moslimwereld is het walhalla voor samenzweringstheorieën.
Hoe verklaart u de populariteit van dergelijke theorieën?
Akyol: Het concept ‘samenzweringstheorie’ is redelijk nieuw voor de Arabische wereld. Twee eeuwen geleden had het Arabisch niet eens een woord voor ‘samenzwering’. De Turken hebben hun woord ‘ komplo’ moeten ontlenen uit het Frans. Tot de negentiende eeuw was er geen behoefte aan samenzweringstheorieën om de zwakte van de Arabische wereld te verklaren. Samenzweringstheorieën zijn populair omdat ze een gemakkelijke manier zijn om voor jezelf te verklaren dat je achterloopt. Veel moslims houden zich voor dat de islamitische wereld achterloopt omdat het Westen tegen ons samenzweert. Ik betreur dat. Het ontneemt ons de mogelijkheid om helder na te denken. Daarbij mag u ook niet vergeten dat de Arabische wereld wel degelijk het slachtoffer is geweest van samenzweringen, zoals het kolonialisme, en staatsgrepen die door westerse mogendheden gesteund werden.
Tot het begin van de twintigste eeuw lette niemand op Saudi-Arabië: het was een achtergestelde, geïsoleerde regio.
Draagt het Westen verantwoordelijkheid voor de toestand waarin de Arabische wereld zich vandaag bevindt?
Akyol: Wat lost het op om andere landen de schuld te geven van ons falen? Je kunt het kolonialisme de schuld geven, maar er zijn heel wat gekoloniseerde landen die het ondertussen wel goed doen. Ja, het kolonialisme was verschrikkelijk, maar het is voorbij. Het is niet omdat de Fransen in de Algerijnse Oorlog zo veel Algerijnen gedood hebben, dat er vandaag zo veel fanatisme is.
Hoe moet Europa met zijn moslimgemeenschap omgaan?
Akyol: Europese landen moeten ernaar streven hun moslimgemeenschappen te integreren. Dat zou beter lukken als landen als Frankrijk meer respect tonen voor de geloofsbeleving van conservatieve moslims. Waarom zou je in naam van de laicité geen halalvoeding serveren? Of waarom moet je zo nodig de boerkini verbieden? Laicité heeft een illiberaal aspect, waardoor moslims zich minder thuis voelen in de maatschappij. Je moet moslims niet dwingen om een keuze te maken tussen Frans en moslim zijn.
Waarom zouden moslims zich niet Frans kunnen voelen? Er is toch niemand die hen daarin hindert?
Akyol: Al die voorschriften die religieuze kentekens verbieden hebben een psychologische impact. Binnen de islam is er een zeker wantrouwen tegenover de liberale democratie. Dat kun je enkel wegnemen als je ervoor zorgt dat moslims in een liberale democratie perfect zichzelf kunnen zijn. Door zo halsstarrig aan die laicité vast te houden voedt een land als Frankrijk het narratief van de islamisten: het Westen is de vijand, het Westen wil ons dwingen om slechte moslims te zijn.
Geldt dat ook voor het boerkaverbod?
Akyol: Ik ben tegen de boerka, maar ook tegen het boerkaverbod. Een vrouw die met een boerka over straat loopt, schaadt niemand. Door de boerka te verbieden, dwing je vrouwen om thuis te blijven, en kunnen ze geen deel uitmaken van de samenleving.
Is herkenbaarheid geen tegenargument? Hoe kun je deel uitmaken van een maatschappij als je je voorkomen volledig versluiert?
Akyol: Bij veiligheidscontroles moeten vrouwen die de boerka dragen zich natuurlijk kunnen identificeren. Maar voor de rest is dat geen argument. Mensen kunnen zich in een liberale samenleving vermommen, of een sjaal voor hun gezicht hangen. Ik snap dat een boerka er vanuit westers perspectief nogal vreemd uitziet. Ik zie het ook niet graag. Maar zo werkt vrijheid nu eenmaal.
Is die focus op levensbeschouwelijke tekenen niet enorm overdreven?
Akyol: Onderschat niet hoezeer dat speelt, ook in de islamitische wereld. Als ik aan moslims zeg dat Iran niet het recht heeft om vrouwen de hoofddoek op te leggen, krijg ik steevast de reactie dat Frankrijk hoofddoeken verbiedt. Zonder Frankrijk met Iran te willen vergelijken: de analogie is er.
U hebt er zelf ooit voor gepleit om intelligent design te doceren op school: het idee dat het universum het werk is van een intelligente ontwerper.
Akyol: Ik heb dat vijftien jaar geleden verdedigd, maar ik ben van gedachten veranderd. Ik vind niet dat je intelligent design moet promoten op school. De evolutieleer is perfect compatibel met het geloof.
Bent u nog optimistisch over de toekomst van de Arabische wereld?
Akyol: O, jawel. Alle problemen die in de moslimwereld bestonden, bestonden ook in de christelijke wereld. Vier eeuwen geleden vonden christenen ook dat ketters verbrand moesten worden, en dat het de plicht was van de overheid om religie op te leggen. Die transformatie in Europa is enorm snel gegaan. Er is geen reden dat de islamitische wereld dat niet zou kunnen. Uiteindelijk is de islam een voortzetting van de joodse en christelijke traditie. We hebben nog geen verlichting gehad. Maar we werken eraan.
Mustafa Akyol p>
– 1972: geboren in Ankara p>
– 1996-1999: studeert politieke wetenschappen en geschiedenis aan de Bogaziçi Universiteit van Istanbul p>
– 2012-2016: docent aan de Fatih-universiteit van Istanbul p>
– 2017: wordt gearresteerd in Maleisië wegens zijn liberale interpretatie van de islam p>
– 2018-vandaag: als onderzoeker verbonden aan het Cato Institute, een Amerikaanse denktank p>
– Auteur van Islam Without Extremes (2011) en The islamic Jesus (2017) p>
– Columnist voor The New York Times, Hürriyet en Al-Monitor p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier