De erfenis van ‘Bibi’ Netanyahu: Israël is een intimiderend fort geworden
‘Het militaire overwicht dat Israël vandaag etaleert, is verpletterend’, schrijft Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen (VUB).
Op donderdag 11 april, twee dagen na de parlementsverkiezingen in Israël, moet de Israëlische sonde Beresheet een zachte landing maken op de maan. De expeditie, die 90 miljoen euro heeft gekost, moet het prestige van Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu ten goede komen. Ondanks zijn hoogmoedige stijl en de corruptieonderzoeken die tegen hem lopen, staat nog altijd de helft van de kiezers achter hem. Dat heeft te maken met de sterke economie, die sinds Netanyahu’s aantreden in 2009 jaarlijks met 3 procent is gegroeid, en vooral met zijn reputatie als krijgsheer. Met zijn veiligheidsbeleid heeft hij de dreigingen meedogenloos onderdrukt.
Dat geldt in eerste instantie voor de Palestijnse gebieden: de Gazastrook, waar zo’n twee miljoen Palestijnen geprangd zitten tussen de zee, de woestijn en Israëlische muren; en de Westelijke Jordaanoever, waar nog eens zo’n vier miljoen Palestijnen gekneld zitten tussen Israëlische barrières en de Jordaan. Israël controleert ook het luchtruim boven beide gebieden, de kustwateren voor Gaza, de watertoevoer en de energiebevoorrading. De Palestijnse gebieden vormen de facto de grootste openluchtgevangenis ter wereld. Netanyahu speelt er de belangrijke politieke actoren, Hamas en de Palestijnse Autoriteit, tegen elkaar uit als hanen in een arena.
De Israëlische premier heeft zich de voorbije tien jaar bijna alles kunnen veroorloven.
In Natanyahu’s voorbije regeerperiode is het aantal doden door Palestijns geweld fors teruggelopen. Er zijn nog aanslagen, met geïmproviseerde raketten, vuurwapens en messen, maar ze zijn minder dodelijk. De Israëlische premier heeft zich de voorbije tien jaar bijna alles kunnen veroorloven in die ongelijke strijd. Er werden meer nederzettingen gebouwd, Jeruzalem werd door de Verenigde Staten erkend als Israëlische hoofdstad, en zelfs de tweestatenoplossing wees hij van de hand. Van twee staten kan, zo vindt Netanyahu, alleen sprake zijn als de Palestijnse staat onder de controle van Israël valt. Ondertussen zijn de Palestijnen verdeeld en gedemoraliseerd geraakt. Doordat Israël zich voor de Arabische wereld onmisbaar maakt in de strijd tegen Iran, die andere rivaal, is de steun van die wereld voor hen afgezwakt.
Ook in dat opzicht toont Israël zich superieur, dankzij zijn militaire overwicht op het land, op zee, in de lucht en in de cybersfeer. Het lijkt alsof er voor de Israëlische luchtmacht geen landsgrenzen bestaan. Straaljagers opereren onafgebroken boven Libanon en Syrië, waar ze stellingen van Iran of geallieerde gewapende groepen uitschakelen. Ook Irak wordt geviseerd – de Israëlische regering waarschuwde herhaaldelijk dat ze de Iraanse aanwezigheid in dat land zal bestrijden. Door de controle van de Golanhoogten, een plateau veroverd in 1967 op Syrië, heeft de Israëlische landmacht een natuurlijke wachttoren die uitkijkt over Libanon en Syrië. De Israëlische marine is oppermachtig, destabiliseert de Gazastrook vanaf de zee, en waakt erover dat Iran zijn bondgenoot in Libanon, de Hezbollah, niet kan bevoorraden.
Economisch lijkt Israël niet meteen te lijden onder de miljarden die naar de krijgsmacht vloeien.
Netanyahu heeft ook zwaar ingezet op cyberoorlogvoering. ‘Ik wil dat Israël een cybersupermacht wordt’, opperde hij. Die ambitie heeft Iran aan den lijve ondervonden in 2009 en 2010, toen nucleaire installaties werden gesaboteerd met een virus. Wellicht is eind 2018 hetzelfde gebeurd. Netanyahu wil koste wat het kost tonen dat hij Iran in het hart kan raken, bijvoorbeeld door een reeks nieuwe raketten, zoals de bunkerbuster genaamd Rocks, de Rampage-raket enzovoort. Die raketten zullen worden getransporteerd door honderd nieuwe F-35’s. Ook een nieuwe ballistische raket, de Jericho III, is in gebruik genomen, waardoor een kernkop minstens 6000 kilometer ver kan komen.
Harde militaire macht: daarmee heeft Benjamin Netanyahu zich geprofileerd. Deels om de rivalen van Israël onder de duim te houden, deels om het nationalisme bij zijn kiezers aan te wakkeren – tegen ‘de wilde beesten’ om hen heen. Israël is onder Netanyahu’s bewind een intimiderend fort geworden, een vesting die doet denken aan de burchten beschreven in het Oude Testament, waarin Israël zich ook moet handhaven tegen naburige volkeren en de invloed van de grootmachten (Assyrië en Perzië). Het militaire overwicht dat het land vandaag etaleert, is verpletterend. En economisch lijkt het niet meteen te lijden onder de miljarden die naar de krijgsmacht vloeien. Maar niet alle Israëliërs vinden dat de veiligheid van hun land op die manier bevochten mag worden. En voor 10 miljoen burgers tussen een kleine 100 miljoen wrevelige buren blijft het sowieso een uitputtingsslag.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier