De bloedige laatste uren van WO I: ‘De wereld was al volop aan het feesten’
Op 11 november 1918 om halfzes ’s morgens tekenden de Duitsers en de geallieerden de wapenstilstand. Om 11 uur moesten de wapens zwijgen. Diezelfde ochtend sneuvelden nog 2700 soldaten. Historicus Pieter Serrien reconstrueerde het laatste bloedige etmaal van de Grote Oorlog. ‘Een onmiddellijke wapenstilstand op 7 november had duizenden levens kunnen redden. De geallieerden weigerden.’
Toen op maandag 11 november 1918 om 11 uur stipt het geweervuur en kanonnengebulder verstomde, hadden meer dan 9 miljoen soldaten en bijna 8 miljoen burgers het leven verloren. Drie dagen eerder waren de eerste onderhandelingen tussen de geallieerden en de Duitsers over een wapenstilstand begonnen. Die gesprekken temperden het wapengekletter niet. Ook nadat het staakt-het-vuren in de vroege ochtend van 11 november eindelijk ondertekend was, ging het oorlogsgeweld onverminderd voort.
Pieter Serrien
– 1985: geboren in Kontich
– 2007: studeert af als historicus aan de KU Leuven en voert sindsdien onderzoek naar vergeten geschiedenissen
– Boeken:Tranen over Mortsel (2008), Oorlogsdagen (2013), Zo was onze oorlog (2014), Elke dag angst (2016), Het elfde uur (2018)
In zijn stevig gedocumenteerde boek Het elfde uur blaast historicus Pieter Serrien de laatste bloedige uren van de Eerste Wereldoorlog nieuw leven in. ‘De Grote Oorlog verliep veel ingewikkelder dan de Tweede Wereldoorlog’, zegt hij. ‘In ons collectieve geheugen zit een vrij duidelijk beeld van wie tijdens WO II fout en goed was, met Adolf Hitler als opperste slechterik. Voor de Eerste Wereldoorlog zou dat dan de Duitse keizer Wilhelm II moeten zijn. Alleen is zijn naam niet blijven hangen: in onze herinnering aan WO I is de vijand niet herleid tot die ene figuur. Die wrede oorlog is zelf ‘de vijand’ en ‘de slechterik’. Zes jaar geleden verscheen mijn boek Oorlogsdagen. Daarin liet ik de stemmen herleven van ruim dertig burgers. Zij beschreven hoe zij die Grote Oorlog ervaren hadden. Hun verhalen had ik gereconstrueerd aan de hand van hun dagboeken. Het viel me toen op dat het einde van WO I heel chaotisch verliep. In oktober en november 1918 beleefde de Spaanse Griepepidemie haar hoogtepunt. Die maakte het oorlogseinde nóg dodelijker. De burgers waren murw en verward, en op wapenstilstandsdag sloegen ze eerst bang en afwachtend van achter hun gordijnen de gebeurtenissen gade. Tot op het elfde uur de wapens ook effectief zwegen. Wat ooggetuigen in hun dagboeken vertellen, verschilt nogal van wat we op een doorsnee Canvas-documentaire over WO I te zien krijgen, met schietgrage soldaten in loopgraven. Natuurlijk heerste er een constante dreiging, alleen hebben de meeste soldaten amper een schot op de vijand afgevuurd.’
Op 4 november vertrok keizer Wilhem II nog op rondreis langs het Vlaamse front. Onderweg deelde hij medailles en sigaretten uit.
Die laatste oorlogsochtend sneuvelden nog meer dan 2700 militairen, meer dan het ‘gewone’ daggemiddelde van 2250. Hoeveel burgers lieten er toen het leven?
Pieter Serrien: Dat is bijna niet meer te achterhalen. Zonder twijfel nog tientallen. Toen ik aan mijn research voor dit boek begon, merkte ik snel dat er bijzonder weinig onderzoek naar de laatste oorlogsdagen en -uren gevoerd is. Er is veel bronnenmateriaal over de Eerste Wereldoorlog voorhanden en 11 november komt altijd aan bod in dagboeken, memoires of kronieken van die tijd. Maar het was veel moeilijker om informatie te vinden over hoe het die laatste uren precies toeging. Vaak stond er dan in zo’n dagboek: ‘Den elfden november was den oorlog gedaan.’ (lacht)
Ik heb een bijzonder grote zoektocht moeten ondernemen om heel dat complexe oorlogseinde goed in kaart te kunnen brengen. Er zijn recent een paar interessante boeken van Amerikaanse en Britse auteurs over de laatste oorlogsuren verschenen. Het vervelende is dat die schrijvers meestal enkel bronnenmateriaal in hun eigen taal raadplegen, waardoor er foute interpretaties en vertalingen in hun boeken staan. Ikzelf heb zo veel mogelijk Duitse, Franse, Belgische en Nederlandse studies en werken geraadpleegd.
Op 7 november 1918 staken Duitse onderhandelaars de frontlinie over om met de Franse maarschalk Ferdinand Foch gesprekken over een wapenstilstand te beginnen.
Serrien: De op dat moment 43-jarige katholieke politicus en staatssecretaris Matthias Erzberger was de dag ervoor aangesteld als leider van de Duitse wapenstilstandscommissie. Er werd een tijdelijk staakt-het-vuren afgesproken zodat die commissie veilig naar de onderhandelingsplek kon reizen.
Die tijdelijke wapenstilstand zorgde al meteen voor een fake news-verhaal avant la lettre. De jonge Amerikaanse journalist Roy Howard kwam de ochtend van die 7e november vanuit Parijs met de trein aan in Brest. Hij was van plan om van daaruit terug naar New York te varen. Vóór zijn vertrek uit Parijs had hij geruchten over beginnende vredesgesprekken opgevangen. Hij vermoedde dat de wapenstilstand nog diezelfde dag in werking zou treden. Howard hoopte op de scoop van zijn leven. ’s Middags lunchte hij met de hoogste Amerikaanse officier in Brest. Die kon de geruchten niet bevestigen, maar zei wel dat het einde van de oorlog nabij was. Iets later die dag bezocht de journalist een Amerikaanse admiraal die het verhaal leek te bevestigen. Howard hoorde een fanfare spelen, bespeurde een merkwaardige opwinding in de straten van de stad en raakte er steeds meer van overtuigd: ‘De oorlog is voorbij en die primeur is voor mij.’ Hij stuurde een telegram naar het gerenommeerde persagentschap United Press in New York. Dat bericht werd meteen wereldwijd verspreid: ‘Om elf uur werd een wapenstilstand getekend die om twee uur vanmiddag ingaat.’ Die valse wapenstilstand werd vervolgens uitbundig gevierd in Frankrijk, Engeland, Australië en de VS. De wereld was al volop aan het feesten, terwijl nog duizenden zouden sneuvelen voordat de oorlog vier dagen later echt voorbij zou zijn.
De ultieme wapenstilstandsonderhandelingen werden op 8 november gevoerd in het bos van Compiègne in het noorden van Frankrijk, op twee parallel lopende treinsporen. De Duitse en geallieerde delegaties arriveerden elk in hun eigen treinstel. De Duitsers kregen een Franse trein toegewezen die nog eigendom geweest was van keizer Napoleon III. Dat voertuig riep heel symbolisch herinneringen op aan de Frans-Pruisische oorlog van 1870 die was gewonnen door de Duitsers en het begin markeerde van het Duitse keizerrijk.
Er werd door de strijdende partijen bewust met symboliek gejongleerd?
Serrien: Zeker. Het meest vernederende na die oorlog van 1870 was de kroning van de eerste Duitse keizer in de Spiegelzaal van het kasteel van Versailles. Dat is van hetzelfde niveau als Poetin die Trump uit de VS wegjaagt en zich vervolgens tot keizer van Rusland laat kronen in het Oval Office van het Witte Huis. Het is trouwens niet voor niets dat een half jaar na de wapenstilstand de vrede getekend zal worden in Versailles.
De Duitse delegatie moest vanuit haar trein over een modderig pad naar de trein van de tegenpartij. Matthias Erzberger en maarschalk Ferdinand Foch schudden elkaar niet de hand. De sfeer was uiterst kil. Erzberger stelde aan Foch voor om de wapens maar meteen te doen zwijgen. ‘Verder bloedvergieten heeft geen zin’, vond hij. Een wapenstilstand vanaf die ochtend zou volgens schattingen 6750 levens hebben kunnen redden en 15.000 gewonden vermijden. Maar Foch weigerde radicaal.
Waarom?
Serrien: De Fransen wilden de Duitsers straffen. Daar kwam ook bij dat de geallieerden de Duitsers niet vertrouwden. Dat was niet helemaal onterecht, want op 15 december 1917 had Duitsland een wapenstilstand getekend met Rusland. Tijdens de vredesonderhandelingen die daarop volgden, zagen de Duitsers er geen graten in om vlug nog Oekraïne te bezetten. Een wapenstilstand is geen oorlogseinde of capitulatie: het is een afspraak om tijdelijk de wapens te laten zwijgen. Op 4 november hadden de geallieerden in Parijs bepaald wat hun 34 voorwaarden waren voor een staakt-het-vuren. Die waren enorm hard én vernederend voor Duitsland en hielpen het land in feite helemaal om zeep. Zo moesten de Duitsers binnen de 14 dagen alle bezette gebieden in Frankrijk, België en Luxemburg verlaten. Alle gebieden ten westen van de Rijn en steden als Mainz, Keulen en Koblenz zouden bezet worden door geallieerde troepen. De Duitsers moesten al hun intacte schepen en duikboten, zware wapens en vliegtuigen inleveren. 5000 locomotieven, 150.000 treinwagons en 10.000 vrachtwagens zouden in beslag genomen worden en de geallieerde blokkade van de Duitse havens zou worden voortgezet, ook al zorgde die al maandenlang voor hongersnood. Eigenlijk kwam het erop neer dat de Duitsers meer materieel moesten afgeven dan ze hadden. In Compiègne kregen de Duitse onderhandelaars te horen dat ze binnen 72 uur moesten beslissen of ze met die voorwaarden akkoord gingen. Te nemen of te laten. De wapenstilstand zou dan ingaan op 11 november om 11 uur.
De geallieerden voelden zich erg sterk?
Serrien: Ja, en Duitsland stond met de rug tegen de muur. Generaal Erich Ludendorff had in de lente van 1918 zijn ultieme offensief gepland om de oorlog voorgoed in het voordeel van de Duitsers te laten kantelen. Maar volgens Ludendorff zelf staken de uitbraak van de Spaanse griep en muiterijen in zijn eigen leger daar een stokje voor. In juni liep zijn offensief hopeloos vast en vanaf augustus keerden de kansen in het voordeel van de geallieerden. Zij roken bloed. Als klap op de vuurpijl brak eind oktober de revolutie uit die zich vanuit Noord-Duitse havensteden als Kiel en Wilhelmshaven verspreidde over de rest van het keizerrijk. Oorlogsmoeë matrozen en hongerlijdende arbeiders kwamen in opstand. Even leek het erop alsof Duitsland de weg van het bolsjewieke Rusland zou inslaan. Ludendorff kreeg een zware depressie en trad af. Op 3 oktober benoemde keizer Wilhelm II de gematigde liberaal Max von Baden tot kanselier, in de hoop dat hij het revolutionaire klimaat zou kunnen bezweren. Maar dat lukte niet. Het enige wat het Duitse rijk op dat moment misschien nog kon redden, was een wapenstilstand. Op 4 november overheerste bij de Duitse hoge officieren nog de arrogantie. Hun redenering was: ‘Na de winter zijn we voldoende hersteld voor een nieuw offensief.’
De geallieerde achterdocht was dus terecht?
Serrien: Eigenlijk wel, maar op 9 november lagen de kaarten weer helemaal anders, want dan brak de revolutie in Berlijn uit. De keizer en zijn generaals leken eerst niet door te hebben dat hun rijk op instorten stond. Op 4 november vertrok Wilhem II nog op tournee langs het Vlaamse front. Onderweg deelde hij medailles en sigaretten uit. Rond 11 uur ’s morgens kwam hij zo ook aan op de markt van Lokeren. Daar zijn foto’s van en ooggetuigenverslagen. Veel Duitse politici waren zich bewust van de penibele toestand van het keizerrijk en vonden dat Wilhelm beter van het toneel verdween. Maar de keizer en zijn generaals leefden in een bubbel en waren alle voeling met de realiteit kwijt.
De sociaaldemocraten riepen in Berlijn de republiek uit en zetten de keizer af. Wilhelm was verzot op het kuuroord Spa en had er in mei 1918 het hoofdkwartier van het Duitse leger ingericht. Daar maakte hij plannen om zijn troepen te verzamelen en terug te keren naar Berlijn om er de orde te herstellen en de revolutionairen te executeren. Onderweg wilde hij eerst nog alle andere revolutionaire Duitse steden op de knieën dwingen. In de nacht van 9 op 10 november koos hij toch eieren voor zijn geld en vanuit België vluchtte hij naar het neutrale Nederland. Op 10 november stond hij om halfacht ’s morgens met zijn entourage aan de grensovergang van het Nederlands-Limburgse dorp Eijsden, dicht bij Maastricht. De Nederlanders wisten eerst niet wat ze met de afgezette Duitse keizer moesten aanvangen. Uiteindelijk kreeg hij asiel. Tot aan zijn dood in 1941 woonde hij op een kasteeltje in Doorn.
De laatste Belg die sneuvelde was de 24-jarige Luikenaar Marcel Terfve. Om 10.42 uur doorboorde een kogel zijn linkerborstkas. Drie minuten later was hij dood.
Een dag nadat keizer Wilhelm de Nederlandse grens was overgestoken, werd de definitieve wapenstilstand getekend?
Serrien: De geallieerde en Duitse vertegenwoordigers tekenden de papieren met de 34 voorwaarden op 11 november, om 5.30 uur. Ze zaten toen al meer dan drie uur samen. Om 11.00 uur zou de strijd voor 36 dagen gepauzeerd worden. Dat staakt-het-vuren werd vervolgens meermaals verlengd, tot de Vrede van Versailles het in juni 1919 definitief maakte.
In die dagen van 8 tot 11 november werd op sommige plaatsen nog verwoed strijd geleverd, soms tot de allerlaatste minuut voor het ingaan van de wapenstilstand. Op 10 en 11 november stierven alleen in België al minstens 80 burgers en 741 militairen. Gent was op dat moment door Belgische troepen omsingeld. Onze koning Albert I droomde ervan om de stad nog vlug in te nemen. De Gentse generaal Drubbel riep op om 24 uur te wachten, tot na 11 november, 11 uur. Als het staakt-het-vuren geen stand zou houden, kon er dan nog ingegrepen worden. De stad Bergen werd in de nacht van 10 op 11 november wel door de Britten en Canadezen ingenomen, met een grote dodentol. De herovering van Bergen was symbolisch, want in die stad was aan het begin van de oorlog de eerste Britse militair gesneuveld. Ook de laatste Brit zou er het leven laten.
Omwille van de symboliek werden er mensenlevens opgeofferd?
Serrien: Dat kun je inderdaad zo stellen. Maar er zat ook een strategie achter, want een wapenstilstand is geen vrede. Als je dan een stad als Bergen of Gent kunt innemen, sta je er beter voor wanneer de oorlog toch zou herbeginnen.
De Amerikanen vochten nog niet zo lang mee en vlogen er die laatste oorlogsdag stevig in. Samen met de Fransen wilden ze koste wat het kost de Franse stad Sedan aan de Maas innemen. Daar waren de Fransen in 1870 vernederd door de Duitsers. Ook hier voerde de symboliek hoogtij. Maar het offensief stokte en die 11e november konden de Amerikanen en Fransen de stad net niet bevrijden.
Ook nadat in de vroege ochtend van 11 november de wapenstilstand getekend was, zwegen de wapens niet?
Serrien: Nee, hoewel het nieuws van de definitieve ondertekening zich razendsnel verspreidde via telegrammen. Rond een uur of zeven wisten de meeste mensen dat er een akkoord was. De offensieven rond Gent, Bergen en Sedan werden op een laag pitje gezet, al werd er op sommige plekken toch verder gevochten. Soms ging het over stomme incidenten, maar af en toe ook over doelbewuste aanvallen. In het Henegouwse Lessen kwam drie minuten voor 11 uur de Britse cavalerie van de 7e dragonders nog in actie. De Nieuw-Zeelandse commandant Bernard Freyberg had anderhalf uur eerder beslist dat ze de strategische brug over de Dender vóór de wapenstilstand moesten veroveren. Ze doodden vier Duitsers en maakten een honderdtal soldaten en officieren krijgsgevangen. De laatste Belg sneuvelde rond kwart voor elf.
Wie was de onfortuinlijke?
Serrien: De 24-jarige Luikenaar Marcel Terfve. Hij stond met zijn compagnie ter hoogte van Kluizen, een dorp tussen Zelzate en Gent. Midden mei 1915 was hij vrijwillig in dienst getreden. Om 10.42 uur doorboorde een kogel zijn linkerborstkas. Drie minuten later was hij dood. Hij werd in Eeklo begraven naast de twintigjarige Joseph Manteleers uit Rekem, die ook bij Kluizen door een kogel was geraakt, en de volgende dag aan zijn verwondingen bezweek. Na 11 november 11 uur stierven nog veel andere militairen aan de gevolgen van hun oorlogsverwonderingen. Alleen vind je hun namen niet terug in de statistieken van de gesneuvelden.
De officiële allerlaatste gesneuvelde is de 23-jarige Henry Gunther, een Amerikaan met Duitse roots. Hij was nog niet zo lang in Europa. In een brief aan een vriend had hij zich erg tegen de oorlog gekant. Dat had hem zijn strepen van onderofficier gekost. Om kwart voor elf liep zijn patrouille in het noordoosten van Frankrijk in een hinderlaag. Gunther en zijn makkers wisten dat een kwartier later de oorlog zou eindigen. Het enige wat ze moesten doen, was zich gedeisd houden. Ze lagen aan de rand van een bosweggetje en recht tegenover hen hadden enkele Duitsers zich met hun machinegeweer tussen de struiken verscholen. Om 10.59 uur zag sergeant Ernie Powell hoe Henry Gunther zijn bajonet op zijn geweer plaatste. Gunther stond op en liep recht op de Duitsers af. Zowel het geroep van zijn makkers, als dat van zijn vijanden, leek hij niet te horen. De Duitsers openden het vuur. Gunther werd door een van de vijf kogels in zijn linkerslaap geraakt en was op slag dood. Daarna werd het muisstil. De oorlog was voorbij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier