Lia van Bekhoven
‘De Britse verzorgingsstaat bevindt zich in een staat van ontbinding’
‘Succes! Volgens de Britse regering is het gelukt. Jarenlange bezuinigingen hebben het gat in de schatkist gedicht’, schrijft Lia Van Bekhoven vanuit Londen. ‘Maar behalve dat ze volgens sommige economen de recessie juist verlengden, richtten ze een ravage aan in de sociale infrastructuur waarvan je je af vraagt hoe het ooit nog goed komt.’
De zoon van een Britse kennis is weer thuis. Hij was, met een veel gebezigd eufemisme, vier maanden de gast geweest van hare majesteit. Zijn ouders hadden moeite hem te herkennen toen ze hem ophaalden aan de Londense gevangenispoort. Hij was 21 keer in elkaar geslagen.
As je aan de gevangenissen van een land kunt zien met wat voor samenleving je te maken hebt, zoals Alexis de Tocqueville zei, dan is het met de Britse niet te best gesteld. Engelse gevangenissen zijn chaotisch, smerig, overbevolkt en onveilig. Aldus een rapport van de officiele inspecteur. Het is makkelijker om aan drugs te komen, dan aan een stuk zeep.
Het is wel eens beter gegaan met Britse gevangenissen. Niet veel, maar toch. Anno 2018 echter pleegt iedere drie dagen een gedetineerde zelfmoord. Gevangenissen zijn strafkolonies zonder hoop. Het afvoerputje van een verzorgingsstaat die ontwricht is door een langdurige plaag van snoeiharde bezuinigingen.
De Britse verzorgingsstaat bevindt zich in een staat van ontbinding
Teneinde de boeken kloppend te maken na de internationale kredietcrisis van 2008, werd het mes in de sociale uitgaven gezet. Gevangenbewakers en een miljoen andere ambtenaren werden ontslagen. Bibliotheken gingen dicht, scholen moesten maar een emmer onder het lekkend plafond zetten en dagverblijven hielden op te bestaan.
Sinds de eerste bezuinigingsronde verkeert de gezondheidszorg, volgens weer een ander officieel onderzoek, ‘in existentiële crisis’. Wachtlijsten breken records. Routine-operaties worden dagelijks uitgesteld. ‘Er liggen hier mensen op de gang dood te gaan’, schreven 68 artsen in een brief aan Theresa May, begin dit jaar. ‘Miljoenen hebben geen tandarts’, volgens The Times.
Overal is te zien hoe de omvang van de staat gekrompen is. Zelfs in de schoonste, glimmendste buurten. In mijn winkelstraat telde ik gister vier daklozen binnen een straal van 600 meter. Een ervan, chef van beroep, zit bijna dagelijks op een stuk karton voor de plaatselijke Marks & Spencer. ‘Mensen zijn zo vriendelijk’, zegt hij. Vroeg of laat is er altijd wel een passant die warme chocolademelk voor hem koopt. Daklozen als Christian zijn een rechtstreeks resultaat van die bezuinigingen. Ze zijn een nieuw verschijnsel. Anders dan de verslaafde met een mentaal probleem en een hond aan een touw, heeft de moderne variant vaak een opleiding en soms een baan. Maar tegen de combinatie van lage lonen en hoge huren kan hij niet op.
Twee supermarkten in dezelfde winkelstraat collecteren permanent voor de voedselbank. Consumenten kunnen de spullen die ze voor minderbedeelde medeburgers inslaan, achterin een grote bak kwijt. Niemand in Engeland gaat dood van de honger. Maar miljoenen slaan regelmatig maaltijden over. Een vriendin, een docent, zei voor de kerst dat een zesjarig kind in haar klas flauw was gevallen van honger. Volgens de Guardian zou een op de vier leerkrachten uit eigen zak leerlingen eten geven.
Als de staat zijn burgers verwaarloost, moet je het hebben van the kindness of strangers. Of van de buren. Het kamerlid Frank Field vertelde in het parlement van een gezin in Liverpool dat een goeie week gehad had. Buren hadden de familie uitgenodigd voor een begrafenis zodat ze daarna het overgebleven voedsel van de koffietafel konden eten. ‘Toen het zoontje iets mocht uitkiezen van een plank waar behalve speelgoed, ook een lunchpakket stond, koos hij het laatste’.
In mijn plaatselijke supermarkt worden overigens niet alleen etenswaren gedoneerd. Tussen de potten oploskoffie en blikken spaghetti voor de voedselbank zie ik steeds vaker pakken tampons liggen. 10% van Britse jonge vrouwen heeft ‘menstruatie-armoede’. Ze lopen met sokken in hun onderbroek omdat maandverband te duur is.
In een van de rijkste landen ter wereld zit eenderde van alle gezinnen onder de minimum levensstandaard. De Britten, gewend aan oneerlijke verdeling, kijken daar niet van op. Wat wel verbaast, is dat de meesten in die categorie een baan hebben. Of twee banen. Anders gezegd: de grootste groep armen in het VK bestaat uit mensen die werken. Hun probleem is dat werk niet loont. De meeste Britten verdienen evenveel of minder dan voor de crisis van 10 jaar geleden. Niet sinds 1860 bleven de lonen zo lang zo laag, zegt het Institute for Fiscal Studies. Het verklaart waarom je verpleegkundigen bij de voedselbank ziet.
Minister van financiën Philip Hammond zei vorige week licht te zien aan het einde van de tunnel. De bezuinigingen hebben gewerkt. De enorme overheidstekorten zijn weggeschoffeld. Tel uit je winst. Hammond was optimistisch voor de lange termijn. Hij is dan ook een regeringsminister. In mijn achterhoofd hoor ik de nadrukkelijk genegeerde econoom Maynard Keynes: ‘op de lange termijn zijn we allemaal dood’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier