De Europese lidstaten willen steeds meer, maar betalen steeds minder
De afgelopen decennia is het jaarlijkse budget dat van de lidstaten naar de Europese Unie aardig geslonken. En dat terwijl de uitdagingen alsmaar gemeenschappelijker worden: klimaat, migratie, ongelijkheid … Bovendien gooien een aantal amokmakers roet in het eten.
Elk jaar doet zich hetzelfde verschijnsel voor bij de opmaak van de Europese begroting. De lidstaten willen op alle posten bezuinigen, vooral omdat ze steeds minder soevereiniteit willen overdragen aan de Europese instellingen, en omdat ze geen pottenkijkers willen. Een land als Italië heeft tevergeefs geprobeerd met een aanzienlijk hoger begrotingstekort dan toegelaten in de eurozone (2,8 procent in plaats van 0,9 procent) zijn begroting goedgekeurd te krijgen. De regering Conte is van een kale reis teruggekomen.
Maar dat de lidstaten zich steeds schraapzuchtiger gedragen, valt af te lezen aan de cijfers. Europees parlementsverslaggever over de begroting Paul Rübig (EVP) stelt bitter vast: ‘Vijftien jaar geleden bedroeg de Europese begroting 1,2 procent van het gezamenlijk bbp in de Unie. Vandaag is dat nog 0,9 procent. Van het nationale bbp wordt tussen 30 en 50 % uitgegeven in het eigen land’. Nochtans vloeit volle 94 % van de Europese inkomsten terug naar de lidstaten (subsidies, steun, structuur- en cohesiefondsen, onderzoek), amper zes procent dient voor de administratieve uitgaven van de EU.
Bikkelen geblazen
Het is dus voortdurend bikkelen tussen het Europees Parlement (EP) en de Raad om een tussenweg te vinden. Ook dit jaar is dat niet van een leien dakje gelopen. De budgetcommissie van het Europees Parlement hield al rekening met de uitstap van het Verenigd Koninkrijk, dat evenwel volgens afspraak nog twee jaar zijn volle bijdrage zal storten. Zij moet er ook over waken dat de jaarbegroting geen afbreuk doet aan het ruimere kader, het meerjarig financiële kader (MFK) dat voor zeven jaar wordt vastgelegd. Maar vooral het op- en afbieden tekende de onderhandelingen. Op 19 november werden die afgebroken. Uiteindelijk kon de Europese Commissie toch een vergelijk vinden, dat de Raad op 7 december goedkeurde, en nu door het EP bekrachtigd is.
De meerderheid was groot. 451 parlementsleden stemden voor, 142 tegen en 78 onthielden zich. Het ging niet zonder gedruis. De uiterst linkse GUE/NGL had liefst 98 amendementen klaargestoomd, maar die werden vooraf al in blok van de tafel geveegd. De verslaggevers waren ingenomen met de grote eensgezindheid in het Europees Parlement. ‘Van de laatste begroting die we opmaken – want in mei wordt een nieuw parlement gekozen – beantwoordt deze het meest aan de prioriteiten die we in maart en juli vooropgesteld hebben’, vindt Jean Artuis (ALDE), de voorzitter van de begrotingscommissie. Vooral naar Onderzoek en Migratie gaat een fors pak meer geld. Het gaat dan om een verhoging met 11% of 150 miljoen tegenover 2018 voor Horizon 2020 (dat wel 12,3 miljard aan verbintenissen heeft binnengehaald), en 55 % (tot een totaalbedrag van 1,1 miljard euro) voor Erasmus+, het Initiatief voor Jongerentewerkstelling, en COSME, de hulp aan KMO’s.
Er moet daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen verbintenissen, vastgelegd op in totaal 165,8 miljard, en betalingen. De eerste worden over enkele jaren gespreid, bij voorbeeld voor wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Bij de tweede wordt de financiële steun binnen het boekingsjaar effectief uitgekeerd. Het gaat dan om 148,2 miljard. Wat zit er nog in de lift ? Infrastructuurwerken (3,8 miljard verbintenissen) en jongerenzorg. In de eerste plaats wil het EP de studentenuitwisseling opdrijven, en legt voor Erasmus+ liefst 2,6 miljard opzij. Om de jeugdwerkloosheid te bestrijden is 350 miljoen gereserveerd.
Waar investeringen verhogen, zijn er natuurlijk ook die moeten dalen. Zo doet het Europees Parlement een vestzak-broekzakoperatie door 1,45 miljard in te schrijven als bijdrage voor steun aan de Syrische vluchtelingen. Dat wordt gecompenseerd door de pre-toetredingssteun voor Turkije met vrijwel hetzelfde bedrag af te slanken. Zelfs de klimaatinspanning haalt niet wat begroot was in 2014. Het streefcijfer van 20 % wordt niet bereikt, het zal eindigen op 19,3 %, zeer tot onvrede maar ook berusting van Daniele Votti, de hoofdverslaggever van de afdeling in de jaarbegroting die de Europese Commissie onder het vergrootglas neemt: ‘We hebben geprobeerd hier zoveel mogelijk geld in te steken. Maar ja, de Raad vraagt de Commissie altijd meer te doen in noodsituaties, maar wil elk jaar minder geld geven. Een visie van een heel klein Europa’. Er komen ook bezuinigingen in de landbouwsubsidies (Polen heeft al een straf gekregen) en de cohesiefondsen.
Corruptie
En laat dat nu net het hoofddoel zijn van het Europees voorzitterschap, dat Roemenië zal waarnemen vanaf nieuwjaar 2019. Eerste minister Viorica Dancila heeft de voorbije week haar objectieven toegelicht in het Roemeens Parlement. Een gemeenschappelijke Europese waarde moet de leidraad worden. Maatschappelijke samenhang en de economieën nader naar elkaar doen groeien, daar gaat het om. Voormalig Roemeens president Traian Basescu, nu in de oppositie, sloeg meteen alle voornemens en hoop aan diggelen. ‘Meer dan vergaderingen van ambtenaren moeten we niet verwachten’, zei Basescu. Sterker, op 14 december diende de oppositie een motie van wantrouwen in, en weigert ze elke steun voor de zogenaamde Europese ambities.
De verregaande corruptie en rechtsbeïnvloeding is daar niet vreemd aan. Basescu’s tegenstander Liviu Dragnea is door zijn veroordeling het premierschap ontzegd gebleven. Toch is Dragnea nog altijd de spin in het web van de regeringspolitiek en doet dat niet al te zuiver. Hij heeft zichzelf amnestie heeft toegekend, de inlichtingendienst onwettige opdrachten geeft, inhakt op betogers en het gerecht in het voordeel van de regeringspartij aangepast. Dragnea heeft zelfs het hoofd van de corruptiebestrijdingsautoriteit, Laura Covesi, de bons heeft gegeven omdat ze teveel succes boekte. Wat zich in Roemenië voordoet, geldt ook voor Polen (de Commissie heeft al een bestraffingsprocedure ingeleid), Hongarije, Slowakije en nu ook Tsjechië. Het EP heeft met grote meerderheid een resolutie van Bart Staes (Groen) onderschreven, waarbij volledige klaarheid wordt geëist van belangenvermenging door huidig eerste minister Andrej Babi¨, die landbouwsubsidies heeft doorgesluisd naar zijn eigen bedrijven.
En in dat opzicht is er ook een direct verband met de fondsen van de EU. Staes is namelijk het parlementslid dat al het langst instaat voor de kwijting, de goedkeuring dus van de uitgekeerde bedragen. De commissies begrotingscontrole én begrotingsopmaak hebben een verregaand regelsysteem goedgekeurd, dat nu nog naar de Raad moet, maar dat voorziet in inhouding of intrekking van subsidies aan lidstaten die een loopje nemen met de rechtsstaat. Dat kan de fondsenverdeling danig beïnvloeden. Zo moet elke lidstaat rekenschap geven over belastingfraude, omkoperij, geldvlucht, afhankelijke rechtspraak, onterecht geïnde fondsen, oneerlijke mededinging of tegenwerking van OLAF, het anti-fraude-agentschap van de EU.
Bedoeling is een groep van deskundigen aan te stellen in internationaal recht en financieel beheer om de commissies bij te staan. Die groep omvat dan één specialist per lidstaat, en 5 anderen die het EP zelf aanstelt. De straffen gaan van contractverbreking, terugvordering, niet-uitbetaling van toegekende fondsen of verminderde prefinanciering, tot opschorting van betaling. ‘Geen enkele regering kan de grondwaarden van de EU breken zonder de gevolgen te ondergaan’, liet Eider Gardiazabal Rubial, begrotingsrapporteur, zich ontvallen. Of dat ook politiek voor zijn eigen land, Spanje, geldt, daarover zweeg hij in alle talen. In elk geval moet deze richtlijn volledig geïntegreerd worden in de opmaak van het Meerjarig Financieel Kader van 2021-2027.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier