J.M. Berger
‘De IS is echt niet alleen gefocust op het vestigen van zijn kalifaat’
Het zijn geen eenzame wolven en de IS is ook geen verre vijand die alleen aan de andere kant van de wereld opereert. De aanslagen in Parijs zaten er dan ook gewoon aan te komen. Dat schrijft J.M. Berger, coauteur van het boek ‘IS – Staat van Terreur’.
Het afgelopen jaar probeerden analisten en beleidsmakers de terroristische mogelijkheden van de Islamitische Staat in te schatten. Aanvankelijk dachten sommige specialisten dat de IS niet meteen de bedoeling had om spectaculaire acties buiten Syrië en Irak te ondernemen. Daarna werd beweerd dat Al-Qaeda gesofisticeerder was dan de IS, en daarom ook gevaarlijker. Ten slotte spitste de aandacht zich toe op zogenaamde eenzamewolfaanslagen, een domein waarin de IS excelleerde. Daar leek iedereen het toch over eens te zijn.
De IS is echt niet alleen gefocust op het vestigen van zijn kalifaat
Maar op een paar weken tijd heeft de IS op ondubbelzinnige wijze zijn ware bedoelingen getoond. In oktober eiste de groep verantwoordelijkheid op voor de ontploffing van een Russisch passagiersvliegtuig waarbij 224 mensen omkwamen. De IS wordt ook verantwoordelijk geacht voor de dood van 44 mensen in een zelfmoordaanslag in Beiroet vorige week. En bij de gecombineerde aanslagen van vrijdag in Parijs was het weer de IS die de verantwoordelijkheid opeiste. De belangrijkste les van die aanslagen zal zijn dat we ons fundamenteel verkeken hebben op de capaciteiten, gedragingen en intenties van de IS. Wat we nu zien, is de ontplooiing van de middelen waarover de IS al beschikt sinds de groep in juni 2014 zijn kalifaat uitriep.
Een dwaalspoor
In maart betoogden mijn coauteur Jessica Stern en ik in ons boek dat we niet mochten uitsluiten dat de IS over de mogelijkheden beschikt om spectaculaire aanvallen uit te voeren, zelfs op het niveau van 9/11. Onze evaluatie was niet gebaseerd op specifieke inlichtingen, maar op een simpele optelsom. De IS beschikt over minstens tienduizenden strijders, de meesten met ervaring, en ook nog eens duizenden buitenlandse strijders. Dat is een veel groter terroristisch potentieel dan Al-Qaeda had toen het de aanslagen van 9/11 uitvoerde (een stuk minder dan duizend). De IS kan met gemak een spectaculaire aanval opzetten. Eigenlijk is de groep daar al meer dan een jaar toe in staat.
Sinds 9/11 is het landschap in nog andere opzichten veranderd. De IS heeft expertise op het vlak van de nieuwe technologie van de sociale media. Dat stelt de de groep in staat om het profiel van honderden miljoenen gebruikers uit te pluizen op zoek naar de paar duizend mensen die hun activiteiten willen steunen en promoten. Toch zaten heel wat analisten op een dwaalspoor wat de technische capaciteiten van de IS betreft. Dat komt onder meer door het verschil met Al-Qaeda.
De schoenbom, de ondergoedbom en de printerbom
Al-Qaeda wilde koste wat het kost vernuftig zijn, en trad daarmee in de voetsporen van de legendarische jihadistische bommenmaker Ramzi Yousef. Het slimme ontwerp van Al-Qaedabommen en de voorkeur van de groep voor ingewikkelde plots stelden de antiterreurbrigades voor tal van concrete uitdagingen. Toen Al-Qaeda in 2006 vloeibare bommen probeerde te gebruiken op vliegtuigen die naar de Verenigde Staten vlogen, werd de luchthavenbeveiliging in functie van die dreiging aangepast. Gewapend met technologie en een flinke hap uit het nationale veiligheidsbudget, maakten we jacht op de schoenbom, de ondergoedbom en de printerbom – allemaal ingenieus, allemaal miskleunen. Het was Al-Qaeda’s voorliefde voor elegantie die onze aandacht afleidde. Beschikte de IS over een duivels genie als Ibrahim al Asiri, de maker van de ondergoedbom van Al-Qaeda op het Arabisch Schiereiland (AQAS)? Nee? Dan vormde AQAS wellicht de grootste bedreiging, stond in het leeuwendeel van de terrorismerapporten.
Uiteraard gaat er van AQAS een dreiging uit, zoals ten overvloede is aangetoond door de aanval op de redactiekantoren van Charlie Hebdo in januari. Maar zoals we nu weten, was de IS ondertussen bezig om een insider te laten infiltreren op de luchthaven van Sharm el Sheikh in Egypte: op 31 oktober explodeerde en crashte Metrojet 9268 met bestemming Rusland. Daarbij doodde de groep in één klap meer vliegtuigpassagiers dan AQAS tijdens jarenlange pogingen.
Improvisatie is inherent aan terrorisme. Een aanval kan van start tot finish simpel zijn, zoals de eenzamewolfaanslagen door IS-aanhangers in Canada in 2014. Of hij kan complex zijn in zijn ambitie maar technisch simpel, zoals bij de Parijse aanslagen.
Wat de zaken nog ingewikkelder maakte, was dat AQAS werd beschouwd als de jihadistische groep met de grootste bereidheid om het Westen aan te vallen, deels vanwege de praktische adviezen voor het maken van een bom, deels door de ideologische ophitsing in zijn Engelstalige magazine Inspire. In werkelijkheid voerde AQAS maar een handvol aanslagen uit, aan een traag tempo en over vele jaren gespreid. De groep zette één stagiair in voor de mislukte ondergoedbomaanslag op kerstdag 2009 en twee uitvoerders voor de aanslag op Charlie Hebdo. AQAS pochte dat het amper 3915 euro spendeerde voor de UPS- bomaanslag in 2010. Toen werd een bom gecamoufleerd als printerinktpatroon in een vrachtvliegtuig gesmokkeld, maar hij werd onderschept nog voor hij kon ontploffen.
Die activiteiten waren lang geen bagatellen. Een aantal was dodelijk en de aanslagen die mislukten, hadden erg dodelijk kunnen zijn. Maar al die bedrijvigheid vergde maar een fractie van de middelen van AQAS, een van de grootste en best gefinancierde filialen van Al-Qaeda. Het was duidelijk dat AQAS meer gefocust was op zijn lokale rebellie in Jemen dan op de verre vijand.
Geduld en discipline
Uiteraard dacht men dat ook de IS, nadat de groep in juni 2014 Mosoel had ingenomen, gefocust was op oorlogsvoering op het thuisfront en op het vestigen van zijn kalifaat. Die perceptie was niet verkeerd, maar wel onvolledig. Toen het Westen in september 2014 een levendige interesse betoonde voor de activiteiten van de IS, antwoordde de groep met provocaties, te beginnen met de griezelige videotapes van moorden op westerse gijzelaars in Syrië. Er was weinig hoop dat die provocaties zouden stoppen wanneer de voorraad gijzelaars van de IS uitgeput was. De groep beantwoordde elke dreiging met almaar hevigere provocaties. Toen Jordanië zich in september aansloot bij de door de Amerikanen geleide coalitie tegen de IS, antwoordde de groep door een gevangen Jordaanse piloot levend te verbranden. En toen Rusland eerder deze herfst luchtaanvallen op Syrië startte, liet de IS een Russisch vliegtuig ontploffen.
Als de coalitie erin slaagt om de IS uit zijn primaire geografische bolwerken te verjagen, zal de groep duizenden strijders vrijmaken die op verafgelegen plaatsen de rol van terrorist kunnen gaan spelen.
Nu de groep te maken krijgt met toenemende druk op zijn gebieden in Irak en Syrië – amper enkele uren voor de aanslagen in Parijs veroverden Koerdische troepen Sinjar – zal de IS manieren blijven zoeken om de aandacht ergens anders op te vestigen en zijn krachtige imago in stand te houden. Als de coalitie erin slaagt om de IS uit zijn primaire geografische bolwerken te verjagen, zal de groep duizenden strijders vrijmaken die op verafgelegen plaatsen de rol van terrorist kunnen gaan spelen. Dat is een vooruitzicht waarop de meesten in het Westen waarschijnlijk niet adequaat zijn voorbereid.
We moeten ook beseffen dat een geavanceerde opleiding en een overvloed aan middelen niet de enige troeven van een terroristische groep zijn. Bij een terroristische aanslag of een massamoord zijn geduld en discipline het belangrijkst, en we kunnen mensen er moeilijk van weerhouden om die kwaliteiten te ontwikkelen.
Ten slotte gaat hun manier van doden ons bevattingsvermogen wellicht ook te boven. De IS mag dan de eerste zijn die de nieuwe organisatievorm gebruikt, hij zal niet de laatste extremistische groep zijn die dat doet. We kunnen wel proberen om een antwoord op zulke groepen te formuleren, maar daarbij moeten we er wel rekening mee houden dat een steeds diversere groep tegenstanders voor alsmaar andere rampen kan zorgen. Het zal niet gemakkelijk zijn.
Deze bijdrage schreef J.M. Berger oorspronkelijk voor de Amerikaanse nieuwssite Politico.
Europa in oorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier