Lia van Bekhoven

‘De Britse vrijmetselaarsloges zijn niet meer dan ongezellige gezelligheidsverenigingen’

Lia van Bekhoven Correspondent in Londen voor Knack, BNR, VRT-radio, Terzake en Elsevier

In het Verenigd Koninkrijk mogen transgenders voortaan ook bij de vrijmetselaarsloges. ‘Zolang je maar geen vrouw bent’, schrijft correspondente Lia Van Beckhoven.

Halverwege het silly season was het de meest treffende krantenkop over het Kanaal: ‘Vrouwen mogen lid worden van de vrijmetselaars’. Ha, dacht ik. Toch nog vooruitgang in deze dagen van nostalgisch gedreven nativisme. Zelfs het broederschap ontkomt niet aan de 21ste eeuw. Niet dat ik aansluiting ambieer. Ik ben de Marxistische overtuiging toegedaan (Groucho, niet Karl) dat een vereniging die mij wil hebben, niet de moeite van het lidmaatschap waard is.

Moeten er nog mannen zijn?

De nuance zat hem, zoals zo vaak, achter de komma. De oudste afdeling van vrijmetselarij ter wereld verwelkomt alleen vrouwen die als man geboren zijn. Voor vrouwen die bij de geboorte als vrouw zijn aangemerkt, verandert er niks. Zij dienen buiten de poort te blijven.

De United Grand Lodge of England (UGLE), het bestuur van de club, liet zijn 200.000 leden weten dat onder aangepaste ‘genderrichtlijnen een vrijmetselaar die na zijn inwijding ophoudt man te zijn, niet ophoudt vrijmetselaar te zijn’.

De Britse vrijmetselaarsloges zijn niet meer dan ongezellige gezelligheidsverenigingen.

Lia Van Beckhoven

Ik heb geen idee in hoeveel Britse huishoudens er na deze bekendmaking verzucht is: ‘hè, hè eindelijk. Hier hebben we zo lang voor gevochten, maar het is alle ontberingen waard geweest.’ De nieuwe regels zijn al ingevoerd. Het formele kostuum is aangepast. Een nette donkere rok is toegestaan.

Er was trouwens meer goed nieuws. Andersom, liet de organisatie weten, mag ook. Vrouwen die de transitie naar man-zijn gemaakt hebben, staan vrij zich aan te melden bij het mysterieuze genootschap.

Openheid troef

Na eeuwenlang hun rites voor zich te hebben gehouden hebben vrijmetselaars (van de zes miljoen leden wereldwijd wonen er 200.000 in Engeland en Wales) de afgelopen jaren de deur op een kier gezet. Televisieploegen mochten bijeenkomsten filmen en het publiek kan bij open dagen een kijkje nemen in Freemason’s Hall in Londen.

De boodschap: niemand heeft iets van ons te vrezen. We doen niet meer dan leden helpen om met zelfontplooiing betere mensen te worden in een betere wereld. Complottheoriën en Dan Brown ten spijt is de vrijmetselarij niet meer dan een gezelligheidsvereniging met een loffelijk doel en een stamboom die tot de kruisridders zou gaan.

In Engeland vinden vrijmetselaars van oudsher vruchtbare grond in andere, hiërarchische organisaties met rituelen en uniformen als het leger en de politie. Maar er zijn ook loges of afdelingen in voetbalclubs, in de bouw, op universiteiten en in het Britse parlement.

Complotten?

Ondanks de nieuwe toegankelijkheid blijft de vrijmetselarij een geheime sekte (de namen van de kopstukken zijn bekend, die van gewone leden niet) en als zodanig verdacht. Vrijmetselaars worden regelmatig beschuldigd elkaar de hand boven het hoofd te houden.

Een onderzoek van een parlementaire commissie in 1998 kon niet bewijzen dat Londense agenten onder een hoedje speelden met misdadigers, maar parlementariërs sloten de mogelijkheid niet uit dat vrijmetselarij een rol gespeeld had in de overtredingen van sommige agenten. Criminelen en Londense rechercheurs zaten in dezelfde loges. Niet iedereen wordt lid vanwege een specifieke handdruk en geborduurde schorten.

De vrijmetselaars hebben betere tijden gekend. Lidmaatschap stagneert en verreweg de meeste leden in Engeland zijn wit, oud en conservatief. Steve White van de landelijke Politie Federatie klaagde begin dit jaar dat de agenten in het politiekorps die vooruitgang blokkeren en promotie van vrouwelijk en zwarte agenten dwarsbomen, doorgaans vrijmetselaars zijn. ‘Ze zijn allemaal a pain in the arse’, aldus de scheidende voorzitter.

Middeleeuwen

Het is onwaarschijnlijk dat de nieuwe lidmaatschapsregels van de broeders hun oorsprong vonden in een spontane golf van openheid jegens een gekwelde minderheid. Ze hebben meer uit te staan met recente Britse genderwetgeving (die uitzetting van clubleden na een transseksuele operatie verbiedt) en met de prominente vrijmetselaar Edward Lord. Lord identificeert zich als niet-binair en prefereert de aanduiding ‘zij’ (meervoud). De genderwijziging van de organisatie is zijn initiatief.

Voor al het overige ligt de comfortzone van de broeders nog immer om en nabij de middeleeuwen. Het bestuur heeft laten weten vrouwelijke leden ‘pertinent’ te blijven weigeren. Dames zijn enkel welkom in aparte vrouwenloges. En daar zullen ze, net als transgenders, aangesproken blijven met ‘brother‘.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content