Eva Willems

‘De geschiedenis wordt vandaag geschreven: waar zijn de kinderen van de verlichting nu?’

Eva Willems Historica en docent aan de UGent

‘Dat er in een oorlog ‘enkel verliezers’ zijn klopt misschien voor de burgerslachtoffers, maar niet als we kijken naar de verantwoordelijken en hun bondgenoten’, schrijft Eva Willems (UGent). Ze beargumenteert dat we verder moeten kijken dan de tweedeling tussen daders en slachtoffers, en ook de verantwoordelijkheid van andere betrokkenen in dit conflict onder de loep moeten nemen.

‘We hebben zo’n sterke behoefte om het terrein te verdelen in ‘wij’ en ‘zij’ (misschien omdat we van oorsprong kuddedieren zijn), dat dit schema, de tweedeling vriend-vijand, de voorrang heeft boven alle andere.’

Zo schreef Holocaust-overlever Primo Levi in 1986 in zijn boek De verdronkenen en de geredden, waarin hij haarscherp de vreselijke morele ambiguïteit beschrijft die de gruwelijke realiteit van de concentratiekampen kenmerkt.

Maar, zo gaat Levi verder, “de wéns om te vereenvoudigen is gerechtvaardigd, maar de vereenvoudiging zelf is dat niet altijd.”

Als West-Europese burgers en toeschouwers van het oplaaiende conflict tussen Israël en Hamas moeten we ons in de eerste plaats goed bewust zijn van de mechanismen die aan het werk zijn bij het identificeren van daders en slachtoffers in de publieke opinie. Tegelijkertijd moeten we ook verder durven kijken dan die tweedeling, naar de verantwoordelijkheid van andere betrokkenen in dit conflict.

Laat ik beginnen bij het eerste punt. Eén van de zaken waar Primo Levi en andere Holocaust-overlevers mee worstelden was de angst om niet geloofd te worden wanneer ze de gruwel van de kampen zouden beschrijven – de getuigen waren immers in de minderheid. Vandaag is het paradoxaal genoeg geen Glaubensunwilligkeit die de publieke opinie parten speelt: dankzij de (sociale) media zijn we allemaal getuigen van het eerste uur. De beelden van de terreurdaden van Hamas zijn wijdverspreid en worden doelbewust ingezet als propaganda – zo gebiedt het de logica van het inzetten van terreur als oorlogswapen.

Het bestaan van de grootste openluchtgevangenis ter wereld in de Gazastrook is ons allen al lang welbekend, net zoals het beeld van het puin van de bombardementen. We luisteren allemaal mee terwijl het Israëlische leger zich opmaakt voor wat kan resulteren in de volledige vernietiging van het woongebied van 2 miljoen burgers.

De tragische dood van onschuldige burgers aan beide zijden doet niets af aan het feit dat sommige burgers kennelijk meer medeleven opwekken dan andere. Als we al zo lang lijdzaam toekijken naar wat er in Gaza gebeurt, dan moet dat wel zijn uit compassion fatigue, gevoed door het binnensijpelenvan de dehumaniserende politiek en retoriek van Israël.

Als we zo geschokt zijn over het feit dat ook ‘Westerse’ festivalgangers het slachtoffer kunnen worden van oorlogsmisdaden, dan moet dat wel zijn omdat we het gemakkelijker vinden om hen als ‘wij’ en niet als ‘zij’ te beschouwen. De respectievelijke machtspositie van de daders reproduceert zich in het discours over slachtofferschap, en daar zijn de bondgenoten die ene of gene vlag laten wapperen aan de poorten van hun instellingen medeverantwoordelijk voor.

Dat brengt me bij het tweede punt. Het wij-zij denken overstijgen is niet alleen broodnodig om slachtofferschap aan beide kanten te kunnen (h)erkennen, het helpt ons ook om de positie van de andere betrokkenen, zij die door actie of inertie de positie van daders en slachtoffers in stand houden of verergeren, onder de loep te nemen. Als we dat niet doen, dan dreigen we niet verder te komen dan een sinister opbod waarbij de gruwel van de hedendaagse terreurdaden van Hamas afgewogen wordt tegen het voortdurende historisch onrecht van decennialange onderdrukking en kolonisering van de Palestijnen door Israël.

(Lees verder onder de preview.)

Daarom moeten we ook de rol van de anderen betrokken partijen te allen tijde blijven benadrukken. De VS die militaire steun leveren aan Israël en tegelijkertijd het oorlogsrecht preken. De EU die de ontwikkelingssteun aan de Palestijnen wil herbekijken. Iran dat Hamas bewapent en zo ook de Gazanen die zich op een andere manier willen verzetten gegijzeld houdt. De burgemeester van Antwerpen die ‘aan de kant van de democratie gaat staan’ en zo de menselijkheid van ‘zij’ die niet zijn zoals ‘wij’ aan de kant schuift.

Het zijn allemaal machtsspelers die, van ver weg of dichtbij, politiek, economisch of moreel betrokken zijn bij het conflict. Zij verdienen, samen met de daders en slachtoffers, onze volle aandacht. Omdat zij degenen zijn die, door mee te gaan in de oorlogsretoriek, olie op het vuur gooien. Omdat zij degenen zijn die hun eigen belangen vooropstellen terwijl ze pretenderen moreel superieur te zijn door de ‘juiste’ kant van de geschiedenis te kiezen. Omdat zij tegelijkertijd de enigen zijn die machtig genoeg zijn om druk te kunnen uitoefenen om een onmiddellijk staakt het vuren te bewerkstellingen en zo duizenden onschuldige burgers van een vreselijke dood te redden.

De geschiedenis wordt vandaag geschreven. Waar zijn de kinderen van de verlichting nu? De weinige middenveldspelers die nog oproepen tot vrede dreigen nota bene op droog zaad gezet te worden wegens een vergezochte guilt by association. Dat er in een oorlog ‘enkel verliezers’ zijn klopt misschien voor de burgerslachtoffers, maar niet als we kijken naar de verantwoordelijken en hun bondgenoten. Die zullen blijven doorgaan tot er duidelijke winnaars en verliezers zijn. De slachtoffers zullen het niet kunnen navertellen, maar wij hebben het deze keer allemaal gezien.

Eva Willems is historica en docent aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek focust op de omgang met geschiedenis en herinnering na gewelddadig conflict.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content