De gele hesjes leggen een verdeeld Frankrijk bloot
Voor het tweede weekend op rij blokkeerden duizenden Fransen snelwegen en rotondes. Ze kwamen samen in Parijs om hun onvrede te laten blijken over de belastingverhogingen en het verlies aan koopkracht. De ‘gele hesjes’ claimen dit te doen voor iedereen, maar ze leggen vooral een wij-zij-denken bloot eigen aan de Franse samenleving.
Het was de ’tweede acte’ in het protest van de ‘gilets jaunes’. Bij de blokkades vorige week vielen al twee doden en 620 gewonden. De woede zit diep en via sociale media werd opgeroepen om afgelopen weekend, op 24 november, naar de hoofdstad te komen. ‘Op 24 november is Parijs een dode stad.’
Parijs staat symbool voor alles wat het bloed van de gele hesjes doet koken. Misschien is het vergezocht, maar sommigen zien in de Champs-Elysées de uitgelezen plek om een nieuwe revolutie te ontketenen, zoals de Bastille dat was op 14 juli 1789. Het fort stond symbool voor de gevestigde waarde. Dat was precies waar ‘het gewone volk’ komaf mee wilde maken.
De Champs-Elysées, waar zaterdag traangas en een waterkanon moesten worden ingezet om de menigte uit elkaar te drijven, huist niet alleen luxewinkels waar de gemiddelde Fransman het geld niet voor heeft, maar is ook de symbolische woonplaats van de president. En die president is iemand die volgens de gele hesjes niet naar hen omkijkt. De ‘president van de rijken’, de ‘president van de stad’, het zijn bijnamen die Emmanuel Macron al sinds zijn verkiezing met zich meedraagt.
Het platteland versus de elite
Dat de gele hesjes Macron verwijten er alleen te zijn voor ‘de rijke stedelingen’ en niet voor ‘hen’ illustreert de tweespalt in de Franse samenleving. Er zijn twee Frankrijken. Enerzijds het geglobaliseerde Frankrijk van de steden en anderzijds het Frankrijk van de verpauperde periferie.
De geografische splitsing tussen stad en platteland trekt zich in Frankrijk door op alle domeinen. De politieke voorkeur, koopkracht, scholingsgraad en politieke prioriteiten liggen mijlenver uit elkaar. De leegloop en braindrain zijn voor wie weleens door Franse dorpen rijdt zeker geen verrassing. Dat enorme verschil tussen platteland en stad kennen we niet in België.
In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 2017 was de tendens overduidelijk. Kort door de bocht stemden stedelingen op Macron en ging Marine Le Pen met de overwinning lopen op het platteland. Le Pen wierp zich op als het gezicht van ruraal Frankrijk. ‘Ze zien hun banen verloren gaan en jongeren zitten er zonder werk. Ze hebben geen positief beeld van de samenleving en de politiek en hebben het gevoel dat er geen rekening gehouden wordt met het platteland. Ze voelen zich vergeten’, zei Yves Krattinger, verantwoordelijk voor het platteland in het team van Hollande, daar toen over in de krant Le Monde. Dat gevoel heeft Macron niet kunnen wegwerken en daar proberen extreme partijen nu van te profiteren.
Wat begon als een protest tegen de geplande belastingverhoging voor brandstof, groeide al snel uit tot een hulpkreet om meer koopkracht. Het Franse platteland is uitgestrekt en werk is er amper. Inwoners moeten niet zelden een uur of langer rijden om op hun werk te geraken. Een alternatief is er niet, want het openbaar vervoer schiet tekort. Dat de stijgende brandstofprijzen dus vooral hen raken is een feit. Het gemiddelde loon ligt er bovendien een pak lager dan in de grote steden. Een ‘geel hesje’ verwoordde het als volgt: ‘De elite ligt wakker van het einde van de wereld. Wij liggen wakker van het einde van de maand.’ De prioriteiten liggen duidelijk ergens anders.
De betogingen lijken de twee Frankrijken nog verder uit elkaar te drijven.
Revolteren tegen de revolutie
Nicolas Hulot verwoordde het ongeveer zo: ‘De Parijzenaars maken zich zorgen over de longen van hun kinderen. Op het platteland zijn ze bezorgd over hun portefeuille.’ De ex-minister van Ecologische Transitie die eind augustus uit de regering stapte, verdedigde in een recent tv-interview nog zijn beslissing om de belasting op brandstof te verhogen – tot grote onvrede van de gele hesjes, die zich nog steeds onbegrepen voelen. De ecologische transitie kan hen gestolen worden. Maar is de lagere klasse op het platteland straks ook niet zelf het eerste slachtoffer van de klimaatopwarming?
Het grote verschil tussen de opstand aan de Bastille en de opstand van de gele hesjes is het doel. Waar het Franse volk in de achttiende eeuw een revolutie wou ontketenen, gebruiken de gele hesjes de revolte tegen verandering en tegen de revolutie.
De betogingen lijken de twee Frankrijken nog verder uit elkaar te drijven. Tegenstanders rijden in op de barricades, er vallen doden. Zijn we bereid nog verder te polariseren en die twee kampen tegen elkaar uit te spelen? De verkiezing van Macron straalde positivisme uit, optimisme over de toekomst. Maar de Franse zeurcultuur lijkt die euforie definitief de kop te hebben ingedrukt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier