De beleidssuccessen van Donald Trump: ‘So much winning’
Goed nieuws: de Amerikaanse president maakt geen deel uit van een Russische samenzwering om de Amerikaanse democratie te perverteren. Nog beter nieuws: ondanks twee jaren van brallerig presidentschap oogt Donald Trumps palmares al bij al niet slecht.
Sinds speciaal aanklager Robert Mueller twee weken geleden zijn rapport indiende, weet Amerika dat zijn president geen deel uitmaakt van een Russische samenzwering om de Amerikaanse democratie omver te werpen. Mueller klaagde maar liefst vijf leden van de Trumpcampagne aan voor een rist aan inbreuken en vergrijpen, maar Donald Trump zelf bleef uiteindelijk buiten schot. ‘Hoewel het rapport niet concludeert dat de president een misdaad heeft begaan, spreekt het hem ook niet vrij’, zo vatte minister van Justitie William Barr het rapport samen.
Ondanks die weinig bemoedigende woorden is het Muelleronderzoek een overwinning voor Trump. Hoewel het nu vaststaat dat Rusland minstens geprobeerd heeft om de verkiezingen te beïnvloeden, kan Trump zich op de borst kloppen: no collusion. Elegant is het niet, maar Trump kan als geen ander een dode mus als een klinkende overwinning claimen. Sinds dag één van zijn publieke leven benadrukt Trump het belang van winnen. Het is zijn blik op de wereld: een serie conflicten en onderhandelingen waaruit de Verenigde Staten zo vaak mogelijk – eigenlijk altijd – als winnaar naar voren moeten treden. ‘ You are going to win so much you may even get tired of winning!‘: zijn achterban kreeg het tijdens de verkiezingscampagne tientallen keren te horen.
Ceo’s en grote bedrijven die productie-eenheden naar het buitenland verplaatsen, zoals General Motors, scheldt Trump de huid vol.
Vanuit het typische Europese liberaal-democratische standpunt is het moeilijk om bij Trump over succesvol beleid te spreken. Veel beleidsdaden lijken weinig doordacht. Denken we maar aan de beslissing om uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen, wat op lange termijn nadelig is voor de VS. ‘Trump heeft geen enkele interesse in langetermijndenken’, zegt Ken Kennard, Amerikakenner aan de Universiteit Gent. ‘Om het met een metafoor uit het American Football te zeggen: hij is erop uit om een paar yards te winnen. Die twee à drie yards die hij per deal wint, presenteert hij dan als een reuzenstap. Natuurlijk snappen u en ik dat dat nonsens is. Maar zijn basis staat te applaudisseren op de banken.’
Of we het nu leuk vinden of niet: Trump scoort met zijn binnenlands beleid, zegt Kennard. ‘De progressieve elite vindt hem dom, racistisch en misogyn, maar ze miskijkt zich volledig op het feit dat Trump best wel wat successen boekt.
1. Weg met Obamacare: de salamitactiek
Het behoeft geen betoog dat Donald Trump weinig goeds kwijt kan over zijn voorganger. Tijdens Obama’s presidentschap ontpopte Trump zich tot een van de luidste stemmen van de Birther Movement, een ratjetoe van rechtse complotdenkers die in twijfel trokken dat Obama in de VS geboren was. De birthers kregen zo veel aandacht van voornamelijk conservatieve media dat Obama zich uiteindelijk genoodzaakt zag om zijn geboorteakte vrij te geven.
Als president is Trump de anti-Obama. Een belangrijk deel van zijn politieke project bestaat erin de realisaties van Obama terug te draaien. De meest tastbare – sommige kwatongen beweren enige – verwezenlijking van Obama is de Affordable Care Act, een niet volledig geslaagde poging vanwege de Democraten om een algemene ziekteverzekering uit te rollen. Zelfs als de steun daarvoor de laatste jaren gevoelig is toegenomen, blijft het gros van de Republikeinse Partij zich met hand en tand tegen de Affordable Care Act verzetten.
Trumps pogingen om Obamacare via de parlementaire weg af te schaffen, bleken al snel onsuccesvol. Toen het in juli 2017 tot een stemming kwam in de Senaat, stemde de Republikeinse senator John McCain verrassend tegen. Via de belastingwet slaagden de Republikeinen er wel in het ‘individuele mandaat’ te neutraliseren: de boete die Amerikanen onder Obamacare betalen als ze weigeren om zich aan te sluiten bij een ziekteverzekering. Door die boete tot nul terug te brengen, hebben Amerikanen de facto geen verplichting meer om een ziekteverzekering te nemen.
‘Trump heeft de budgettaire verantwoordelijkheid voor Obamacare grotendeels doorgeschoven naar de staten’, verklaart Kennard. ‘Als staten geen zin of te weinig eigen middelen hebben om de ziekteverzekering te financieren, valt Obamacare op staatsniveau dus in duigen. Trump past de salamitactiek toe: beetje bij beetje wordt Obamacare teruggedraaid.’
2. Conservatieve rechters: hét stempel van Trump
Een deel van wat later zijn politieke erfenis zal worden genoemd, kreeg Donald Trump min of meer in de schoot geworpen. In de eerste twee jaar van zijn presidentschap heeft hij maar liefst twee rechters in het Hooggerechtshof kunnen benoemen.
Conservatieve opperrechters benoemen is voor Trump een topprioriteit. Het is zijn manier om het Republikeinse partijestablishment – aanvankelijk een koele minnaar van Trumps grillen – aan zich te binden. Het gebrek aan focus en coördinatie dat de eerste twee jaren van zijn presidentschap kenmerkt, contrasteert met de doelgerichte aanpak waarmee Trump zijn nominaties door de Senaat jaagt. In de aanloop naar de aanstelling van Neil Gorsuch veranderden de Republikeinen de regels, zodat Gorsuch ook met een gewone meerderheid kon worden benoemd. En ook Brett Kavanaugh, die beticht werd van seksueel grensoverschrijdend gedrag, kregen de Republikeinen redelijk vlot in het Hooggerechtshof.
Met Gorsuch (51) en Kavanaugh (54) koos Trump voor twee rechters van onvervalste conservatieve snit, die het Hooggerechtshof – bij leven en welzijn – voor minstens drie decennia een beslissende conservatieve inslag zullen geven. Bovendien zijn ook de twee opperrechters die onder Bill Clinton benoemd werden de tachtig voorbij. Het is dus verre van ondenkbaar dat Trump de komende jaren nog een derde en misschien zelfs een vierde opperrechter zal kunnen benoemen.
‘Het Hooggerechtshof is het belangrijkste stempel dat Trump op de Amerikaanse samenleving zal drukken’, zegt Kennard. ‘Nu de conservatieven een duidelijke meerderheid vormen, zal het Hooggerechtshof steeds interventionistischer worden. Het wordt de komende twintig jaar zo goed als onmogelijk om progressieve eisen als abortusrechten, LGBT-rechten of Obamacare op federaal niveau door te voeren.’
3. Er zijn weer (even) jobs in de Rust Belt
Een van de voornaamste beloftes uit de Trumpcampagne, en zonder meer een van de populairste bij zijn basis, was om de Amerikaanse maakindustrie terug te brengen. Net als in de gouden jaren zestig en zeventig zouden de fabrieken weer op volle toeren én op Amerikaanse bodem gaan draaien. De Rust Belt zou het roest van zich afschrapen en opnieuw floreren.
Het is een belofte die Trump voorlopig – op beperkte schaal – waarmaakt. Sinds zijn aantreden begin januari 2017 kwamen er in de industrie 466.000 banen bij. Op zich is die stijgende trend niet nieuw. Na de bankencrisis van 2008 gingen in nauwelijks twee jaar tijd meer dan twee miljoen manufacturing jobs verloren, maar sinds 2010 neemt hun aantal opnieuw toe. Ondanks zijn nadrukkelijk linkse profiel heeft Obama die stijging nooit uitgespeeld. Hij waarschuwde zijn landgenoten er zelfs voor dat ‘sommige jobs gewoon niet zouden terugkeren’. ‘Daar had hij uiteraard gelijk in’, zegt Kennard. ‘Er komt een automatiseringsgolf aan die de werkgelegenheid in de industrie gevoelig zal aantasten.’ Sowieso zal Trump nooit de gloriedagen van de Amerikaanse industrie terugbrengen. In 1979 telde de Amerikaanse economie maar liefst 19,6 miljoen manufacturing jobs. Vandaag bedraagt het totale aantal, ondanks de recente stijgingen, nog steeds maar 12,8 miljoen, aldus het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics. Ook het aandeel van industriële jobs in de totale Amerikaanse arbeidsmarkt neemt af.
Die stijgende groei in industriële arbeidsplaatsen heeft vooral te maken met de spectaculaire belastingverlaging die Trump in zijn eerste presidentsmaanden doorvoerde. Daarbij werd de vennootschapsbelasting gevoelig teruggebracht. Bovendien is hij bereid tot uitgebreide gestes om bedrijven op Amerikaanse bodem te houden. Zo kreeg aircoproducent Carrier voor miljoenen aan belastingvoordelen aangeboden, nadat Trump tijdens de campagne expliciet had beloofd de Carrierfabriek in Indiana open te houden. Uiteindelijk konden 800 van de 1400 arbeiders hun werk behouden.
Voor Trump zijn industriejobs een thema waarop hij zich voortdurend profileert. Ceo’s en grote bedrijven die productie-eenheden naar het buitenland verplaatsen, scheldt hij de huid vol. Toen General Motors in november een herstructurering aankondigde waarbij 8000 Amerikaanse jobs verloren zouden gaan, dreigde Trump ermee de overheidssubsidies voor het bedrijf droog te leggen. ‘De VS hebben General Motors gered, en dit is de DANK die we krijgen!’ verspreidde hij via Twitter. Zijn dreigement deed de koers van GM gevoelig dalen.
4. NAFTA is dood, leve het USMCA
‘Het allerslechtste handelsakkoord dat ooit werd goedgekeurd.’ Tijdens de campagne had Trump geen goed woord over voor het Northern American Free Trade Agreement (NAFTA), het vrijhandelsakkoord tussen de Verenigde Staten, Canada en Mexico. NAFTA was, aldus Trump, verantwoordelijk voor zowat alle kommer en kwel waaronder de Amerikaanse arbeidersklasse gebukt ging.
Door de hervorming van het strafrecht komen gevangenen die zich goed gedragen sneller in aanmerking voor huisarrest of vervroegde invrijheidstelling.
Opmerkelijk genoeg sloten de drie landen op 30 november een nieuw vrijhandelsverdrag. Het United States-Mexico-Canada Agreement (USMCA), dat nog door alle nationale parlementen moet worden goedgekeurd, gaat waarschijnlijk pas volgend jaar in. Het nieuwe verdrag komt tegemoet aan heel wat protectionistische eisen. Om vrijgesteld te worden van invoertaksen moeten autofabrikanten een groter percentage van hun productie in eigen land maken, moet 70 procent van het gebruikte staal en aluminium in eigen land gedolven worden en moet minstens 40 procent van de autoarbeiders minimaal 16 dollar per uur verdienen. Op die manier wordt Amerika interessanter als land van productie. Daarnaast moet Canada zijn zuivelmarkt openstellen voor Amerikaanse en Mexicaanse bedrijven en worden Amerikaanse farmaceutische bedrijven beter beschermd. Terwijl bij handelsgeschillen voorheen een commissie van experts een oordeel moest vellen, wordt dat nu overgelaten aan de nationale rechtbanken.
Hoewel Trump in de onderhandelingen relatief weinig eisen heeft binnengehaald, is het USMCA hem op het lijf geschreven. Mariano Sánchez-Talanquer, professor politieke economie aan de Harvard-universiteit en aan het CIDE-instituut in Mexico-Stad, noemt de nieuwe deal een regelrechte politieke overwinning. ‘De regering-Trump heeft Mexico met zijn rug tegen de muur gezet. Ze heeft de structurele afhankelijkheid van de Mexicaanse economie gebruikt om Mexico tot toegevingen te dwingen.’ Of het nieuwe vrijhandelsakkoord veel jobs naar de Rust Belt zal terugbrengen, valt te betwijfelen. ‘Als de loonkosten voor autobedrijven stijgen, zullen ook de prijzen stijgen, waardoor de vraag zal verminderen en er dus ook minder arbeiders nodig zijn. Bovendien zullen autobedrijven die verminderde competitiviteit waarschijnlijk opvangen met automatisering.’
‘Bovendien heeft het USMCA de deal fundamenteel veranderd’, benadrukt Sánchez-Talanquer. ‘Het is veel gemakkelijker geworden om het handelsakkoord op te zeggen. Het USMCA is veel vrijblijvender. Bij NAFTA waren alle landen er eigenlijk zeker van dat de afspraken niet in het gedrang zouden komen. Het USMCA is kwetsbaarder voor politieke berekening. Het is veel gemakkelijker geworden voor Trump om het handelsakkoord om politieke redenen op te zeggen.’
Voor Trump wordt USMCA de komende jaren een politiek drukmiddel. ‘De belofte om Mexico hard aan te pakken doet het goed in Amerika’, aldus Sánchez-Talanquer. ‘Trump heeft het afschaffen van NAFTA voluit uitgespeeld in de tussentijdse verkiezingen. Ik vermoed dat hij het nieuwe verdrag ook tijdens de presidentsverkiezingen ter discussie zal stellen.’
5. ‘Die dikke, vette, prachtige muur’
De hoeksteen van Trumps verkiezingscampagne was zonder enige twijfel zijn belofte om een ‘big, fat beautiful wall’ te bouwen op de grens met Mexico. Het dient gezegd dat die belofte al enige evolutie heeft ondergaan. Van een muur van meer dan 3000 kilometer die hoogstens ‘4 of 5 miljard dollar’ zou kosten, toonde Trump zich vorig jaar al tevreden met een kleine 1600 kilometer, die bovendien ruim 20 miljard zou kosten. In de campagne beloofde hij om Mexico voor de kosten te laten opdraaien, nu klinkt het dat Mexico op een indirecte manier voor de muur zal betalen.
Tijdens zijn eerste twee presidentsjaren weigerde zijn eigen Republikeinse meerderheid het budget voor de grensmuur goed te keuren. Na de tussentijdse verkiezingen namen de Democraten de meerderheid in het Huis over en leek gelijk welke financiering dus onmogelijk. Ook pogingen om een noodtoestand uit te roepen, waardoor Trump geen parlementaire controle nodig zou hebben om de deal goed te keuren, vielen op een koude steen. Tot minister van Defensie Patrick Shanahan vorige week meldde dat het Pentagon een miljard dollar uittrekt om de Muur te bouwen. Dat geld is goed voor ongeveer 90 kilometer aan grensbarrières, schijnwerpers en verbindingswegen. ‘Een vroeg kerstgeschenk!’ jubelde Donald Trump jr. toen het nieuws werd bekendgemaakt.
In zekere zin heeft Trump er baat bij dat de grensmuur nog steeds geen feit is. Daardoor kan hij het onderwerp ook bij zijn herverkiezingscampagne weer op de affiche zetten. Wie weet valt er na 2020 wel een budgettaire appel uit de kast.
6. Donald de Genadige
Een opmerkelijke beleidsdaad die buiten de VS weinig aandacht kreeg, was de grootschalige strafrechtelijke hervorming die eind december werd goedgekeurd. Hoewel de president graag het imago van de harde aanpak koestert, worden de minimumstraffen verkort. Gevangenen die zich goed gedragen, komen sneller in aanmerking voor huisarrest of vervroegde invrijheidstelling. Er wordt ook geïnvesteerd in scholingsprogramma’s om recidive tegen te gaan. Met het pakket aan maatregelen wil Trump de overbevolking van de gevangenissen aanpakken. Met 2,1 miljoen gedetineerden heeft Amerika de grootste gevangenisbevolking ter wereld. De wet heeft wel enkel effect op het federale systeem, waar slechts 181.000 gevangenen onder ressorteren.
Daarnaast slaagde Trump erin om een wet door het Huis van Afgevaardigden te krijgen waarmee hij de opioïdencrisis wil aanpakken. Miljoenen Amerikanen zijn verslaafd geraakt aan zware pijnstillende opiaten, wat een spoor van menselijk lijden trekt door de armere, centraal gelegen staten. In 2017 stierven meer dan 50.000 Amerikanen aan een overdosis opiaten. Met de nieuwe wet wordt het moeilijker om via postorder aan verslavende stoffen te raken. Er komt meer geld voor ontwenningsmedicatie en voor behandelingen. Hoewel veel experts opmerken dat het plan ondergefinancierd is, is het tot dusver veruit het meest uitgewerkte plan om de crisis aan te pakken. Een poging van Obama om een soortgelijke aanpak op te starten, strandde in 2016.
Zeker nu hij niet aangeklaagd wordt door de speciale aanklager, is de kans groot dat veel Amerikanen bij de volgende verkiezingen naar hun economische situatie zullen kijken. En dan zullen concluderen dat het best meevalt, met Donald Trump als president.’
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier