De donkere dagen van de Russische literatuur: ‘Schrijven is dansen op het slappe koord’
Het autoritaire bewind van de communistische partij sloeg ook diepe wonden in de literatuur en de levens van diegenen die haar bedreven. Prof. dr. Emmanuel Waegemans (KU Leuven) belicht het meest donkere hoofdstuk uit de Russische literatuurgeschiedenis. “De partij is de leidinggevende instantie, alleen daar komen de grote ideeën vandaan.”
In 1922 zegt Lenin dat niet literatuur maar film de belangrijkste kunstvorm is. Waarom?
EMMANUEL WAEGEMANS: “Wanneer de revolutie uitbreekt, telt Rusland 150 miljoen mensen. De overgrote meerderheid, voornamelijk boeren op het platteland, is analfabeet. Met zijn visuele karakter kan film een grotere aanhang bereiken en meer sympathie werven dan geschreven teksten, boeken en pamfletten. Daarom, en niet om allerlei artistieke redenen, hecht hij veel waarde aan het propagandistische kapitaal van het nieuwe medium.”
Lees ook: Sovjetcinema, een zaak van staatsbelang
Hoe denkt de partij over literatuur?
WAEGEMANS: “Haar houding is dubbelzinnig. De mannen die 1917 maken – Lenin, Trotski, Stalin, Sverdlov en anderen – zijn intellectuelen, en vaak edellieden. Als zonen van grondbezitters hoeven ze niet te werken en hebben ze veel vrije tijd. Daardoor verwerven ze een grote intellectuele, culturele en dus ook literaire bagage.”
“Ze weten dat de literatuur in Rusland het belangrijkste forum is waar de openbare mening zich kan uitspreken. Schrijvers zoals Fjodor Dostojevski, Leo Tolstoj en Anton Tsjechov zijn de enigen die, op een voorzichtige manier, een beeld geven van de 19de-eeuwse samenleving en kritiek uiten op bestaande toestanden. Er is geen parlement – de Doema na 1905 is een farce – en geen vrije pers. De bolsjewieken begrijpen dat goed en willen het medium blijven gebruiken als beïnvloedingsmiddel. Precies dat is noodlottig voor de literatuur in de Sovjet-Unie.’
Begin jaren 20 is er nog ruimte voor andersdenkenden en artistiek experiment. Gaandeweg versterkt de partij haar greep op de literatuur. Vanwaar die evolutie?
WAEGEMANS: “Na de burgeroorlog in 1921 zit Rusland economisch en agrarisch aan de grond. Het land is verwoest, er heerst hongersnood en de partij moet een nieuwe maatschappij uitbouwen op het puin dat ze zelf heeft veroorzaakt. Lenin kondigt daarom de Nieuwe Economische Politiek af om het land er weer bovenop te krijgen. De partij heeft op dat moment enorm veel aan haar hoofd, en gewoonweg geen tijd om zich met controle op literatuur bezig te houden. Daarom duurt het tot de eerste partijresolutie in 1925 voor de partij een eerste keer ingrijpt en probeert een standpunt in te nemen.”
Wat houdt die resolutie in?
WAEGEMANS: “De partij constateert dat er echte proletarische schrijvers zijn, die helemaal achter de Revolutie staan, maar ook heel wat schrijvers die nog twijfelen en zoeken, de zogenaamde ‘meelopers’. Trotski, die de term lanceert, omschrijft hen als schrijvers die op de socialistische trein springen, maar voor het bereiken van het einddoel uitstappen. De resolutie van 1925 roept op tot tolerantie tegenover die meelopers. De partij wil hen met argumenten, en dus niet manu militari of onder dwang, proberen te overhalen om de zijde van de bolsjewieken te kiezen.”
Hoe lang blijft die tolerante houding bestaan?
WAEGEMANS: “In 1928 komt RAPP, de Russische Associatie van Proletarische Schrijvers, aan de macht, een zeer fanatieke literaire fractie. De RAPP wil een literatuur die niet, zoals in de 19de eeuw, geschreven wordt door edellieden, maar door proletariërs. Een literatuur bovendien voor proletariërs en over de problemen van proletariërs. De absolute verveling, zeg maar, en een absolute verenging van de literatuur. De RAPP voert een dictatuur in, iedereen die daar niet in past, wordt neergesabeld.”
De zogenaamde ‘sociale opdracht’ van de schrijver, die schrijft onder dwang?
WAEGEMANS: “Precies. En ze schamen zich daar niet over. De RAPP geeft aan dat een schrijver onder dwang moet schrijven. Wie dat niet doet, wordt verketterd. Denk maar aan Jevgeni Zamjatin en Boris Pilnjak.”
In 1932 zegt Stalin: ‘Basta!’
Emmanuel Waegemans
Komt de RAPP daarmee niet in het vaarwater van de partij?
WAEGEMANS: “In 1932 zegt Stalin tegen de RAPP: ‘Basta!’ Vermoedelijk omdat hij ziet dat ze binnen het culturele veld te dominant geworden zijn en dat ze een soort van tweede partij vormen. Dat kan hij zich niet veroorloven, hij wil zelf de controle hebben. Met één pennenstreek worden alle literaire verenigingen, scholen en ateliers opgedoekt – dat gebeurt trouwens ook in de andere kunsten. Daarna werkt de partij twee jaar aan een nieuwe formule en dat wordt, na lang discussiëren, het socialistisch realisme.”
Wat houdt dat ‘socialistisch realisme’ precies in?
WAEGEMANS: “De literatuur moet realistisch zijn – niet symbolistisch, futuristisch of formalistisch – én tegelijk socialistisch. De schrijver moet zich inspireren op de socialistische samenleving waarin hij leeft. De partij beseft echter dat die samenleving verre van ideaal is en nog ver verwijderd van het socialistische ideaal. Daarom stelt ze dat literatuur de realiteit niet moet uitbeelden zoals die toen bestaat, maar zoals die idealiter zou moeten of kunnen zijn.”
“Er bestaat een prachtig schilderij uit 1934 waarop Oekraïners afgebeeld staan, Kozakken met van die enorme snorren. Het is eind augustus, eind september, de zon schijnt en de tafels zakken door van de vette hammen die erop liggen en de wijn die gedronken wordt. Op datzelfde ogenblik heerst er hongersnood in Oekraïne, en sterven er honderdduizenden mensen. Verschrikkelijk eigenlijk.”
Met de oprichting van de Bond van Sovjetschrijvers en de invoering van het socialistisch realisme in 1934 is de staatscontrole volledig. Welke impact heeft dat op de kwaliteit van de literatuur?
WAEGEMANS: “Na de invoering van het socialistisch realisme start een periode van 20 jaar, tot na de dood van Stalin in 1953, waarin geen interessante literatuur geproduceerd wordt. Heel hoog aangeschreven staat de personencultus, met bijna uitsluitend portretten van Lenin en Stalin. Afbeeldingen van Lenin die zijn arm uitsteekt en naar de lichtende toekomst wijst, Stalin die zijn zegen geeft aan een kolchoz of het slagveld overschouwt, zijn neverending story’s.”
“Er zijn ook andere thema’s. Natuur is niet verboden, en zedig naakt kan ook, maar de thematiek is voornamelijk industrieel; er wordt veel geschreven over de bouw van waterkrachtcentrales of andere grote bouwwerken. In die periode valt ook alle belangstelling voor het individu weg: niet de mens is belangrijk, wel het systeem.”
“Alles wat wij nu kennen van die periode dat de moeite waard is, wordt voor de lade geschreven, in het geheim. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk De Meester en Margarita van Michail Boelgakov.”
Natuur is niet verboden, en zedig naakt kan ook, maar de thematiek is voornamelijk industrieel
Emmanuel Waegemans
Stalin treedt repressief op tegen dissidenten. Welke van de gevestigde schrijvers maken de grootste kans om te overleven?
WAEGEMANS: “In 1917 is de crème de la crème, zoals de latere Nobelprijswinnaar Ivan Boenin, geëmigreerd. Iemand als Maksim Gorki, die in 1917 zijn carrière al gemaakt heeft en wereldberoemd is met verhalen over het eenvoudige volk, had gerust voort kunnen schrijven in de realistische traditie van de 19de eeuw. Maar zelfs Gorki, een bolsjewist die naar Amerika trekt om geld in te zamelen voor de partij, ziet het niet zitten om te blijven en vertrekt uiteindelijk naar Italië.”
“Andere grote namen, zoals Anna Achmatova, kiezen ervoor om te blijven, met alle gevolgen van dien. Sommigen wordt het zwijgen opgelegd – Boris Pasternak kan in de jaren 30 niets meer publiceren – anderen, zoals Isaak Babel, verdwijnen. Nog anderen worden op een brutale manier geëlimineerd. Osip Mandelstam crepeert in een concentratiekamp wanneer hij de Divina Commedia aan het reciteren is in het Italiaans.”
“Sommige schrijvers, zoals Boris Pilnjak en Michail Zosjtsjenko, proberen om zich aan te passen, maar dat loopt slecht af. En zelfs proletarische schrijvers zoals Aleksandr Fadejev, een uitgesproken stalinist en lang voorzitter van de Schrijversbond, krijgt het moeilijk. Schrijven is dansen op het slappe koord, een gevaarlijke onderneming.”
Eerder verscheen dit artikel in Knack Historia – 1917: De Russische Revolutie. Deze bijzondere uitgave is vanaf 16 februari te koop in de krantenwinkel of hier.
Honderd jaar na de Russische Revolutie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier