De Arabische lente is nog lang niet voorbij
De Arabische lente lijkt op een totale mislukking te zijn uitgedraaid, maar dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn, schrijft historicus Koert Debeuf. ‘De fundamentele drijfveren blijven dezelfde, ze zijn zelfs acuter worden.’
Mijn vriend Ahmed Maher kwam op 5 januari vrij uit de gevangenis. Ahmed was de leider van de 6 aprilbeweging, die zes jaar geleden de Egyptische revolutie tegen voormalige president Hosni Moebarak organiseerde. Zijn protest leverde hem drie jaar cel op. Nu is hij drie jaar voorwaardelijk vrij en moet hij tussen 18 uur en 6 uur in het lokale politiebureau zitten. Hij heeft dus weinig redenen om de zesde verjaardag van de Arabische lente te vieren.
Ik was er toen Ahmed zichzelf aangaf in de rechtbank. De 6 aprilbeweging had me gevraagd als ‘internationale getuige’. We dachten dat het een formaliteit zou zijn, maar de politie had een valstrik opgezet: ze begon iedereen die rond de rechtbank stond weg te jagen en te slaan. Binnen de tien minuten hadden meer dan twintig mensen gebroken armen en benen. Ik liep weg zo hard ik kon en slaagde erin om te ontsnappen. Dat was in november 2013. Het leek het einde van de Arabische lente.
Er lijken meer dan genoeg redenen te zijn om de Arabische lente een totale mislukking te noemen
De mooie hoop voor een nieuwe, vrije en democratische Arabische wereld is uitgedraaid in burgeroorlogen in Syrië, Libië, Jemen en Irak. In plaats van democratieën zijn landen als Egypte, Bahrein en zelfs Marokko nog repressievere dictaturen geworden.
In Egypte alleen al werden maar liefst 40 000 mensen opgesloten sinds president Mohamed Morsi in juli 2013 verdreven werd. Alle onafhankelijke televisiezenders werden gesloten, kritische journalisten werden gearresteerd. De meeste ngo’s zijn opgedoekt. En dan is er Islamitische Staat, het meest barbaarse gevolg van de chaos na de opstanden van 2011.
Er lijken dus meer dan genoeg redenen te zijn om de Arabische lente een totale mislukking te noemen. In werkelijkheid hangt het er van af hoe zorgvuldig je kijkt naar de gebeurtenissen. Aan de oppervlakte lijken de politieke omwentelingen op mislukte opstanden tegen dictaturen. Maar graaf wat dieper in de maatschappijen van die Arabische landen en je vindt redenen om te geloven dat wat we zien geen eenvoudige opstand is, maar een historische revolutie.
Als dat effectief zo is, is de deprimerende situatie van vandaag niet het einde, maar een stap naar een betere toekomst. Dat is op zijn minst een van de lessen die we uit de geschiedenis getrokken hebben.
Neem nu de Franse revolutie. De bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 kwam niet uit het niets. In de 18e eeuw was de Franse bevolking met de helft gestegen. De grote groep jongeren die zo ontstond, kon geen jobs vinden omdat het economisch systeem in het slop zat. De mensen verarmden, terwijl de adel op het hof van Versailles buitensporig rijk was. Er was geen godsdienstvrijheid en de Kerk cumuleerde macht en rijkdom.
Oorlogen en terroristische aanslagen in de regio hebben het toerisme vernietigd, een van de grootste inkomstenbronnen
Toen Napoleon in 1799 de macht nam, stopte hij de Franse revolutie niet. Het duurde tachtig jaar en twaalf grondwetten voor Frankrijk in 1870 een stabiele democratie werd.
Er zijn redenen om te geloven dat de Arabische wereld door een gelijkaardige revolutionaire evolutie gaat. De eerste reden is demografisch. De bevolking van de regio verdubbelde sinds 1980. En ze blijft snel groeien. In Egypte alleen groeide de bevolking de laatste zes maanden met één miljoen mensen. Eén derde van de Arabische bevolking is jonger dan 30. De jongerenwerkloosheid ligt op 30%. In veel Arabische landen is het onmogelijk voor een man om te trouwen zonder eerst een appartement te kopen. Geen job betekent geen appartement, geen huwelijk en geen seks. Beeld je de frustratie in die daaruit voortkomt.
De tweede reden is de economische instorting. Oorlogen en terroristische aanslagen in de regio hebben het toerisme vernietigd, een van de grootste inkomstenbronnen. De belangrijkste geldschieter in de regio, Saoedi-Arabië, zag olieprijzen daalde en draaide de geldkraan wat dichter. Voor de eerste keer heeft de Saoedische regering belastingen moeten heffen. In Egypte piekt de inflatie op 30%, voor geïmporteerde producten is dat nog veel meer. De grote groep arme Egyptenaren lijdt onder een gebrek aan suiker, olie en basisvoeding. Door het gebrek aan buitenlandse investeringen en valuta wordt import, een essentieel deel van de economie, onmogelijk.
In alle Arabische landen, behalve Tunesië en Libanon, is de censuur van de media en zelfs de sociale media erger geworden
Ten derde is de repressie zelfs erger dan voor de Arabische lente. Het bekendste voorbeeld is dat van de Italiaanse onderzoeker Giulio Regeni. Hij werd ontvoerd en doodgemarteld, naar verluidt door de Egyptische geheime diensten. Honderden onschuldige Egyptenaren ondergingen een gelijkaardig lot. Tegelijkertijd slaagde de Egyptische politie er niet in de christelijke minderheid tegen godsdienstgeweld te beschermen. In alle Arabische landen, behalve Tunesië en Libanon, is de censuur van de media en zelfs de sociale media erger geworden. Het is misschien goed om in herinnering te brengen dat het de brutaliteit van de politie was die de protesten in Tunesië, Egypte en Syrië in 2010-2011 veroorzaakte.
Kortom, de fundamentele drijfveren van de Arabische lente blijven dezelfde. Ze zijn zelfs acuter geworden. En hoewel sommige mensen de chaos en de protesten beu zijn, geven anderen niet op. In Marokko bracht de dood van een visverkoper, veroorzaakt door een een politie-ongeval, in oktober 2016 massa’s mensen op straat. In Syrië braken vorige maand na het door Rusland en Turkije onderhandelde staakt-het-vuren protesten uit tegen het regime van Assad.
Toch zijn er nog grote vraagtekens: zal Irak één land blijven of zal het uiteenvallen? Wat zal er in Algerije gebeuren wanneer Abdelaziz Bouteflika sterft? Kan het Saoedisch regime stand houden als het geld opraakt? Zal de grotendeels soennitische Arabische bevolking de groeiende regionale macht van Iran aanvaarden?
Uiteindelijk is er ook het probleem van de godsdienst. Na de val van president Morsi in 2013 en met hem de volledige Moslimbroederschap, zijn veel Arabische moslims vragen beginnen te stellen over de toestand van de islam. Toen de Islamitische staat een jaar later het kalifaat afkondigde, klonk de vraag naar een religieuze hervorming luider. Het debat over de toekomst van de islam lijkt onvermijdelijk, ook al proberen religieuze instellingen het te stoppen. In combinatie met de demografische, politieke en economische aspecten wordt dit existentieel gevecht explosief. Fasten your seatbelts: de Arabische revolutie is eigenlijk nog maar net begonnen.
Dit stuk verscheen oorspronkelijk in het Engels op Politico.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier