Guy Verhofstadt (Open VLD)
‘De brexit moet meer bieden aan inwoners van de Europese Unie, of wij stellen ons veto’
Guy Verhofstad (Open VLD) is voorzitter van de stuurgroep over de brexit in het Europees Parlement. Hij heeft een duidelijke boodschap voor het Verenigd Koninkrijk: ‘We zullen er nooit mee instemmen dat rechten van Europese burgers met terugwerkende kracht worden afgenomen.’
Hoewel we in het Europees Parlement aanvaarden dat de brexit het gevolg is van een democratische keuze, hebben we er nooit in geloofd dat het ook een goede zaak is. Niet voor de economie, al zeker niet voor het aanzien van de Europese Unie (EU) en het Verenigde Koninkrijk in de rest van de wereld en bovenal ook niet voor de burger.
De huidige nota van het Verenigde Koninkrijk over de rechten van de burger heeft ons enkel gesterkt in deze overtuiging. De tekst slaagt er niet eens in de eigen ambities waar te maken om ‘de burger op de eerste plaats te zetten’ en werpt een schaduw van vaagheid en onzekerheid over het leven van miljoenen Europeanen.
De brexit moet meer bieden aan inwoners van de Europese Unie, of wij stellen ons veto.
Als we de nota vergelijken met het voorstel van EU-onderhandelaar voor de brexit Michel Barnier zijn de verschillen frappant. In dit voorstel behouden Britten en Europeanen dezelfde rechten en hetzelfde beschermingsniveau als ze nu genieten in het kader van het Europees recht. Alle rechten die zijn verworven voor de datum van terugtrekking zullen rechtstreeks afdwingbaar zijn en waarborgen een levenslange bescherming, volledige wederkerigheid en een gelijke behandeling. Een standpunt dat niet alleen klaar en duidelijk is, maar ook eerlijk. Dat is ook de wens van een meerderheid van de Britse bevolking, die aangeeft geen afstand te willen doen van het EU-burgerschap.
Het antwoord van het Verenigd Koninkrijk op dit gulle aanbod kwam drie weken later in de vorm van een koude douche. De Britse regering stelt voor dat Europeanen vanaf de eerste dag na de brexit de status krijgen van ‘onderdanen van een derde land’. Deze onderdanen zouden in het Verenigd Koninkrijk minder rechten krijgen dan Britse burgers waar ook in de Europese Unie.
Europeanen zullen niet alleen hun recht verliezen om te stemmen bij lokale verkiezingen, hun toekomstige gezinsleden zullen ook moeten voldoen aan vereisten met betrekking tot een minimuminkomen en het is onduidelijk welke status baby’s die na de brexit worden geboren zullen krijgen. Het gevaar is niet ondenkbaar dat er door het Britse voorstel een klasse van tweederangsburgers zal ontstaan. Dit is zelfs volledig in strijd met het programma van de ‘Vote Leave’-campagne, waarin werd beloofd dat de behandeling van burgers van de Europese Unie ‘niet minder gunstig dan vandaag’ zou zijn.
Helaas blijft het niet bij dit gebrek aan wederkerigheid, want het lijkt erop dat het Verenigd Koninkrijk de nieuwe kampioen administratieve rompslomp wil worden. Alle gezinsleden, ook kinderen, moeten een afzonderlijke aanvraag indienen voor het verkrijgen van een ‘vaste status’. Mensen die aan het einde van de respijtperiode niet voldoen aan het vereiste verblijf van vijf jaar zullen tweemaal een aanvraag moeten indienen: de eerste maal met een verzoek om te mogen blijven en de tweede maal om een ‘vaste status’ aan te vragen. Bovendien is er geen enkele garantie dat deze aanvragen een gelijke behandeling zullen krijgen.
Het gevaar is niet ondenkbaar dat er door het Britse voorstel een klasse van tweederangsburgers zal ontstaan.
Administratieve rompslomp valt echter nog te overzien. Wat ons daarentegen echt zorgen baart, is de aanhoudende onzekerheid. Meer dan een jaar na het referendum over de brexit blijven in dit Britse voorstel vele vragen onbeantwoord. Zullen Europese studenten meer moeten betalen – ook als ze zich reeds hebben aangemeld voor het volgende academiejaar 2019-2020? Zullen dokters de garantie krijgen dat hun diploma erkend blijft in het Verenigd Koninkrijk? Waarom wordt er met geen woord gerept over grensarbeiders, die in het Verenigd Koninkrijk werken, maar elders in de Europese Unie wonen? En waarom wil de Britse regering niet gewoon met zoveel woorden bevestigen dat de afsluitingsdatum voor alle Europese burgers niet eerder zal vallen dan de datum van de brexit zelf?
Ook al hebben we enorm veel respect voor het Britse rechtsstelsel, we kunnen er niet omheen dat de rechters wetten toepassen die worden aangenomen door Britse politici, die momenteel niet in staat zijn voldoende garanties te bieden voor de komende jaren, laat staan levenslange garanties. Daarom moeten zowel Britse als Europese burgers de mogelijkheid krijgen hun rechten af te dwingen in het kader van een regeling waarin het Europees Hof van Justitie zijn rol voluit kan spelen.
De Europese Unie heeft een gezamenlijke opdracht om rechten te vergroten, te verbeteren en uit te breiden, niet om rechten af te bouwen.
In de eerste maanden van 2019 zullen de leden van het Europees Parlement het laatste woord krijgen over de brexitovereenkomst. De komende maanden zullen we nauw samenwerken met de onderhandelaar voor de Europese Unie en de 27 lidstaten om mee richting te geven aan de onderhandelingen. We hebben onze zinnen gezet op een ambitieus en progressief terugtrekkingsakkoord en we wensen klaar en duidelijk te stellen dat er voldoende vooruitgang moet worden geboekt – met name wat burgerschap en de financiële regeling betreft – alvorens kan worden bepaald hoe de betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk er in de toekomst zullen uitzien. Het tijdschema voor de onderhandelingen loopt af op 30 maart 2019 en we zullen een eventuele verlenging van deze termijn niet steunen, aangezien dit zou betekenen dat het Verenigd Koninkrijk dan in mei 2019 nog Europese verkiezingen zou moeten houden. Een dergelijk scenario is gewoonweg ondenkbaar.
De Europese Unie heeft een gezamenlijke opdracht om rechten te vergroten, te verbeteren en uit te breiden, niet om rechten af te bouwen. We zullen er nooit mee instemmen dat rechten met terugwerkende kracht worden afgenomen.
Het Europees Parlement behoudt zich het recht voor elke overeenkomst te verwerpen waarin EU-burgers, ongeacht hun nationaliteit, minder gunstig worden behandeld dan vandaag het geval is. Voor ons is dit een zaak van fundamentele grondrechten en -waarden, die het kloppend hart vormen van het Europees project.
Guy Verhofstadt is voorzitter van de stuurgroep voor de brexit en voorzitter van de ALDE-Fractie in het Europees Parlement. Deze tekst werd verder ook ondertekend door: Manfred Weber, voorzitter van de PPE-Fractie; Gianni Pittella, voorzitter van de S&D-Fractie; Gabi Zimmer, voorzitter van de GUE/NGL-Fractie; Ska Keller en Phillippe Lamberts, medevoorzitters van de Verts/ALE-Fractie; Elmar Brok, lid van de stuurgroep voor de brexit; Roberto Gualtieri, lid van de stuurgroep voor de brexit; Danuta Hübner, lid van de stuurgroep voor de brexit
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier