Mark Van de Voorde
De evolutie van de selfie: van ik als individu tot persoon in verbondenheid
De selfie die Oscarpresentatrice Ellen DeGeneres de wereld instuurde werd meer dan 3 miljoen keer geretweet en wordt de ‘selfie der selfies’ genoemd. ‘Al lang geen selfie meer in de oorspronkelijke betekenis van het woord’, stelt Mark Van de Voorde.
Het plaatje wordt de “selfie der selfies” genoemd, omdat het voor één aspect van dat type fotografie alle vorige heeft geklopt: de selfie die Oscarpresentatrice Ellen DeGeneres maakte, werd 3 miljoen keer geretweet (waarvan 1 miljoen keer binnen drie kwartier).
Hoewel het de bedoeling was van Ellen DeGeneres om zich op de sociale media te presenteren in het gezelschap van Meryl Streep, verschenen uiteindelijk twaalf bekende koppen op de foto. De “selfie der selfies” is eigenlijk geen selfie meer in de oorspronkelijke betekenis. Ik zou het plaatje graag een “flocky” noemen, als dat woord zou bestaan (van “flock”, een bij elkaar troepende groep, een samengestroomde bende).
Op zoek naar identiteit
De evolutie die het nog jonge selfie al heeft doorgemaakt, zegt misschien iets over de mens en zijn evoluerende zoektocht naar identiteit: van ik als individu tot persoon in verbondenheid.
De selfie begon als een portretje van jezelf. Dat ben ik! Toen werd het een zelfportretje op diverse locaties. Ik toon niet alleen mezelf, maar ook – letterlijk – mijn achtergrond. Daarna werd een selfie een portret van jezelf met een vriend, een vriendin, een collega, een beroemdheid of een toevallige passant. Ik toon aan mijn facebookvrienden mijn live ontmoetingen. Ik leef niet alleen virtueel gelinkt, ik ben ook in het echt verbonden.
Drummen op het plaatje
Nu staan ze met twaalf op DeGeneres’ selfie. Straks wordt nog een wedstrijd uitgeschreven voor de selfie met de meeste mensen. Het wordt drummen op het plaatje dat begon als een soortement pasfotootje. Bij DeGeneres verdringen de twaalf al mekaar om in beeld te komen.
De evolutie van de selfie: van ik als individu tot persoon in verbondenheid
Dat doet me denken aan de pêle-mêle van mijn grootmoeder. Zo heette dat kader met zwart-witfotootjes dat aan de muur hing naast de fauteuil waarin mijn grootmoeder altijd zat. Dat kader van toen had de afmetingen van een flatscreen van nu. Of heeft de flatscreen van nu (niet toevallig) de afmetingen van de pêle-mêle van toen?
Mijn grootmoeder keek nooit televisie, ze had haar pêle-mêle waarin de prentjes elkaar verdrongen. Er zaten minstens zeventig portretjes in, letterlijk pêle-mêle of kriskras door elkaar. De fotootjes lagen ook gedeeltelijk op elkaar. Het leek wel of al die mensen, zoals de filmsterren op DeGeneres’ selfie, elkaar verdrongen om gezien te zijn.
Grote familie, kleine wereld
De portretjes in de pêle-mêle van mijn grootmoeder waren er geen van vedetten en sterren, maar van familieleden. Mijn grootmoeder had een zeer grote familie, die overigens ook ver in de tijd terugging. Ze kende niet alleen alle namen uit het hoofd, maar ook al het ‘nieuws’ dat van hen te vertellen was. En zelfs de roddel (zoals vandaag de ‘boekskes’ over de BV’s).
Mijn grootmoeder (die 35 jaar geleden op haar 94ste overleed) had een grote familie en een kleine wereld. En die wereld kon ze gadeslaan door het venster: de buren, de straat… Televisie keek ze niet. De radio, die op een plankje stond, hoog boven haar hoofd, speelde alleen als een zoon op bezoek die aanzette.
Kleine familie, grote wereld
Twee generaties later, die van mij dus, is onze familie fel gekrompen maar onze wereld ferm uitgezet. Enige tijd hing in mijn huis een passe-partout. Ook een kader ter grootte van de pêle-mêle van toen en met de afmetingen van een flatscreen van nu. In dat passe-partout waren ovaaltjes, vierkantjes en rechthoekjes uitgesneden. Hooguit tien fotootjes konden erin: mijn hele familie.
Dat passe-partout ligt vandaag op zolder te verstoffen. In mijn huis hangen als portretten nog slechts deze van mijn twee volwassen dochters en van mijn overleden ouders en schoonouders tegen de muur. Ik heb een heel kleine familie, maar een heel grote wereld die bij mij binnenkomt via een pêle-mêle van kanalen: tv, radio, internet, facebook, smartphone… Je zou er eenzaam van worden.
Gezien zijn is niet genoeg
Misschien werd daarom de selfie geboren: het portretje van het vernetwerkte eenzame individu dat roept: Heb je mij gezien? Hopend op tientallen vind-ik-leuks die laten weten: Ik heb je gezien! Maar gezien zijn is niet genoeg.
En zo werd de selfie een zelfportret met ‘achtergrond’, daarna een duoportret en nu een groepsfoto. De selfie als nieuwe pêle-mêle. Beeld van de zoektocht van de mens naar een ‘kader’, desnoods voor de familie van facebook. We kunnen nu eenmaal niet zonder de anderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier