De crisis van Latijns-Amerika stond voor een stuk in de sterren geschreven
‘Niemand kan vandaag om de feiten heen: de economie slabakt, steeds grotere stromen vluchtelingen naderen de grens met de VS, en in Brazilië komt een militaristische presidentskandidaat aan de macht’, constateert Jonathan Holslag.
Toegegeven, Latijns-Amerika is voor mij een beetje een blinde vlek. Al was het maar omdat bij het bestuderen van de veiligheid van Europa de aandacht onvermijdelijk naar Afrika en Eurazië afdwaalt, en omdat Latijns-Amerika door duizenden kilometers oceaan van Europa gescheiden wordt. Toch kan niemand vandaag om de feiten heen: de economie slabakt, steeds grotere stromen vluchtelingen naderen de grens met de Verenigde Staten, en in Brazilië komt een militaristische presidentskandidaat aan de macht. Latijns-Amerika verkeert in crisis. De opmars van hardhandige leiders zoals Jair Bolsonaro in Brazilië dreigt de crisis alleen maar erger te maken, en overschaduwt enkele positieve politieke experimenten.
Toen het economisch even beter ging, was een van de meest florerende sectoren de informele handel in autovelgen.
De crisis van Latijns-Amerika stond voor een stuk in de sterren geschreven. Sinds de eeuwwende surften veel landen mee op de economische golf van China, zonder evenwel de eigen industrie te versterken. Ze verdienden fortuinen aan de uitvoer van energie, ertsen en landbouwgewassen, maar besteedden nog grotere bedragen aan de invoer van machines en dergelijke. De voorbije tien jaar steeg hun groei, maar op een weinig duurzame manier. Vaak werd er amper geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling, in onderwijs en in publieke infrastructuur. De mijnen en de megaboerderijen stelden relatief weinig mensen tewerk. Veel winst kwam in de handen van een klein aantal mensen. Wat de overheid ophaalde aan belastingen werd grotendeels verkwanseld door slecht bestuur en corruptie.
Tezelfdertijd groeide de bevolking jaarlijks met ongeveer 6 miljoen, vooral in megasteden. Daar ontwikkelde zich een maatschappelijke tijdbom, die uit drie belangrijke componenten bestaat: economische chaos, lage burgerbetrokkenheid en wapens. De werkeloosheid is groot in Latijns-Amerika. Een flink deel van de economie is informeel, en in het geval van de wijdverspreide drugshandel illegaal. Inflatie maakt het leven duur. In de Braziliaanse steden verloren mensen sinds 2010 dertig procent van hun koopkracht. De socioloog Bernardo Sorj wijst ook op de afbraak van traditionele waarden in de grootsteden en de opkomst van materialisme. Het zwakke onderwijs helpt vaak amper om bij jongeren de betrokkenheid als burgers te vergroten. De kortstondige grondstoffen- boom, zo onderzocht socioloog Marcelo Bergman (University of California), zette families vooral aan om hun beperkte inkomsten uit te geven aan uiterlijk vertoon, in plaats van te sparen. Een van de meest florerende sectoren was de informele handel in autovelgen en smartphones.
Kieper je over zo’n context dan ook nog eens een vracht lichte wapens, dan hoeft het niet te verbazen dat het geweld een hoge vlucht neemt. Elk jaar komen in Latijns-Amerika meer dan 145.000 mensen om door geweld, onder wie 1400 baby’s. Het moordcijfer in de meeste landen klimt jaar na jaar. Gewapend bestuur, dat al in verschillende landen is ingevoerd, lijkt daar niets aan te veranderen. Integendeel: het geweld wordt driester, de wapens dodelijker.
Sinds de eeuwwende surften veel landen mee op de economische golf van China, zonder evenwel de eigen industrie te versterken.
Geweld en armoede zijn twee belangrijke factoren die mensen op de vlucht jagen. In heel Latijns-Amerika zijn circa 7 miljoen mensen op de dool. Dat is meer dan één op de honderd. Maar er is nog een derde factor: de natuur. Meer en meer landbouwers in Centraal-Amerika worden geteisterd door droogte of extreme weersomstandigheden. Het Voedsel- en Landbouwagentschap van de Verenigde Naties schat dat tegen het eind van deze eeuw zowat alle gletsjers in de Andes verdwenen zullen zijn, wat een funeste impact zal hebben op de voedselveiligheid. De nieuwe Braziliaanse president Bolsonaro kondigde al aan dat hij meer tropisch woud zal laten rooien. De gevolgen daarvan staan nu al vast: een combinatie van meer droogte, overstromingen, erosie en dus minder landbouwproductie.
Uiteraard is Latijns-Amerika een heel veelzijdige regio, en er zijn ook positieve voorbeelden. Vooral de Colombiaanse steden Bogota en Medellin toonden de afgelopen tijd dat het anders kan. In plaats van een overheid die zich terugtrekt en zich populistisch profileert met gewapend bestuur, beslisten ze om net méér te investeren in publieke ruimte, parken, openbaar vervoer, onderwijs, geweldpreventie, een functionerend gerecht en in chirurgische politie-ingrepen in plaats van roekeloze repressie. Niet alleen daalden de moordcijfers er met 60 à 70 procent, de steden werden ook een trekpleister voor investeerders. Economisch heeft Bogota nu een goede mix van industrie, diensten en innovatieve bedrijven. In plaats van burgers bang te maken, moeten we ze weer trots maken op hun stad, was het plan. Het kán dus anders. Maar het blijft twijfelachtig of die lichtpuntjes de nakende storm zullen overleven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier